SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4853 Schriftelijke vraag nr. 5-4853

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
________________
Espionnage - Services de renseignement - Évolution - Prévention Spionage - Inlichtingendiensten - Evolutie - Preventie 
________________
espionnage
service secret
atteinte à la sûreté de l'État
spionage
geheime dienst
aanslag op de staatsveiligheid
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
2/4/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
2/4/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3606 Réintroduction de : question écrite 5-3606
________ ________
Question n° 5-4853 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4853 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Quoiqu'on associe surtout l'espionnage avec la période de la guerre froide, il existe encore probablement des réseaux d'espionnage.

Les questions suivantes portent sur les différents services de renseignement :

1) Comment le législateur définit-il l'espionnage, autrement dit à partir de quel moment peut-on poursuivre quelqu'un pour espionnage ? Quels sont les critères prépondérants en la matière ?

2) Selon la perception des différents services de renseignement, comment le phénomène de l'espionnage a-t-il évolué depuis la fin de la guerre froide ? Comment se manifeste-t-il dans notre pays ? Sur quels éléments les services de renseignement se fondent-ils et de quels éléments disposent-ils ?

3) Combien de personnes ont-elles été condamnées pour espionnage (1) entre 1950 et 1990 et (2) de 1991 à nos jours ? Comment ce nombre a-t-il évolué, quelles ont été les causes de ces évolutions et sur quelles prémisses ou constatations se base-t-on ?

4) Quels sont les services actifs dans le dépistage des activités d'espionnage dans notre pays ?

5) Notre pays dispose-t-il d'espions actifs à l'étranger, ou bien ne peut-on répondre à cette question, ce qui laisse présumer que la réponse est affirmative ?

 

Hoewel spionage vooral wordt geassocieerd met de periode van de koude oorlog, zullen ook actueel nog wel spionagenetwerken bestaan.

Hierover de volgende vragen voor de verschillende inlichtingendiensten:

1) Hoe definieert de wetgever spionage, dus vanaf welk moment kan een persoon worden vervolgd voor een daad van spionage? Welke criteria spelen hier een bepalende rol en in welke mate?

2) Hoe evolueerde volgens de perceptie van de verschillende inlichtingendiensten het fenomeen spionage sinds het beëindigen van de koude oorlog? Op welke wijze manifesteert spionage zich in ons land? Op welke basis formuleren de inlichtingendiensten deze antwoorden, over welke indicaties beschikken zij?

3) Hoeveel personen werden voor spionage veroordeeld (1) in de periode 1950 - 1990 en (2) sinds 1991 tot op heden. Hoe evolueerde dit aantal, aan welke oorzaken koppelt men deze ontwikkelingen en op basis van welke uitgangpunten of vaststellingen?

4) Welke diensten spelen een actieve rol in het opspeuren van spionageactiviteiten in ons land?

5) Beschikt ons land over spionnen die in het buitenland actief zijn of kan zulke vraag onmogelijk worden beantwoord, waaruit mag worden afgeleid dat het antwoord affirmatief is?

 
Réponse reçue le 2 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 2 april 2012 :

Cette matière dépend du ministre de la Justice d’une part et du ministre de la Défense d’autre part. Je me permets donc de vous renvoyer vers mes collègues, Mme Turtelboom, ministre de la Justice et M. De Crem, ministre de la Défense, à qui vous avez également posé les questions.

De materie behoort enerzijds tot de bevoegdheid van de minister van Justitie en anderzijds tot de bevoegdheid van de minister van Landsverdediging. Ik wens u dan ook te verwijzen naar mijn collega’s, mevrouw Turtelboom, minister van Justitie en de heer De Crem, minister van Landsverdediging, aan wie u de vragen ook gesteld heeft.