SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
10 novembre 2011 10 november 2011
________________
Question écrite n° 5-3665 Schriftelijke vraag nr. 5-3665

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Ecart salarial - Inflation - Indexation - Hausse des salaires - Indice salarial - Proportion des coûts énergétiques Loonkloof - Inflatie - Indexering - Stijgende lonen - Loonindex - Aandeel van de energiekosten 
________________
égalité de rémunération
indexation des salaires
inflation
prix de l'énergie
gelijkheid van beloning
loonindexering
inflatie
energieprijs
________ ________
10/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
10/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4881 Réintroduite comme : question écrite 5-4881
________ ________
Question n° 5-3665 du 10 novembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3665 d.d. 10 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans son dernier rapport, le Conseil central de l'économie (CCE) chiffre à 4,6 % l'écart salarial entre la Belgique et les pays voisins. Cela signifie que depuis 1996, la hausse des salaires belges a excédé de 4,6 % celle des salaires des pays voisins. L'application de la norme salariale permettrait de combler cet écart mais l'aggravation de l'inflation a entraîné une succession d'indexations, creusant encore l'écart salarial.

Simultanément, toutes les sources confirment que les prix énergétiques de notre pays, soit les prix de l'électricité et du gaz, comptent parmi les plus élevés d'Europe. Ils constituent des indicateurs importants pour la détermination du pouvoir d'achat et revêtent donc une importance significative pour la détermination de l'indice salarial.

Voici mes questions à ce sujet.

1) Le ministre reconnaît-il que le prix de l'énergie constitue un indicateur important pour la détermination de l'indice des prix ? Quelle est l'incidence de ces coûts ?

2) Dans quelle mesure l'augmentation de l'écart salarial entre la Belgique et les pays voisins résulte-t-elle de la hausse des coûts énergétiques dans notre pays ?

3) Quel serait l'écart salarial si l'on ramenait les prix de l'énergie au niveau de ceux des pays voisins, autrement dit, quelle serait l'incidence sur le pourcentage actuel de 4,6 % ?

 

Het laatste rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) becijferde dat de loonkloof van België ten opzichte van de buurlanden, opliep tot 4,6 %. Dit betekent dat de Belgische lonen in vergelijking tot de toestand in 1996, en dus sinds die tijd, met 4,6 % meer stegen dan in de buurlanden. Dit verschil zou worden bedwongen door de toepassing van de loonnorm, maar de woekerende inflatie veroorzaakte een cumul aan indexeringen. Daardoor zou de loonkloof toch weer toenemen.

Tegelijkertijd bevestigen alle bronnen dat de kost aan energie, dus elektriciteit en gas, in ons land tot de hoogste van Europa behoren. Deze kosten vormen belangrijke indicatoren bij het bepalen van de koopkracht en zijn dus van significant belang voor de berekening van de loonindex.

Hierover de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister dat de energiekost een belangrijke indicator vormt bij de bepaling van de index? In welke mate zijn deze kosten doorslaggevend?

2) In welke mate wordt de toename van de loonkloof tussen België en de buurlanden bepaald door de hogere kosten voor energie in ons land?

3) Hoe groot zou de loonkloof zijn moest men de energiekosten op het niveau van de buurlanden brengen, dus hoe zou het huidige percentage van 4,6 daardoor worden beïnvloed?