SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
16 novembre 2011 16 november 2011
________________
Question écrite n° 5-3735 Schriftelijke vraag nr. 5-3735

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid
________________
Etat de santé - Travailleurs plus âgés - Travailleurs peu qualifiés - Travailleuses - Maladies chroniques invalidantes - Prépensions - Allocations Gezondheidstoestand - Oudere werknemers - Laaggeschoolde werknemers - Vrouwelijke werknemers - Invaliderende chronische ziektes - Brugpensioenen - Uitkeringen 
________________
travailleur âgé
travailleur pauvre
travailleur manuel
maladie chronique
assurance maladie
retraite anticipée
oudere werknemer
werkende armen
handarbeider
chronische ziekte
ziekteverzekering
vervroegd pensioen
________ ________
16/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
16/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-3734
Réintroduite comme : question écrite 5-4892
Aussi posée à : question écrite 5-3734
Réintroduite comme : question écrite 5-4892
________ ________
Question n° 5-3735 du 16 novembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3735 d.d. 16 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une étude récente de Médecine pour le peuple (MPLP) réalisée sur son propre fichier de patients (n=2.291) montre que 72 % des personnes âgées de 55 à 65 ans souffrent au minimum d'une maladie chronique invalidante. L'étude associe cette information alarmante aux conséquences du travail répétitif, à la dépression et au burn-out. À cet égard, les mauvais résultats des femmes sont frappants. Le chercheur aboutit à la conclusion inquiétante que chez les femmes peu qualifiées, l'espérance de vie en bonne santé est même inférieure à l'âge de la pension.

Certes, cette étude est basée sur le fichier de patients de MPLP, avec une sur-représentation de personnes peu qualifiées et relativement pauvres. Cependant, cela ne relativise en rien les conclusions de cette étude au sujet de ce groupe déjà fragilisés à divers points de vue.

Voici mes questions.

1) La ministre est-elle d'accord avec les conclusions de l'étude de Médecine pour le peuple dont il ressort que les travailleurs plus âgés appartenant au groupe cible de personnes peu qualifiées et surtout pauvres sont en nettement moins bonne santé et souffrent, entre autres, de maladies chroniques invalidantes et d'affections de nature psychosomatique ?

2) Estime-telle que des systèmes de prépension constituent une solution nécessaire voire prioritaire aux sérieux problèmes de ces travailleurs plus âgés ou considère-t-elle que les systèmes d'allocations maladie-invalidité doivent s'appliquer dans de tels cas et que la prépension n'est pas la solution appropriée?

3) Juge-t-elle les systèmes d'allocations maladie-invalidité existants suffisamment performants pour répondre à cette grave problématique? Dans l'affirmative, sur la base de quels arguments? Dans la négative, quelle solution de rechange propose-t-elle?

 

Een recente studie van Geneeskunde voor het Volk (GHVH), uitgevoerd bij het eigen patiëntenbestand (n = 2.291), wijst uit dat 72 % van de 55 tot 65-jarigen lijdt aan minstens één invaliderende chronische ziekte. De studie koppelt dit alarmerende bericht aan de consequenties van repetitieve arbeid, depressie en burn-outs. De slechte score van vrouwen valt daarbij op. De onderzoeker trekt een beangstigende conclusie "Bij laaggeschoolde vrouwen ligt de levensverwachting in goede gezondheid zelfs lager dan de pensioenleeftijd".

Uiteraard baseerde dit onderzoek zich op het patiëntenbestand van GVHV, waarbij een oververtegenwoordiging van laaggeschoolde en relatief arme mensen. Dit relativeert echter geenszins de conclusies van dit onderzoek bij deze reeds in zoveel andere aspecten kwetsbare groep.

Hierover de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister de conclusies van het onderzoek van Geneeskunde voor het Volk, waaruit blijkt dat oudere werknemers uit de doelgroep van laaggeschoolde en vooral arme mensen, in een substantieel en significant mindere gezondheid vertoeven, met onder andere invaliderende chronische ziekten en aandoeningen van psychosomatische aard?

2) Vindt zij de noodzakelijk en zelfs prioritaire oplossing voor de ernstige problemen van deze oudere werknemers in systemen van brugpensioenen of oordeelt zij dat in deze gevallen de systemen van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen moeten werken en dat brugpensioen hier geen aangewezen remedie mag en kan zijn?

3) Beoordeelt zij de bestaande systemen van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen als voldoende performant om deze ernstige problematiek te beantwoorden? Zo ja, op basis van welke argumenten? Zo niet, wat stelt zij voor als alternatief?