SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4514 Schriftelijke vraag nr. 5-4514

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Gynécologues - Bébés nés avec une malformation - Poursuites rapides - Mesures Gynaecologen - Baby's geboren met een afwijking - Snelle vervolging - Maatregelen 
________________
gynécologie
maternité
handicapé
maladie congénitale
action en justice
médecin
erreur médicale
gynaecologie
moederschap
gehandicapte
aangeboren ziekte
rechtsingang
dokter
medische fout
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
14/3/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
14/3/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-1076 Réintroduction de : question écrite 5-1076
________ ________
Question n° 5-4514 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4514 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il semble presque automatique que les parents dont l'enfant présente une malformation, saisissent la justice. La Société royale belge de gynécologie et d'obstétrique parle d'une vraie chasse aux sorcières. Voici quelques semaines, un juge a accordé une indemnisation de 400.000 euros aux parents d'un enfant gravement handicapé. Le gynécologue n'avait pas remarqué la malformation, pas même après des examens spécifiques.

Personne ne condamne l'assertivité des parents qui vivent ces circonstances tragiques. Par ailleurs, on risque de voir apparaître des situations typiquement américaines, à savoir l'angoisse paralysante de médecins osant encore à peine faire leur travail face à la menace de procès et de poursuites.

Je souhaiterais recevoir une réponse aux questions suivantes.

1) Comment évaluez-vous cette situation ? Constatez-vous également une augmentation des instructions dans des matières médicales ? Combien de dossiers les services judiciaires ont-ils ouverts chaque année dans ce contexte depuis 2007 ? Quelle évolution remarque-t-on et comment l'expliquez-vous ?

2) Dans ces cas spécifiques, s'agit-il principalement d'erreurs médicales ou bien peut-on plutôt dire que les intéressés ont rejeté la responsabilité sur d'autres ? La science médicale n'offre-t-elle pas les possibilités suffisantes de détecter toutes les malformations éventuelles grâce aux examens prénatals ?

3) Les ministres de la Santé publique et de la Justice se sont-ils déjà concertés à ce sujet ? Ont-ils ensemble ou séparément déjà discuté de ce problème avec des représentants des médecins généralistes et spécialistes ? A-t-on élaboré un plan d'action pour éviter les actions précipitées en justice et a-t-on organisé une bonne information ? De quelle manière pensez-vous pouvoir mettre fin à cette évolution négative ?

 

Het lijkt bijna een automatisme dat ouders wiens baby een afwijking vertoont naar het gerecht stappen. De Koninklijke Belgische Vereniging voor verloskunde en gynaecologie gewaagt van een ware heksenjacht. Enkele weken geleden kende een rechter een schadevergoeding 400 000 euro toe aan de ouders van een zwaar gehandicapt kind. De gynaecoloog had de afwijking niet zien aankomen, ook niet na specifiek onderzoek.

Niemand veroordeelt de mondigheid van de ouders die in deze tragische omstandigheden verkeren. Anderzijds dreigen er wat genoegzaam als Amerikaanse toestanden wordt beschreven, namelijk een verlammende angst bij artsen die door de dreiging van rechtszaken en vervolgingen nog amper hun werk durven te doen.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen:

1) Hoe evalueert u deze evolutie? Stelt u ook een toename vast van gerechtelijke onderzoeken in medische aangelegenheden? Hoeveel dossiers werden er in deze context jaarlijks, sinds 2007, bij de gerechtelijke diensten opgestart? Welke evolutie is merkbaar en hoe duidt u deze?

2) Gaat het in deze specifieke gevallen primair over medische fouten of is er eerder sprake van het afschuiven van verantwoordelijkheid door de verschillende betrokkenen? Of biedt de medische wetenschap onvoldoende mogelijkheden om via prenataal onderzoek alle mogelijke afwijkingen op te sporen?

3) Hebben de geachte ministers van Volksgezondheid en Justitie hierover al overlegd? Hebben ze samen of afzonderlijk deze zaak al besproken met vertegenwoordigers van artsen en specialisten? Werd er een actieplan opgesteld om een te snelle rechtsgang te voorkomen en tevens een goede voorlichting georganiseerd? Op welke wijze ziet u deze slechte evolutie stoppen?

 
Réponse reçue le 14 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 14 maart 2012 :

Une meilleure indemnisation des victimes d’erreurs et d’accidents médicaux a constitué une des priorités de mon mandat sous la précédente législature, et l’est resté sous celle-ci.

