SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4714 Schriftelijke vraag nr. 5-4714

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Belgique - Antisémitisme - Jeunes -Plaintes - Suites judiciaires - Collège des procureurs généraux - Corrélation avec les tensions au Moyen-Orient België - Antisemitisme - Jongeren - Klachten - Strafrechtelijk gevolg - College van Procureurs-generaal - Correlatie spanningen Midden Oosten 
________________
antisémitisme
jeune
musulman
racisme
poursuite judiciaire
statistique officielle
ministère public
question de la Palestine
antisemitisme
jongere
moslim
racisme
gerechtelijke vervolging
officiële statistiek
openbaar ministerie
Palestijnse kwestie
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
22/8/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
22/8/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3875 Réintroduction de : question écrite 5-3875
________ ________
Question n° 5-4714 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4714 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dernièrement, le quotidien De Standaard a relaté un incident choquant : une jeune fille juive, âgée de treize ans, a été battue par cinq camarades de classe d'origine marocaine. Elle souffrait d'une commotion cérébrale et d'une lésion à une vertèbre cervicale.

On ne sait s'il s'agit d'un cas unique mais une étude récente de Mark Elchardus, « Jong in Brussel », ne laisse présager rien de bon. Il ressort de son étude - sur les opinions et les conditions de vie de jeunes Bruxellois - que l'antisémitisme est nettement plus vivace chez les jeunes musulmans que dans les autres groupes de jeunes. Près de la moitié des jeunes musulmans souscrivent à des thèses telles que « Les juifs veulent tout dominer » ou « Les juifs incitent à la guerre et en rejettent la responsabilité sur les autres ». Ce pourcentage est de 10 % chez les autres jeunes. Le pire est que ces sentiments antisémites n'ont rien à voir avec un niveau social ou culturel peu élevé, comme c'est souvent le cas pour les autochtones racistes.

Ces faits sont vraiment choquants et inquiétants. Depuis des décennies, notre société lutte contre le racisme et œuvre à une interculturalité positive. Reste à savoir - et la question est préoccupante - si cette étude peut être généralisée et si le regain d'antisémitisme se traduit aussi dans les statistiques judiciaires.

1) De 2006 à 2011, quel a été le nombre de plaintes déposées pour antisémitisme ? Quelles sont les plaintes les plus fréquentes ? Existe-t-il des liens frappants avec la localisation géographique des auteurs et avec leurs particularités (sexe, âge, profil socioculturel et socioéconomique) ? Combien de cas ont-ils eu des suites judiciaires (transaction, sursis, condamnation, acquittement, non-lieu, etc.) ?

2) Le Collège des procureurs généraux a-t-il donné des directives spécifiques quant aux poursuites ? Le ministre pense-t-il qu'il s'impose d'urgence d'élaborer une telle directive ?

3) Existe-t-il un lien entre le conflit israélo-palestinien et le regain de l'antisémitisme dans notre pays ? Autrement dit, le nombre de plaintes dans notre pays augmente-t-il lorsque les tensions au Moyen-Orient se ravivent et, inversement, diminue-t-il lorsqu'un calme relatif se rétablit dans cette région du monde ?

 

Recent berichtte De Standaard een schokkend incident. Een dertienjarig Joods meisje werd ineen geslagen door vijf klasgenoten van Marokkaanse origine. Het meisje hield er een hersenschudding en een ontstoken nekwervel aan over.

Het is niet duidelijk in welke mate dit een alleenstaand geval is, maar een recente studie van Mark Elchardus ("Jong in Brussel") belooft hieromtrent weinig goeds. Uit deze studie - die peilde naar de opinies en levensomstandigheden bij Brussels jongeren - bleek dat het antisemitisme bij moslimjongeren significant hoger ligt dan bij andere groepen jongeren. Zowat de helft van de moslimjongeren onderschrijft antisemitische stellingen "De Joden willen alles domineren", of "Joden zetten aan tot oorlog en geven anderen de schuld". Bij jongeren van niet etnisch-diverse afkomst bedraagt dat percentage slechts tien procent. Erger is dat die anti-joodse gevoelens niets te maken hebben met een laag opleidingsniveau of sociale achterstelling, zoals dat wel het geval is bij racistische autochtonen.

