SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4778 Schriftelijke vraag nr. 5-4778

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________________
Anciens patients cancéreux - Candidatures - Aptitude médicale - Services publics fédéraux - Entreprises publiques Ex-kankerpatiënten - Sollicitaties - Medische geschiktheid - Federale Overheidsdiensten - Overheidsbedrijven 
________________
cancer
recrutement
examen médical
médecine du travail
lutte contre la discrimination
fonction publique
kanker
aanwerving
medisch onderzoek
arbeidsgeneeskunde
bestrijding van discriminatie
overheidsapparaat
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
20/1/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
20/1/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-2956 Réintroduction de : question écrite 5-2956
________ ________
Question n° 5-4778 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4778 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nous avons tous entendu l'histoire récente d'une jeune femme de trente et un ans qui avait posé sa candidature à une fonction de police. Elle a passé et réussi toutes les épreuves, y compris les épreuves physiques, mais s'est entendu dire à l'issue des neuf mois d'épreuves de sélection qu'elle ne pouvait être engagée à cause d'une maladie antérieure, à savoir un cancer du sein. Dans la suite, publiquement, toutes les personnes impliquées ont montré de la compréhension pour sa situation. Un ancien patient cancéreux candidat à une fonction de police doit avoir terminé son traitement depuis deux ans pour être considéré comme apte médicalement.

La motivation paraît compréhensible à première vue car le cancer peut récidiver. Un membre du personnel part en traitement pour une longue période et cela coûte cher à l'employeur, en l'occurrence l'État belge. En outre cela entraîne des problèmes d'effectifs disponibles dans le corps, des recrutements supplémentaires,... En choisissant cette logique, l'État agit à première vue en bon gestionnaire et en père de famille prudent.

Toutefois ce raisonnement n'est pas tout à fait correct pour plusieurs raisons, entre autres :

- Les cancers et d'autres maladies similaires ne peuvent être mises dans le même sac, on ne peut pas généraliser ;

- il n'y a jamais de certitude absolue que la maladie ne frappe à nouveau ou qu'une autre maladie ne se déclare quel que soit le délai que l'on se donne ;

- un médecin spécialiste peut parfaitement déclarer après un examen clinique et en tenant compte de toutes les données disponibles que le patient ne présente plus de symptômes et est guéri de cette maladie ;

- si l'on s'appuie sur des formes de calculs probabilistes, ce que je ne considère pas comme transparent, ne doit-on pas exclure aussi les candidats motocyclistes, footballeurs amateurs, plongeurs et autres adeptes d'activités risquées ?

Pour résumer, en fixant de pareils critères, tout employeur se meut sur un terrain dangereusement glissant qui peut conduire à un certain moment à des formes de discrimination. Le Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme s'est déjà prononcé en ce sens. Dans l'attente d'un examen davantage approfondi, ce cas suscite les questions suivantes.

1) Les services publics fédéraux et les entreprises publiques imposent-ils des critères identiques ou semblables de refus d'embauche d'ex-patients cancéreux s'ils n'ont pas été exempts de symptômes de la maladie pendant une période déterminée ? Si oui, quels sont les services ou entreprises qui appliquent ces critères, selon quelles modalités et en vertu de quelles justifications ?

2) La ministre trouve-t-elle que ces critères soient défendables ou veut-elle y apporter des changements ? Quels sont les arguments qui fondent sa réponse ?

 

We hoorden ondertussen allemaal het recente verhaal van een jonge vrouw van eenendertig jaar, die solliciteerde voor een functie bij de politie. Ze onderging en weerstond alle proeven - ook de fysieke - maar kreeg op het einde van de procedure, na negen maanden selectie, te horen dat ze omwille van een eerdere ziekte, namelijk borstkanker, niet kon worden aangeworven. In de publieke nasleep van deze zaak toonden alle betrokkenen begrip. Blijkbaar ben je als ex-kankerpatient bij een sollicitatie bij de politie maar medisch geschikt als je twee jaar uit behandeling bent.

De motivering hieromtrent klinkt op het eerste zicht begrijpelijk, want kanker komt wel eens terug. Een personeelslid gaat dan lange tijd in behandeling en dat kost de werkgever, in dit geval de Belgische Staat, heel veel. Tegelijkertijd stelt dit het korps voor problemen van personeelstekort, extra aanwervingen, enz. Met deze logica betoont de overheid zich, op het eerste zicht, een goed beherende en voorzichtige huisvader.

Toch klopt dit verhaal niet helemaal, en dit omwille van verschillende redenen, onder andere:

- kankers en andere soortgelijke ziekten zijn onmogelijk over één kam te scheren. Een veralgemening lijkt dus niet hanteerbaar;

- welke termijn ook, een absolute zekerheid dat de ziekte niet heroptreedt of een andere ziekte zich manifesteert bestaat niet;

- een gespecialiseerd arts kan wel, gebaseerd op zijn klinisch onderzoek en alle gegevens, verklaren dat de patiënt geen ziekteverschijnselen meer vertoont en dus wat dat betreft voor genezen verklaart;

- als men zich baseert op - voor mij niet doorzichtige vormen van - kansberekening, moet men dan ook geen kandidaat motorrijders of amateurvoetballers of duikers en andere risicovolle bezigheden uitsluiten?

Kortom, met het instellen van dit soort criteria beweegt elke werkgever zich op het gevaarlijke hellende vlak, waar op een bepaald moment vormen van discriminatie gaan spelen. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding heeft zich ook in deze zin al uitgesproken. In afwachting van een behandeling meer ten gronde, geeft deze zaak aanleiding tot vragen.

Hierover de volgende vragen:

1) Leggen de federale overheidsdiensten en overheidsbedrijven ook dergelijke of vergelijkbare criteria op, waarbij ex-kankerpatiënten worden geweigerd indien geen bepaalde periode vrij van ziektebeelden? Zo ja, welke diensten of bedrijven, met welke modaliteiten en omwille van welke redenen?

2) Vindt de geachte minister deze criteria verdedigbaar of wil zij hieraan verandering brengen? Met welke argumenten onderbouwt ze haar antwoord?

 
Réponse reçue le 20 janvier 2012 : Antwoord ontvangen op 20 januari 2012 :

Je fais savoir à l’honorable membre que l’objet de la question relève de la compétence du ministre de la Santé publique, à qui elle doit dès lors être posée.

Ik deel het geachte lid mee dat het onderwerp van deze vraag onder de bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid ressorteert, aan wie zij dus dient te worden gesteld.