SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 janvier 2012 23 januari 2012
________________
Question écrite n° 5-5346 Schriftelijke vraag nr. 5-5346

de Inge Faes (N-VA)

van Inge Faes (N-VA)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Réhabilitation - Données disponibles Eerherstel - Beschikbare gegevens 
________________
prescription de peine
sanction pénale
casier judiciaire
statistique officielle
strafverjaring
strafsanctie
strafblad
officiële statistiek
________ ________
23/1/2012Verzending vraag
26/3/2012Antwoord
23/1/2012Verzending vraag
26/3/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5346 du 23 janvier 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5346 d.d. 23 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En Belgique, celui qui a purgé sa peine d'emprisonnement ou payé les amendes et les dommages-intérêts auxquels il a été condamné peut être réhabilité. Les infractions punies d'une peine de police sont appelées « contraventions ». Leurs effets sont effacés automatiquement et de plein droit, sans qu'il faille une démarche personnelle ou une décision de justice. La personne condamnée à une peine ineffaçable peut demander à être réhabilitée par une décision de justice. Cette procédure exige donc une démarche personnelle.

Les deux procédures ont les mêmes effets : elles mettent un terme aux incapacités qui résultent de la condamnation et empêchent celle-ci de servir de base à la récidive ou d'être portée au casier judiciaire. La réhabilitation n'entraîne cependant pas le rétablissement dans l'ancien titre, grade ou fonction. Elle ne permet pas plus de prétendre à l'héritage dont on a été exclu.

Plusieurs conditions sont requises pour bénéficier de la réhabilitation. Il faut avoir purgé les peines privatives de liberté et acquitté les amendes auxquelles on a été condamné. On doit également avoir satisfait aux obligations de restitution, de dommages-intérêts et de paiement des frais prévues par le jugement. Si le délai de prescription de la peine est échu, il ne faut pas avoir été la cause de cette échéance.

Afin d'examiner la réhabilitation en Belgique, j'ai posé l'an passé une question écrite à votre prédécesseur (n° 5-1037) pour obtenir des chiffres à ce sujet. Dans sa réponse du 02/03/2011, le ministre m'a écrit que la banque centrale de données statistiques du Collège des procureurs-généraux contenait un nombre insuffisant de données fiables et que, par conséquent, aucun chiffre fiable ne peut être fourni sur la réhabilitation. Mais il existe donc bien des données...

J'aurais voulu savoir quelles sont les données disponibles ne serait-ce que pour avoir quelques clarifications concernant la réhabilitation.

 

In België heeft men de mogelijkheid om in eer hersteld te worden na het uitzitten van een straf of het betalen van de in geval van veroordeling opgelegde boetes of schadevergoedingen. Misdrijven die worden bestraft met een politiestraf worden "overtredingen" genoemd. De gevolgen van deze veroordeling worden automatisch gewist, het vergt geen persoonlijke stappen of een gerechtelijke beslissing, maar het gebeurt van rechtswege. Wie veroordeeld werd tot een straf die niet kan worden uitgewist, kan vragen om door een gerechtelijke beslissing in eer en rechten hersteld te worden. Deze procedure vereist dus wel persoonlijke stappen.

De twee procedures hebben dezelfde gevolgen: ze doen de onbekwaamheden die uit de veroordeling zijn voortgevloeid, ophouden en verhinderen dat de veroordeling als grondslag dient voor de herhaling of in de uittreksels uit het strafregister wordt vermeld. Eerherstel zorgt er echter niet voor dat de persoon in kwestie in zijn vorige titel, graad of ambt wordt hersteld. Ook biedt het niet de mogelijkheid aanspraak te maken op de erfenis waarvan de persoon was uitgesloten.

Om eerherstel te kunnen genieten, moet men aan een aantal voorwaarden voldoen. Men moet de vrijheidsberovende straffen uitgezeten hebben en de geldstraffen waartoe men werd veroordeeld, betaald hebben. Ook moet men voldaan hebben aan de in het vonnis bepaalde verplichting tot teruggave, schadevergoeding en betaling van kosten. Indien de verjaringstermijn van de straf verstreken is, mag men niet de oorzaak zijn van het verstrijken van deze termijn.

Om het gebruik van het eerherstel in België te onderzoeken, stelde ik vorig jaar aan uw voorganger een schriftelijk vraag (nummer 5-1037) naar cijfers hierover. In zijn antwoord van 02/03/2011 schreef de minister mij dat de centrale statistische databank van het College van procureurs-generaal onvoldoende betrouwbare gegevens bevat en er dus geen betrouwbare cijfergegevens kunnen worden aangeleverd over eerherstel. Maar er bestaan dus wel degelijk gegevens …

Graag had ik dan ook geweten over welke gegevens men beschikt om toch enige duidelijkheid ontrent het gebruik van het eerherstel te kunnen hebben.

 
Réponse reçue le 26 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 26 maart 2012 :

Les seules données chiffrées dont mon administration dispose sont celles issues du Casier judiciaire central. C’est en effet au sein de cette banque de données des antécédents judiciaires pénaux que sont enregistrées, en vertu de l’article 590, premier alinéa, 11° du Code d’instruction criminelle, les réhabilitations.

En 2011, 1 341 réhabilitations ont été enregistrées par le Casier judiciaire central.

Je précise donc bien qu’il s’agit là des décisions de réhabilitations prononcées et enregistrées dans le Casier judiciaire central. Il ne s’agit donc pas des demandes en réhabilitation transmises auprès des parquets.

Suite à la question parlementaire n° 5-1037 du 28 janvier 2011, le Collège des procureurs-généraux a été interpellé. Le Collège à répondu que les demandes de réhabilitation ne sont ni systématiquement, ni de manière uniforme enregistrées par les parquets dans le système REA/TPI et que la base centrale statistique du Collège des procureurs-généraux ne contient pas de données suffisamment fiables qui permettent de répondre aux questions posées.

De enige cijfergegevens waarover mijn administratie beschikt zijn deze getrokken uit het Centraal Strafregister. Het is inderdaad in de schoot van deze gegevensbank van strafrechtelijke antecedenten dat de beslissingen inzake eerherstel, in toepassing van artikel 590, eerste lid, 11° van het wetboek van strafvordering, worden geregistreerd.

In 2011 werden 1 341 eerherstellen geregistreerd door het Centraal Strafregister.

Ik benadruk nogmaals dat het hier gaat om de uitgesproken en in het Centraal Strafregister geregistreerde eerherstellen. Het gaat hier niet om de bij het parket ingediende verzoeken tot eerherstel.

Naar aanleiding van de parlementaire vraag nr. 5-1037 van 28 januari 2011 werd eveneens het College van procureurs-generaal ondervraagd. Het College antwoordde dat de aanvragen tot herstel in eer en rechten noch systematisch, noch uniform door de parketten in het REA/TPI-systeem worden geregistreerd en dat de centrale statistische databank van het College van procureurs-generaal onvoldoende betrouwbare gegevens bevat om op de gestelde vragen te kunnen antwoorden.