Deze feiten zijn ronduit choquerend en beangstigend. Al decennia strijdt onze samenleving tegen racisme en voor een positieve interculturaliteit. Nu stellen zich de prangende vragen in welke mate men dit onderzoek kan veralgemenen en of een stijgend antisemitisme zich ook uit in de justitiële statistieken?

Hierover de volgden vragen:

1) Hoeveel klachten rond antisemitisme zijn er in de periode 2006-2011 neergelegd? Welke klachten komen daarbij het meest voor? Bestaan er daarbij opvallende verbanden op het gebied van territoriale spreiding en omtrent de kenmerken van de daders (geslacht, leeftijd, sociaal-cultureel en sociaaleconomisch profiel)? In hoeveel gevallen is er een strafrechtelijk gevolg aan gegeven (minnelijke schikking, opschorting, veroordeling, vrijspraak, buitenvervolgingstelling enz.)?

2) Bestaan er specifieke richtlijnen van het College van Procureurs-generaal over de vervolging? Is de geachte minister van mening dat er aan een dergelijke richtlijn dringende behoefte is?

3) Bestaat er een verband tussen het Israëlische - Palestijnse conflict en de opflakkering van het antisemitisme in ons land? Met andere woorden, neemt het aantal klachten in ons land toe wanneer de spanningen in het Midden Oosten oplopen en omgekeerd nemen ze af wanneer het daar betrekkelijk rustig is?

 
Réponse reçue le 22 aôut 2012 : Antwoord ontvangen op 22 augustus 2012 :

À la lueur des informations fournies par le service concerné - à savoir le Collège des Procureurs généraux - je peux vous fournir les éléments de réponse suivants :  

1) Aucune rubrique relative à l'antisémitisme n'est prévue dans le système d'encodage des infractions relatives aux discriminations à caractère raciste ou homophobe.

Le rapport annuel 2011 « Discrimination/Diversité » du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme comprend un aperçu des signalements pour antisémitisme auprès du Centre.<0} {0>U kunt het rapport via de volgende link consulteren :<}0{>Ce rapport peut être consulté par le lien suivant :<0} {0>http://www.diversiteit.be/?action=publicatie_detail&id=147&thema=2&select_page=216.<}0{>http://www.diversiteit.be /?action=publicatie_detail&id=147&thema=2&select_page=216.<0} 

2) Une circulaire est actuellement en projet au Collège des procureurs généraux visant à affiner et améliorer la politique de poursuite en matière de discrimination en général. Cet outil pourrait permettre de mieux appréhender notamment le phénomène de l’antisémitisme.   

3) Nous ne disposons pas des outils d'analyse permettant d'établir un lien entre les fluctuations du conflit israëlo-palestinien et un éventuel regain d'antisémitisme dans notre pays.

In het licht van de informatie die door de bevoegde dienst – met name het College van procureurs-generaal – werd geleverd, kan ik u het volgende antwoorden :

1) In het invoersysteem van misdrijven inzake racistische of homofobe discriminatie is geen enkele rubriek over antisemitisme opgenomen.

Het jaarverslag “Discriminatie en diversiteit” van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding voor het jaar 2011 bevat een overzicht van de meldingen omtrent antisemitisme bij het Centrum. U kunt het rapport via de volgende link consulteren: http://www.diversiteit.be /?action=publicatie_detail&id=147&thema=2&select_page=216.  

2) Op heden wordt bij het College van procureurs-generaal een omzendbrief opgesteld die gericht is op het verfijnen en verbeteren van het vervolgingsbeleid inzake discriminatie in het algemeen. Dankzij dit instrument zou met name het antisemitisme beter kunnen worden gevat.   

3) Er zijn geen analyse-instrumenten beschikbaar aan de hand waarvan een verband tussen veranderingen binnen het Israëlisch-Palestijnse conflict en een mogelijke heropflakkering van antisemitisme in ons land kan worden aangetoond.