SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4524 Schriftelijke vraag nr. 5-4524

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Formation en chirurgie - Qualité - Effet de la limitation du temps de travail - Mesures Opleiding chirurgie - Kwaliteit - Effect van de werktijdenbeperking - Maatregelen 
________________
médecin
chirurgien
durée du travail
stage de formation
enseignement médical
dokter
chirurg
arbeidsduur
opleidingsstage
medisch onderwijs
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-1713 Réintroduction de : question écrite 5-1713
________ ________
Question n° 5-4524 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4524 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J'ai déjà interrogé plusieurs fois la ministre sur les conséquences du manque croissant de médecins urgentistes. Cette pénurie est manifestement encore renforcée par l'application de la loi limitant la durée hebdomadaire de travail des médecins en formation. En élaborant ce projet de loi, la ministre a agi tout à fait correctement, appliquant une directive de l'Union européenne à ce sujet. Elle a également organisé une intense concertation et a obtenu un accord unanime.

Il apparaît maintenant que cette nouvelle réglementation inquiète également les chirurgiens. Le secteur ne considère pas que la nouvelle réglementation soit nécessairement une mauvaise mesure mais la juge inconciliable avec la capacité de réaliser des interventions délicates et complexes attendue des chirurgiens en formation après six ans. Selon eux, il faudra compenser cette limitation du temps de travail par un allongement de la formation à huit ans. Une autre solution pourrait consister en l'accompagnement plus intensif des chirurgiens en formation par un coach personnel. Ces deux options ont bien sûr un coût.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1. La ministre confirme-t-elle l'analyse du secteur selon laquelle cette réduction du temps de travail se fera au détriment de la qualité de la formation des chirurgiens ? Comment évalue-t-elle cette question et peut-elle assurer que ce problème n'a pas d'incidence négative sur la qualité et l'efficacité de nos soins de santé ?

2. Quelles mesures prend-elle pour maintenir la qualité de la formation en chirurgie à un niveau suffisamment élevé ? Envisage-t-elle d'évaluer et d'ajuster la formation des chirurgiens ? Envisage-t-elle d'éventuellement allonger la formation ? A-t-elle prévu ou prévoira-t-elle des moyens supplémentaires pour faire face à ce problème ?

3. A-t-elle déjà consulté le secteur à ce sujet ? Quel a été le résultat de cette concertation ?

 

Via eerdere vragen peilde ik naar de consequenties van een stijgend tekort aan spoedartsen. Dit tekort wordt blijkbaar nog aangescherpt door de toepassing van de richtlijn die het aantal werkuren per week van artsen in opleiding beperkt. De minister handelde met deze richtlijn helemaal correct en paste een regel van de Europese Unie ter zake toe. Ze pleegde hierover ook uitvoerig overleg en kreeg hieromtrent een unaniem akkoord.

Nu blijken ook de chirurgen zeer bezorgd over deze nieuwe regeling. De sector beoordeelt deze nieuwe regeling niet noodzakelijk als een slechte maatregel, maar acht deze wel onverenigbaar met de verwachting dat chirurgen in opleiding na zes jaar in staat moeten zijn om hoogkwalitatieve en complexe ingrepen uit te voeren. Volgens hen zal men deze beperking in werkuren moeten compenseren met een verlening van de opleiding tot acht jaar. Een andere oplossing zou erin kunnen bestaan om de chirurgen in spe een stuk intensiever te begeleiden met hulp van een persoonlijke coach. Beide opties kosten natuurlijk geld.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Beaamt de minister de analyse van de sector dat deze werktijdenbeperking ten koste zal gaan van de kwaliteit van de opleiding van chirurgen? Hoe evalueert zij deze kwestie en kan zij verzekeren dat dit probleem geen negatief effect heeft op de kwaliteit en de efficiëntie van onze gezondheidszorg?

2. Welke maatregelen neemt zij om de kwaliteit van de opleiding chirurgie op een voldoende adequaat peil te houden? Plant zij een evaluatie en een bijstelling van de chirurgenopleiding? Overweegt zij om eventueel de opleiding te verlengen? Heeft of zal zij extra middelen voorzien om deze problematiek het hoofd te bieden?

