SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
24 novembre 2010 24 november 2010
________________
Question écrite n° 5-384 Schriftelijke vraag nr. 5-384

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Grossesse de substitution - Lien de parenté entre la mère porteuse et la mère demanderesse - Nombre de demandes - Nombre d'avis positifs Draagmoederschap - Verwantschap tussen de draagmoeder en de wensmoeder - Aantal aanvragen - Aantal positieve adviezen 
________________
mère porteuse
parenté
procréation artificielle
statistique officielle
draagmoeder
verwantschap
kunstmatige voortplanting
officiële statistiek
________ ________
24/11/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
24/11/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4238 Réintroduite comme : question écrite 5-4238
________ ________
Question n° 5-384 du 24 novembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-384 d.d. 24 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 2 octobre 2010, l'Ordre des médecins a rendu un avis à propos de la grossesse de substitution. Dans cet avis, l'ordre se limite à émettre “quelques recommandations déontologiques fondamentales à l'intention des médecins impliqués dans cette pratique.” À ce jour, il n'existe toutefois aucune information au sujet du lien entre la candidate mère porteuse et la demanderesse. On peut donc légitimement s'interroger sur le lien entre la candidate mère porteuse et la demanderesse. Il ressort toutefois d'études récentes qu'en pratique, le lien entre la mère porteuse et la demanderesse est un lien de parenté, dans le cerce familial. Le terme grossesse de substitution doit être compris ici au sens large, à savoir la pratique selon laquelle une mère porteuse porte l'enfant d'un ou deux parents demandeurs dans le but d'en faire don aux parents demandeurs.

Je souhaite une réponse aux questions suivantes.

1) Dans le cadre d'une demande de grossesse de substitution, combien de fois la mère de la demanderesse était-elle la candidate mère porteuse? Combien de ces demandes ont-elles reçu un avis positif du Centre de fécondation?

2) Dans le cadre d'une demande de grossesse de substitution, combien de fois la sœur de la demanderesse était-elle la candidate mère porteuse? Combien de ces demandes ont-elles reçu un avis positif du Centre de fécondation?

3) Dans le cadre d'une demande de grossesse de substitution, combien de fois la belle-sœur de la demanderesse était-elle la candidate mère porteuse? Parmi ces demandes, combien ont-elles reçu un avis positif du Centre de fécondation?

4) Dans le cadre d'une demande de grossesse de substitution, combien de fois une cousine de la demanderesse était-elle la candidate mère porteuse? Combien de ces demandes ont-elles reçu un avis positif du Centre de fécondation?

5) Dans le cadre d'une demande de grossesse de substitution, combien de fois une « excellente amie » de la demanderesse était-elle la candidate mère porteuse? Combien de ces demandes ont-elles reçu un avis positif du Centre de fécondation?

6) Dans le cadre d'une demande de grossesse de substitution, combien de fois une femme inconnue de la demanderesse était-elle la candidate mère porteuse? Combien de ces demandes ont-elles reçu un avis positif du Centre de fécondation?

 

Op 2 oktober 2010 gaf de Orde der Geneesheren een advies over het draagmoederschap. In dat advies beperkt de Orde zich tot "enkele fundamentele deontologische aanbevelingen voor de artsen die bij deze praktijk betrokken zijn". Tot op heden bestaat er echter geen informatie over de band die de kandidaat-draagmoeder heeft met de wensmoeder. Men kan zich bijgevolg legitiem afvragen welke verwantschap er is tussen de kandidaat-draagmoeder en de wensmoeder. Uit recent onderzoek blijkt weliswaar dat de verwantschap tussen de draagmoeder en de wensmoeder zich in de praktijk in de familiale kring bevindt. Draagmoederschap wordt hier verstaan in de brede zin van het woord, namelijk als de praktijk waarbij een draagmoeder het kind draagt van een of twee wensouders, met het doel het af te staan aan de wensouders.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In het kader van een aanvraag tot draagmoederschap, hoeveel keer was de moeder van de wensmoeder de kandidaat-draagmoeder? Voor hoeveel van die aanvragen gaf het fertiliteitscentrum een positief advies?

2) In het kader van een aanvraag tot draagmoederschap, hoeveel keer was de zus van de wensmoeder de kandidaat-draagmoeder? Voor hoeveel van die aanvragen gaf het fertiliteitscentrum een positief advies?

3) In het kader van een aanvraag tot draagmoederschap, hoeveel keer was de schoonzus van de wensmoeder de kandidaat-draagmoeder? Voor hoeveel van die aanvragen gaf het fertiliteitscentrum een positief advies?

4) In het kader van een aanvraag tot draagmoederschap, hoeveel keer was de nicht van de wensmoeder de kandidaat-draagmoeder? Voor hoeveel van die aanvragen gaf het fertiliteitscentrum een positief advies?

5) In het kader van een aanvraag tot draagmoederschap, hoeveel keer was "een zeer goede vriendin" van de wensmoeder de kandidaat-draagmoeder? Voor hoeveel van die aanvragen gaf het fertiliteitscentrum een positief advies?

6) In het kader van een aanvraag tot draagmoederschap, hoeveel keer was een voor de wensmoeder onbekende vrouw de kandidaat-draagmoeder? Voor hoeveel van die aanvragen gaf het fertiliteitscentrum een positief advies?