SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
27 octobre 2011 27 oktober 2011
________________
Question écrite n° 5-3603 Schriftelijke vraag nr. 5-3603

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Israël - Palestine - Hamas - Échange de prisonniers - Gilad Shalit - Mineurs - Enfants - Unicef - Quatrième Convention de Genève Israël - Palestina - Hamas - Gevangenenruil - Gilad Shalit - Minderjarigen - Kinderen - Unicef - Vierde Geneefse Conventie 
________________
Israël
question de la Palestine
Palestine
emprisonnement
enfant
Unicef
droit international humanitaire
Israël
Palestijnse kwestie
Palestina
gevangenisstraf
kind
Unicef
internationaal humanitair recht
________ ________
27/10/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
27/10/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4603 Réintroduite comme : question écrite 5-4603
________ ________
Question n° 5-3603 du 27 octobre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3603 d.d. 27 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 18 octobre 2011, le soldat israélien, Gilad Shalit, a été libéré par le mouvement palestinien Hamas, après plus de cinq années de détention, en échange de la libération de 1027 Palestiniens. Dans une première phase, 477 détenus ont été libérés ce mardi 18 octobre, les 550 autres devant retrouver la liberté dans un délai de deux mois.

Parmi ces 477 détenus ne figure cependant aucun mineur alors que 164 enfants palestiniens seraient actuellement enfermés dans les geôles israéliennes. La plupart d'entre eux ont été condamnés pour avoir lancé des pierres. Il n'est pas certain que des enfants fassent partie des détenus qui seront libérés prochainement à la suite de l'échange de prisonniers. L'Unicef et de nombreuses autres organisations internationales de défense des droits de l'homme ont aussitôt lancé un appel pour que les enfants incarcérés puissent bénéficier de l'application de l'accord.

Voici mes questions à ce sujet.

1) Le ministre est-il conscient de la présence de mineurs dans les prisons israéliennes ? Soutient-il l'appel lancé par l'Unicef pour que ces mineurs bénéficient de l'échange de prisonniers ? Est-il prêt à interpeller les autorités israéliennes à ce sujet ?

2) Estime-t-il normal que deux systèmes juridiques coexistent sur la rive occidentale du Jourdain, les jeunes Palestiniens étant soumis au droit militaire israélien et les colons israéliens au droit civil israélien ? Est-il normal à ses yeux que les enfants palestiniens jouissent de ce fait de beaucoup moins de droits que les enfants des colons israéliens (comme la présence d'un avocat ou d'un parent lors de l'interrogatoire) ? Est-il conscient que le transfèrement d'une partie de ces enfants dans des prisons situées sur le territoire israélien est contraire à la Quatrième Convention de Genève et revient en pratique à les couper totalement de leur famille ? En a-t-il déjà discuté avec les autorités israéliennes ?

 

Na ruim 5 jaar is de Israëlische militair Gilad Shalit op 18 oktober 2011 vrijgelaten door de Palestijnse Hamas-beweging in ruil voor de vrijlating van 1.027 Palestijnen. In een eerste stap werden dinsdag 477 gedetineerden vrijgelaten. De overige 550 Palestijnen zouden binnen de twee maanden vrijkomen.

Onder die eerste 477 gedetineerden bevonden zich echter geen minderjarigen. Momenteel zouden er zich 164 Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen bevinden. De meeste zijn veroordeeld voor het gooien van stenen. Het is niet duidelijk of er kinderen deze keer zullen vrijkomen als gevolg van de uitwisseling. Unicef samen met vele andere internationale mensenrechtenorganisaties riepen dan ook prompt op om deze gevangen kinderen te betrekken bij de overeenkomst.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de geachte minister zich bewust van de aanwezigheid van minderjarigen in de Israëlische gevangenissen? Ondersteunt hij de vraag van Unicef om deze minderjarigen te betrekken in de gevangenenruil? Is hij bereid om de Israëlische autoriteiten hierop aan te spreken?

2) Vindt hij het normaal dat er twee juridische systemen bestaan op de Westelijke Jordaanoever waarbij de Palestijnse jongeren onder het Israëlische militaire recht vallen en de Israëlische kolonisten onder het burgerlijke Israëlische recht? Vindt hij het normaal dat als gevolg hiervan Palestijnse kinderen heel wat minder rechten genieten dan kinderen van Israëlische kolonisten (zoals de aanwezigheid van een advocaat of ouder bij het verhoor)? Is hij zich bewust dat de overplaatsing van een deel van deze kinderen naar gevangenissen op Israëlisch grondgebied in strijd is met de vierde Geneefse Conventie en dat dit er in de praktijk ertoe leidt dat deze kinderen volledig worden afgesloten van hun familie? Heeft hij Israël hierop al aangesproken?