3. Heeft zij hieromtrent al overleg gehad met de sector en met welk resultaat?

 
Réponse reçue le 23 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

Suite au Conseil des ministres du 12 février 2010, j’ai immédiatement introduit auprès du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes une demande d’avis concernant l’impact de la modification de la législation sur le temps de travail pour les médecins en formation.  

Le Conseil supérieur m’a avisée de sa volonté de permettre aux acteurs de terrain de répondre à ma demande et a donc transmis la question aux différentes commissions d’agrément pour les médecins spécialistes. Ceci permet de moduler la réponse à cette problématique d’importance en fonction de la réalité de terrain qui est différente en fonction des spécialités.  

Par ailleurs, un projet d’envergure est actuellement en cours afin de revoir les critères d’agrément des différentes spécialités. Dans le cadre de ce projet, les commissions d’agrément ont formulé des propositions qui sont en cours de discussions au sein du Conseil supérieur et en collaboration avec les membres des commissions.  

Cette révision des critères a pour objectif de maintenir les textes légaux en adéquation avec la réalité de terrain des différentes spécialités. En effet, de nombreux textes sont très anciens voire obsolètes et une refonte complète s’avère nécessaire.  

Lors de la discussion sur les nouveaux textes, il a bien évidemment été tenu compte de la modification de la législation sur le temps de travail pour les médecins en formation. Chaque spécialité a pu ainsi formuler la solution la plus adéquate pour ce qui la concerne.  

Ce projet de révision des critères d’agrément a donc rejoint ma demande d’avis concernant l’impact de la modification de la législation sur le temps de travail pour les médecins en formation et une réponse structurée y sera apportée dans les mois à venir. 

Pour votre information, la commission d’agrément en chirurgie a effectivement fait une proposition de révision de ses critères d’agrément.  

Il est bien évident qu’à travers les modifications que la législation va connaître dans les prochains mois, la qualité de la formation des médecins candidats spécialistes restera au centre des préoccupations. Cette qualité de formation doit être garantie tant pour le candidat spécialiste que pour le citoyen et l’organisation des soins de santé en Belgique.

Naar aanleiding van de ministerraad van 12 februari2010 heb ik onmiddellijk de Hoge Raad van Geneesheren-Specialisten en van Huisartsen om advies gevraagd betreffende de impact van de wijziging van de wetgeving inzake arbeidsduur voor artsen in opleiding.  

De Hoge Raad heeft me verzekerd de actoren op het terrein te willen toestaan om te antwoorden op mijn vraag, en heeft de vraag dus bezorgd aan de verschillende erkenningscommissies voor de geneesheer-specialisten. Zo kan het antwoord op deze belangrijke problematiek worden aangepast in functie van de realiteit op het terrein, die verschilt afhankelijk van de specialiteiten.  

Er loopt trouwens een uitgebreid project om de erkenningscriteria van de verschillende specialiteiten te herzien. In het kader van dat project hebben de erkenningscommissies voorstellen geformuleerd die momenteel besproken worden binnen de Hoge Raad en in samenwerking met de leden van de commissies.

Die herziening van de criteria heeft als doelstelling ervoor te zorgen dat de wetteksten afgestemd blijven op de realiteit op het terrein van de verschillende specialiteiten. Een aantal teksten is namelijk erg oud of zelfs achterhaald, en een volledige herwerking dringt zich op.  

Tijdens de bespreking van de nieuwe teksten werd er uiteraard rekening gehouden met de wijziging van de wetgeving inzake arbeidsduur voor artsen in opleiding. Elke specialiteit kon zo de meest geschikte oplossing formuleren voor haar eigen situatie.  

Dit project tot herziening van de erkenningscriteria is dus een antwoord op mijn vraag om advies betreffende de impact van de wijziging van de wetgeving inzake arbeidsduur voor artsen in opleiding, en er zal in de loop van de komende maanden een gestructureerd antwoord op worden gegeven.  

Ter info deel ik u mee dat de erkenningscommissie heelkunde inderdaad een voorstel heeft gedaan om haar erkenningscriteria te herzien.  

Het is duidelijk dat bij de wijzigingen die de wetgeving de komende maanden zal ondergaan, de kwaliteit van de opleiding van de kandidaat geneesheren-specialisten centraal zal blijven staan. Die kwaliteit van de opleiding moet gegarandeerd worden, zowel voor de kandidaat-specialist als voor de burger en de organisatie van de Belgische gezondheidszorg.