SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
24 novembre 2010 24 november 2010
________________
Question écrite n° 5-385 Schriftelijke vraag nr. 5-385

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Mères porteuses - Nationalité Draagmoeders - Nationaliteit 
________________
mère porteuse
procréation artificielle
nationalité
draagmoeder
kunstmatige voortplanting
nationaliteit
________ ________
24/11/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
24/11/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4239 Réintroduite comme : question écrite 5-4239
________ ________
Question n° 5-385 du 24 novembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-385 d.d. 24 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La question de la maternité de substitution est une donnée qui dépasse les frontières des pays. En outre, la législation diffère substantiellement d'un État à l'autre. Alors que cette pratique est autorisée au Royaume-Uni, en Russie et en Ukraine, elle est absolument interdite en France et en Allemagne. Dans notre pays et aux Pays-Bas, elle est tolérée. Le vide juridique en Belgique combiné à notre rôle de pionnier en matière de traitement FIV/ICSI (injection intracytoplasmique d'un spermatozoïde) peut donc logiquement mener à un tourisme procréatif belge. Il n'existe toujours pas de conditions de nationalité concernant la procréation médicalement assistée. La maternité de substitution doit être prise ici au sens large à savoir qu'une mère porteuse porte l'enfant d'un ou deux parents demandeurs en vue de le céder aux parents demandeurs.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Combien de demandes d'autorisation d'un traitement en vue d'une maternité de substitution pour lesquelles la candidate mère porteuse ne possédait pas la nationalité belge les centres de fécondation belges ont-ils reçues ces neuf dernières années ? Quelle était la nationalité de ces candidates mères porteuses ? Pour combien de ces demandes un avis positif a-t-il été émis et la maternité de substitution a-t-elle été autorisée ? Quelle était la nationalité des candidates mères porteuses ?

2) Quels centres de fécondation ont-ils le plus souvent reçu des demandes de candidates mères porteuses qui n'avaient pas la nationalité belge ?

3) Y a-t-il des centres de fécondation qui émettent plus souvent que d'autres un avis positif lorsque la mère porteuse n'a pas la nationalité belge ? Quels centres de fécondation émettent-ils le plus souvent un avis positif ? Pour quel pourcentage des demandes de candidates mères porteuses qui n'ont pas la nationalité belge ces centres de fécondation émettent-ils un avis positif ?

 

De kwestie van het draagmoederschap is een gegeven dat de landsgrenzen overstijgt. Bovendien verschilt de wetgeving wezenlijk van land tot land. Terwijl deze praktijk toegelaten is in het Verenigd Koninkrijk, Rusland en Oekraïne, is ze absoluut verboden in Frankrijk en Duitsland. In ons land en in Nederland wordt ze gedoogd. Het juridische vacuüm in België, gecombineerd met onze voortrekkersrol inzake IVF / ISCI behandelingen, kan dus logischerwijze leiden tot een Belgisch voortplantingstoerisme. Er bestaan nog altijd geen nationaliteitsvereisten met betrekking tot de medisch geassisteerde voortplanting. Het draagmoederschap wordt hier verstaan in de brede zin van het woord, namelijk als de praktijk waarbij een draagmoeder het kind draagt van een of twee wensouders, met het doel het af te staan aan de wensouders.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel aanvragen kregen de Belgische fertiliteitscentra in de afgelopen negen jaar om een behandeling tot draagmoederschap toe te staan, waarbij de kandidaat-draagmoeder de Belgische nationaliteit niet bezat? Welke nationaliteit bezaten die kandidaat-draagmoeders? Voor hoeveel van die aanvragen werd een positief advies verstrekt en het draagmoederschap toegestaan? Welke nationaliteit bezaten de aspirant-draagmoeders?

2) Welke fertiliteitscentra kregen het vaakst aanvragen van kandidaat-draagmoeders die de Belgische nationaliteit niet bezaten?

3) Zijn er bepaalde fertiliteitscentra die vaker een positief advies verstrekken dan andere wanneer de draagmoeder de Belgische nationaliteit niet bezit? Welke fertiliteitscentra verstrekken het vaakst een positief advies? Voor welk percentage van de aanvragen door kandidaat-draagmoeders die de Belgische nationaliteit niet bezitten, verstrekken die fertiliteitscentra een positief advies?