SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4939 Schriftelijke vraag nr. 5-4939

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Compte bancaire - Droit - Commission européenne - Compte bancaire pour tous les Européens -Plan d'approche Bankrekening - Recht - Europese Commissie - Bankrekening voor alle Europeanen - Plan van aanpak 
________________
dépôt bancaire
catégorie sociale défavorisée
pauvreté
sans-abri
bankdeposito
sociaal achtergestelde groep
armoede
dakloze
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
26/1/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
26/1/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3741 Réintroduction de : question écrite 5-3741
________ ________
Question n° 5-4939 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4939 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Commission européenne considère comme un objectif important le droit de tous les Européens de posséder un compte en banque. L'explicitation de ce droit est basée sur le constat qu'on estime à trente millions le nombre d'Européens qui ne disposent pas d'un compte bancaire, ce qui complique fortement de nombreuses obligations de paiement, de réception et de conservation d'argent, etc.

J'ai déjà posé une question à ce sujet au ministre des Finances et au secrétaire d'État à l'Intégration sociale. Ils renvoient pour certaines questions au ministre.

1) Estime-t-il que le fait de ne pas disposer d'un compte bancaire complique de nombreuses activités sociales et économiques et entraîne des coûts supplémentaires pour les personnes concernées?

2) Les établissements bancaires ont-il le droit de refuser un compte à des Belges sans adresse fixe?

3) Le ministre est-il disposé à poursuivre activement et pleinement l'objectif de la Commission européenne selon lequel chaque Européen pourrait disposer d'un compte en banque? Si oui, comment et quand veut-il le concrétiser? Si non, sur la base de quels arguments?

4) Une concertation a-t-elle déjà eu lieu à ce sujet avec les représentants du secteur bancaire et avec ceux des personnes vivant dans la pauvreté? Si oui, quelles en furent les suites? Si non, le ministre envisage-t-il des initiatives?

 

De Europese Commissie schuift het recht van alle Europeanen op een bankrekening als een belangrijke doelstelling naar voren. De explicitering van dit recht is gebaseerd op de vaststelling dat naar schatting dertig miljoen Europeanen niet over een bankrekening beschikken, waardoor tal van verplichtingen in verband met betalingen, ontvangst en bewaring van geld enzovoort sterk worden bemoeilijkt.

Ik heb hierover reeds een vraag gesteld aan de minister van Financiën en aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke integratie. Zij verwezen voor een aantal vragen door naar de minister:

1) Beaamt hij dat het niet beschikken over een bankrekening heel wat maatschappelijke en economische verrichtingen bemoeilijkt en voor de betrokkenen extra kosten kan meebrengen?

2) Hebben bankinstellingen het recht om een bankrekening te weigeren aan Belgen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken?

3) Is de minister bereid om zich actief en ten volle in te schrijven in de doelstelling van de Europese Commissie dat elke Europeaan over een bankrekening zou kunnen beschikken? Zo ja, hoe en wanneer wil hij hieraan concreet gestalte geven? Zo niet, op basis van welke argumenten?

4) Vond rond dit probleem al overleg plaats met de vertegenwoordigers van de banksector en met de vertegenwoordigers van mensen in armoede? Zo ja, met welke gevolgen? Zo niet, plant de minister initiatieven?

 
Réponse reçue le 26 janvier 2012 : Antwoord ontvangen op 26 januari 2012 :

1. Il est évident que le fait de ne pas disposer d’un compte bancaire complique sérieusement les opérations de la vie quotidienne. Les personnes non bancarisées sont confrontées à des questions qu’il n’est pas toujours simple de résoudre et qui concernent par exemple le versement du salaire ou le paiement des factures. Contrairement à la situation dans la plupart des autres pays européens, en Belgique, le législateur a pris conscience de ce problème et nous disposons, depuis 2003, d’une loi qui vise à lutter contre l’exclusion bancaire. Je renvoie dès lors l’honorable membre à la loi du 24 mars 2003 instaurant un service bancaire de base. (Pour plus d’information voir aussi le site web du Service public fédéral (SPF) Économie : PME., Classes moyennes et Énergie: http://économie.fgov.be/fr/consommateurs/Services_de_paiement/Service_bancaire_de_base/).

2. Les institutions bancaires ne peuvent refuser l’ouverture d’un service bancaire de base que dans un nombre limité de cas. En outre, en cas de refus d’ouverture d’un tel service, le Service de Médiation Banques-Crédit-Placements peut être saisi afin de vérifier si le refus est justifié. Le Service de Médiation n’a reçu en 2010 que deux plaintes relatives au service bancaire de base. Je le renvoie à ce sujet au « rapport annuel 2010 (particuliers) » du Service de Médiation, disponible sur le site www.ombfin.be.

3. Comme je l’ai dit, il existe déjà une loi en Belgique qui s’inscrit dans l’objectif de la Commission européenne. Mes services étudient néanmoins la recommandation de la Commission afin de voir si la législation belge doit ou non être adaptée.

4. Une telle concertation a déjà eu lieu lors de l’élaboration de la loi de 2003. Il n’est pas exclu qu’une nouvelle concertation soit organisée dans le cas où une modification de la loi s’avèrerait nécessaire mais, à ce stade, rien n’a encore été décidé.

1. Het spreekt voor zich dat het niet beschikken over een bankrekening de dagdagelijkse verrichtingen aanzienlijk bemoeilijkt. De personen die uitgesloten zijn van bankdiensten ondervinden problemen die niet altijd gemakkelijk op te lossen zijn, zoals bijvoorbeeld het storten van de wedde of het betalen van facturen. In tegenstelling tot de meeste andere Europese lidstaten was de wetgever in België zich bewust van dit probleem en beschikken wij sedert 2003 over een wet ter bestrijding van de bancaire uitsluiting. Ik verwijs het geachte lid dan ook naar de wet van 24 maart 2003 tot instelling van een basis-bankdienst. (Voor meer informatie zie ook de website van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO., Middenstand en Energie : http://economie.fgov.be/nl/consument/Betalingsdiensten/Service_bancaire/).

2. De bankinstellingen kunnen het openen van een basisbankdienst maar in een limitatief aantal gevallen weigeren. Bovendien kan de Bemiddelingsdienst Banken - Krediet – Beleggingen in geval van weigering worden gevat om na te gaan of deze gerechtvaardigd was. De bemiddelingsdienst heeft in 2010 slecht twee klachten gekregen betreffende basisbankdiensten. Ik verwijs hem dienaangaande naar het “jaarverslag 2010 (particulieren)” van de bemiddelingsdienst, beschikbaar op de website www.ombfin.be.

3. Zoals ik reeds aangegeven heb, bestaat er al een wet in België in het kader van de doelstelling van de Europese Commissie. Mijn diensten bestuderen niettemin de aanbeveling van de Europese Commissie om te bekijken of de Belgische wetgeving al dan niet dient te worden aangepast.

4. Een dergelijk overleg heeft reeds plaatsgevonden ten tijde van het uitwerken van de wet van 2003. Het is niet uitgesloten dat een nieuw overleg zal worden georganiseerd indien een wijziging van de wet zich opdringt, maar dit is nog geen uitgemaakte zaak in huidig stadium.