SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
1 décembre 2011 1 december 2011
________________
Question écrite n° 5-3856 Schriftelijke vraag nr. 5-3856

de Karl Vanlouwe (N-VA)

van Karl Vanlouwe (N-VA)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
L'enquête disciplinaire relative à l'ancien ambassadeur à Paris Het tuchtonderzoek naar de voormalige ambassadeur in Parijs 
________________
profession diplomatique
France
procédure disciplinaire
poursuite judiciaire
personeel in diplomatieke dienst
Frankrijk
tuchtprocedure
gerechtelijke vervolging
________ ________
1/12/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
1/12/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1408
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4311
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1408
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4311
________ ________
Question n° 5-3856 du 1 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3856 d.d. 1 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vous n'ignorez pas qu'en octobre 2007 un terme a été mis à la mission de l'ambassadeur de Belgique à Paris et qu'il a été relevé de ses fonctions. Le porte-parole des Affaires étrangères avait alors déclaré que la mesure avait été prise dans l'intérêt du service et dans l'intérêt de l'intéressé qui ne pouvait plus fonctionner.

L'intéressé est soupçonné de faux en écriture. Une demande d'un prêt de 75 000 euros aurait été introduite. Y aurait été jointe un document portant une signature falsifiée de celui qui présidait à l'époque le Comité de direction des Affaires étrangères. Un organisme bancaire aurait demandé au département de vérifier l'authenticité du document. En outre, la banque aurait avisé le Service public fédéral Affaires étrangères du découvert du compte de l'ambassade.

Bien qu'on ait dit à l'époque que le diplomate avait été relevé de ses fonctions à Paris et rappelé en Belgique, il est apparu qu'il était néanmoins resté à Paris. En mai 2008, on a constaté qu'il était impliqué dans des infractions pénales. Il aurait continué à faire usage de sa plaque diplomatique bien qu'il n'y eût plus droit. C'est ainsi qu'ayant emprunté un sens interdit, il a essayé d'esquiver le contrôle de la police française et s'est enfui au volant de sa voiture, laquelle a finalement été bloquée par les policiers.

Il a de plus refusé de coopérer avec la police et a prétendu jouir de l'immunité diplomatique. Comme il avait été relevé de ses fonctions, on a quand même décidé de le fouiller, ainsi que sa voiture. Une quantité de cocaïne aurait été découverte.

La justice française s'est prononcée en novembre 2009 et a condamné l'ancien ambassadeur de Belgique en France à trois mois d'emprisonnement avec sursis. La justice française n'a pas accordé foi à l'argumentation selon laquelle l'intéressé avait été victime d'un complot.

En Belgique, le volet judiciaire de l'affaire n'est pas encore clos. On m'a déjà répondu que le SPF Affaires étrangères s'est constitué partie civile et suit l'affaire de près. Le parquet aurait fixé l'affaire devant la chambre du conseil pour décembre 2010, en vue de régler la procédure et demander le renvoi devant le tribunal correctionnel. Toutefois, la chambre du conseil a accédé à la demande de devoirs d'enquête complémentaire déposée par la défense, et l'affaire a été renvoyée sine die.

Voici mes questions au ministre :

1. Où en est l'enquête disciplinaire visant l'ancien ambassadeur de Belgique à Paris ?

2. Depuis son rappel de Paris le 1er octobre 2007, quelle(s) fonction(s) l'intéressé a-t-il exercée(s) au SPF Affaires étrangères ?

3. Quel a été le préjudice subi par l'État belge (SPF Affaires étrangères) dans cette affaire et pour quel montant la Belgique s'est-elle constituée partie civile dans les deux procédures pénales, naguère en France et actuellement en Belgique ?

 

Zoals u weet werd in oktober 2007 een einde gesteld aan de opdracht van de toenmalige Belgische ambassadeur in Parijs. Hij werd van zijn opdracht ontheven. De woordvoerder van Buitenlandse zaken verklaarde destijds dat "de maatregel genomen werd in het belang van de dienst en in het belang van de betrokkene omdat die niet meer kan functioneren."

Er bestaat een vermoeden van schriftvervalsing in hoofde van de betrokkene. Zo zou een aanvraag voor een lening van 75.000 euro zijn ingediend. Hierbij zou een document zijn toegevoegd met een vervalste handtekening van de toenmalige voorzitter van de directieraad van Buitenlandse Zaken. Het departement zou door een bankinstelling gevraagd zijn om de authenticiteit van een document na te trekken. Bovendien zou de bank de Federale Overheidsdienst Buitenlandse zaken op de hoogte hebben gebracht van het negatieve banksaldo van de ambassade.

Alhoewel er naar aanleiding van deze feiten sprake was van ontheffing van zijn functie in Parijs en een terugroeping naar België, bleek dat de betrokken diplomaat toch in Parijs bleef. In mei 2008 bleek dat hij betrokken was bij strafrechtelijke feiten. Niettegenstaande het feit dat hij geen recht meer had op een diplomatieke nummerplaat bleek de diplomaat deze nog steeds te gebruiken. Zo werd hij onder meer tegengehouden door de Franse politie nadat hij de verkeerde richting van een eenrichtingsstraat inreed. De betrokkene probeerde zelfs de controle te ontwijken en vluchtte weg met zijn wagen. De Belgische diplomaat werd uiteindelijk door de politie klem gereden.

Bovendien weigerde hij medewerking met de politie en beweerde hij te genieten van diplomatieke onschendbaarheid. Aangezien de gewezen ambassadeur ontheven was van zijn opdracht, werd alsnog overgegaan tot fouillering van hemzelf en van zijn wagen. Hierbij zou een hoeveelheid cocaïne gevonden zijn.

De Franse justitie heeft in november 2009 reeds uitspraak gedaan over deze strafrechtelijke feiten en de voormalige ambassadeur van België in Frankrijk veroordeeld tot drie maanden cel met uitstel. Door de Franse justitie werd alvast geen geloof gehecht aan de argumentatie dat de betrokkene het slachtoffer was van een complot.

Het Belgische justitie-luik is echter nog steeds niet voleindigd. Reeds eerder werd geantwoord dat de FOD Buitenlandse Zaken zich burgerlijk partij heeft gesteld en de zaak opvolgt. Het Parket zou reeds in december 2010 de zaak hebben vastgesteld voor de Raadkamer voor regeling der rechtspleging en bijgevolg de verwijzing vragen naar de Correctionele rechtbank. De Raadkamer heeft toen echter gevolg gegeven aan de vraag van de verdediging voor aanvullend onderzoek, waardoor de zaak sine die werd uitgesteld.

Mijn vragen aan de geachte minister zijn dan ook de volgende :

1/ Wat is de stand van zaken van het tuchtrechtelijke onderzoek naar de gewezen ambassadeur van België in Parijs ?

2/ Welke functie of functies werden door de betrokkene uitgeoefend binnen de FOD Buitenlandse Zaken sinds zijn terugroeping uit Parijs op 1 oktober 2007 ?

3/ Welke schade heeft de Belgische Staat (FOD Buitenlandse Zaken) geleden door deze affaire en voor welk bedrag heeft België zich burgerlijk partij gesteld zowel in de strafrechtelijke procedure destijds in Frankrijk als in de lopende strafrechtelijke procedure in België ?