SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4950 Schriftelijke vraag nr. 5-4950

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Matériel roulant - Entretien - Sous-traitance Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NBMS) - Spoorwegmateriaal - Onderhoud - Treincapaciteit - Uitbesteding 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
véhicule sur rails
entretien
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
voertuig op rails
onderhoud
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
21/2/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
21/2/2012Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2849 Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2849
________ ________
Question n° 5-4950 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4950 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ces dernières années, le réseau de chemins de fer a connu de sérieux et multiples retards ou suppressions de trains. La cause souvent invoquée en est le manque de matériel disponible.

Le matériel roulant est régulièrement retiré du réseau pour être entretenu. Cet entretien se fait principalement dans les ateliers de la SNCB.

Je souhaiterais par conséquent obtenir de la ministre des réponses aux questions suivantes:

1) Combien de véhicules, de voitures ou de locomotives ont-ils été rentrés pour entretien dans les ateliers de la SNCB lors de l'année écoulée ? J'aimerais obtenir l'information par type de matériel et par atelier.

2) Quel est en moyenne le pourcentage de matériel non disponible pour cause d'entretien ? J'aimerais une comparaison avec les réseaux de chemins de fer des pays voisins.

3) Certains types de véhicules, de voitures ou de locomotives nécessitent-ils un entretien significativement plus ou moins important que la moyenne ? Dans l'affirmative, lesquels ?

4) La ministre pense-t-elle que l'entretien des véhicules de chemins de fer est une tâche essentielle de la SNCB ? Envisage-t-on la sous-traitance de l'entretien ?

 

Het spoorwegnet heeft de voorbije jaren te kampen gehad met ernstige en veelvuldige vertragingen of afschaffingen. Als reden wordt hiervoor vaak het gebrek aan beschikbaar materiaal aangehaald.

Het spoorwegmateriaal wordt op geregelde tijdstippen van het net gehaald voor onderhoud. Dit gebeurt hoofdzakelijk binnen de eigen werkplaatsen van de NMBS.

Graag kreeg ik dan ook van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel rijtuigen, treinstellen of locomotieven werden het afgelopen jaar voor onderhoud binnengebracht in de werkplaatsen van de NMBS? Graag uitgesplitst per materiaaltype en werkplaats.

2) Welk percentage van de totale treincapaciteit is er gemiddeld onbeschikbaar wegens onderhoud? Graag een vergelijking met de spoorwegnetwerken in de ons omliggende landen.

3) Zijn er types rijtuigen, treinstellen of locomotieven die significant meer of minder onderhoud nodig hebben dan gemiddeld? Zo ja, welke?

4) Is de minister van mening dat het onderhoud van spoorwegrijtuigen een kerntaak is van de NMBS? Wordt een uitbesteding van het onderhoud overwogen?

 
Réponse reçue le 21 février 2012 : Antwoord ontvangen op 21 februari 2012 :

1) Le nombre d'entretiens effectués en 2011 par atelier et par type de matériel est le suivant :

Atelier

Automotrices

Autorails 

Locomotives électriques

Voitures

Forest

 

 

 

595

Schaerbeek

241

 

 

804

Merelbeke

317

302

173

 

Kortrijk

 

 

 

423

Oostende

399

 

213

468

Antwerpen

 

 

300

17

Hasselt

413

288

 

242

Kinkempois

311

 

338

 

Liers

 

 

 

243

Stockem

164

127

26

 

Charleroi

462

95

83

 

Châtelet

 

 

 

430

Total

2307

812

1133

3222

2) En moyenne, 14 % du matériel de traction se trouve hors service pour maintenance et réparation, et plus de 5 % pour des travaux de révision et de modernisation. La légère hausse du nombre d’immobilisations s’explique par l’effort très important apporté au niveau de l’installation de la TBL1+ et des très mauvaises conditions météorologiques début 2011.

La Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) ne dispose pas des données d'autres réseaux ferroviaires.

3) Les autorails diesel AR41 nécessitent davantage d'entretien (tous les 10 000 km au lieu de tous les 40 000 comme la majorité du matériel).

4) La répartition des tâches est en réflexion dans le cadre de la réforme des structures du groupe, qui devra créer davantage de cohérence et de transparence en ce qui concerne l’organisation du groupe et de ses missions.

1) Het aantal uitgevoerde onderhoudsbeurten in 2011 per werkplaats en type materieel is als volgt:

Werkplaats

Motorrijtuigen

Motorwagens

Elektrische Locomotieven

Rijtuigen

Vorst

 

 

 

595

Schaarbeek

241

 

 

804

Merelbeke

317

302

173

 

Kortrijk

 

 

 

423

Oostende

399

 

213

468

Antwerpen

 

 

300

17

Hasselt

413

288

 

242

Kinkempois

311

 

338

 

Liers

 

 

 

243

Stockem

164

127

26

 

Charleroi

462

95

83

 

Châtelet

 

 

 

430

Totaal

2307

812

1133

3222

2) Gemiddeld is 14 % van het tractiematerieel buiten dienst voor onderhoud en herstellingen, en daarbovenop 5 % voor revisies en modernisaties. De licht verhoogde immobilisaties hebben te maken met de ver doorgedreven inspanningen die geleverd worden voor de installatie van TBL1+ en de zeer slechte weersomstandigheden begin 2011.

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) beschikt over geen gegevens van andere spoorwegnetwerken.

3) De dieselmotorwagens MW41 hebben meer onderhoud nodig (elke 10 000 km in plaats van elke 40 000 km zoals bij het gros van het materieel).

4) Het nadenken over de taakverdeling is aan de gang in het kader van de structuurhervorming van de groep die meer coherentie en transparantie zal moeten creëren wat de organisatie van de groep en van haar opdrachten betreft.