Cet engagement a pu aboutir à l’adoption par le Parlement de la loi du 31 mars 2010 relative à l’indemnisation de dommages résultant de soins de santé. Celle-ci consacre un système ‘« à deux voies », c'est-à-dire dans lequel la victime a toujours le choix de s’adresser soit au Fonds, soit aux cours et tribunaux pour obtenir une indemnisation, et ce en s’appuyant essentiellement sur les règles classiques de la responsabilité. Parallèlement, la loi organise un système d’indemnisation spécifique pour ce qui concerne ce que l’on appelle les accidents médicaux sans responsabilité, indemnisation qui est à charge de l’État.

Un des objectifs de la loi est précisément d’éviter le développement de pratiques de médecine défensives auxquelles vous faites allusion dans votre question.

Par ailleurs, une des missions du Fonds sera d’établir des statistiques fiables et exhaustives en matière d’accidents médicaux, dès lors que de telles statistiques n’existent pas à l’heure actuelle.

Tout est fait depuis l’adoption de la loi pour que celle-ci puisse entrer en vigueur au plus vite, mais la chute du gouvernement et la période prolongée d’affaires courantes a malheureusement eu un impact sur la mise en œuvre du Fonds des accidents médicaux.

J’ai chargé l’Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) de prendre les mesures nécessaires en vue de rendre le Fonds opérationnel d’ici au mois de juillet 2012. J’ajoute par ailleurs qu’afin de ne pas pénaliser les citoyens d’un éventuel retard dans la mise en œuvre du Fonds, la loi prévoit qu’elle s’applique à tous les dommages causés par un fait postérieur à sa publication au Moniteur belge, intervenue le 2 avril 2010. Ainsi, même si les victimes ne peuvent pas aujourd’hui introduire physiquement et formellement une demande, leur droit est néanmoins garanti par la loi depuis sa publication au Moniteur belge.

En ce qui concerne cette fois la question posée par les récentes décisions de justice relatives à la naissance d’un enfant avec un handicap, je pense qu’un débat spécifique pourrait être mené à ce sujet, qui pose bien évidemment des questions éthiques et philosophiques qui dépassent le cadre du seul droit de la responsabilité et de l’indemnisation des dommages médicaux.

Je rappelle à cet égard que le Sénat a souvent joué un rôle majeur dans l’établissement de cadres normatifs dans de telles questions éthiques.

Een betere schadeloosstelling van slachtoffers van medische fouten en ongevallen was één van de prioriteiten van mijn mandaat in de vorige legislatuur, en dat is in de huidige legislatuur zo gebleven.

Dit engagement heeft ertoe kunnen leiden dat het parlement de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg goedkeurde. Deze wet handhaaft een "tweesporensysteem", waarbij het slachtoffer altijd de keuze heeft om zich ofwel tot het Fonds te richten, ofwel op de hoven en rechtbanken een beroep te doen om een schadeloosstelling te krijgen, en dit door zich voornamelijk op de klassieke aansprakelijkheidsregels te steunen. Daarnaast regelt de wet een specifieke vergoeding voor de zogenoemde medische ongevallen zonder aansprakelijkheid, waarbij de schadevergoeding ten laste van de staat valt.

Eén van de doelstellingen van de wet is precies om te vermijden dat er zich defensieve geneeskundige praktijken ontwikkelen, waarop u in uw vraag alludeert.

Een van de opdrachten van het Fonds zal er overigens uit bestaan om betrouwbare en exhaustieve statistieken van medische ongevallen op te maken, aangezien dergelijke statistieken momenteel ontbreken.

Sinds de goedkeuring van de wet is er alles aan gedaan om haar zo snel mogelijk van kracht te laten worden, maar de val van de regering en de lange periode van lopende zaken hebben helaas een weerslag gehad op de inwerkingtreding van het Fonds voor de medische ongevallen.

Ik heb het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) opgedragen om de nodige maatregelen te treffen om het Fonds tegen juli 2012 operationeel te maken. Ik voeg daar trouwens aan toe dat, om de burgers niet te straffen voor de eventuele vertraging in de werking van het Fonds, de wet bepaalt dat ze van toepassing is voor alle schade veroorzaakt door een feit ná haar verschijnen in het Belgisch Staatsblad op 2 april 2010. Op die manier waarborgt de wet vanaf haar publicatie de rechten van de slachtoffers, zelfs als die vandaag nog geen feitelijke en formele aanvraag kunnen indienen.

Met betrekking nu tot de vraag over de recente rechterlijke beslissingen rond de geboorte van een kind met een handicap, denk ik dat we daarover een specifiek debat zouden kunnen voeren, want er rijzen natuurlijk ethische en filosofische vragen die het loutere kader van het aansprakelijkheidsrecht en de vergoeding van medische schade overstijgen.

In dat verband herinner ik eraan dat de Senaat in het verleden dikwijls een belangrijke rol heeft gespeeld om voor dergelijke ethische kwesties een regelgevend kader te scheppen.