SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
24 octobre 2011 24 oktober 2011
________________
Question écrite n° 5-3556 Schriftelijke vraag nr. 5-3556

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Dossier Bande de Nivelles - Prescription - Crime contre l'humanité Zaak Bende van Nijvel - Verjaring - Misdaad tegen de mensheid 
________________
crime contre les personnes
criminalité organisée
crime contre l'humanité
prescription d'action
misdaad tegen de personen
georganiseerde misdaad
misdaad tegen de menselijkheid
verjaring van de vordering
________ ________
24/10/2011Verzending vraag
2/12/2011Antwoord
24/10/2011Verzending vraag
2/12/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-3556 du 24 octobre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3556 d.d. 24 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Procureur du Roi de Charleroi a proposé de considérer les actes commis par la Bande de Nivelles comme crimes contre l'humanité. On peut ainsi éviter une prescription imminente. Pour le moment, la date de clôture des actes d'instruction tombe le 10 novembre 2015. Cela signifierait que l'instruction s'arrête en grande partie. En réalité, ces faits étaient déjà prescrits en 2005, à savoir vingt ans après la dernière attaque. On a obtenu une prolongation du délai, mais selon le procureur, cela ne suffira pas. Modifier la qualification en crimes contre l'humanité porte le délai de prescription à quarante ans, soit jusqu'en 2025.

1) Le ministre approuve-t-il et soutient-il la proposition du procureur de Charleroi visant à considérer les faits commis par la Bande de Nivelles comme des crimes contre l'humanité afin de prolonger le délai de prescription jusqu'en 2025 ?

2) A-t-il donné ordre de tout préparer afin que le nouveau gouvernement puisse prendre cette décision à court terme, sans délai ?

 

De procureur des Konings van Charleroi stelde voor om de daden van de Bende van Nijvel te beschouwen als misdaden tegen de mensheid. Daardoor kan een nakende verjaring worden voorkomen. Momenteel vormt 10 november 2015 het eindpunt voor de onderzoeksdaden. Dit zou betekenen dat het onderzoek grotendeels stilvalt. Eigenlijk zijn deze feiten al in 2005 verjaard, namelijk twintig jaar na de laatste overval. Er werd een verlenging van termijn bekomen, maar ook deze zal, volgens de procureur, niet volstaan. Een wijziging naar misdaden tegen de mensheid brengt de verjaringstermijn op veertig jaar, dus 2025.

1) Beaamt en verdedigt de geachte minister het voorstel van de procureur van Charleroi om de feiten rond de Bende van Nijvel te beschouwen als misdaden tegen de mensheid teneinde de verjaringstermijn te verlengen tot 2025?

2) Heeft hij opdracht gegeven om alles hieromtrent voor te bereiden zodat de nieuwe regering op korte termijn, zonder verwijl, deze beslissing kan nemen?

 
Réponse reçue le 2 décembre 2011 : Antwoord ontvangen op 2 december 2011 :

1. et 2. Monsieur De Valkeneer n'a pas suggéré que les actes commis par la Bande de Nivelles devraient être considérés comme crimes contre l'humanité. Il doutait lui-même que cela soit possible d'un point de vue juridique.

Les gros titres de « La Dernière Heure » et des autres journaux ne reflètent donc pas sa pensée.

D'après l'explication qu'il m'a fournie, Monsieur De Valkeneer souhaitait plutôt donner un signal quant au fait que la prescription du dossier de la Bande de Nivelles rapproche. Dans l'état actuel des choses, l'affaire sera prescrite le 10 novembre 2015, c'est-à-dire dans quatre ans.

Un choix politique devra donc être opéré : est-on prêt à clôturer cette affaire en raison de la prescription ou veut-on prolonger le délai de prescription ?

Un délai de quatre ans est à la fois court et long. Il ne faut pas uniquement tenir comte du temps nécessaire pour rassembler suffisamment d'éléments de preuve mais également du temps nécessaire à la tenue du procès, ce qui durera des mois. Il ne m'appartient pas d'avancer une date précise, mais il me paraît raisonnable que le procès débute avant la fin de cette législature.

Pour autant que je sois informé, il n'y a, à ce jour, pas d'éléments suffisants pour identifier l'un des auteurs, disons pour poursuivre quelqu'un.

Les juges d'instruction et leurs enquêteurs continuent à travailler sans relâche dans ce dossier et passent au crible toutes les pistes potentielles.

Il est exclu de prolonger le délai de prescription pour une affaire déterminée.

Si l'on veut empêcher la prescription du dossier de la « Bande de Nivelles », il faut alors prolonger le délai de prescription de l'ensemble des délits, par exemple en portant ce délai à deux fois vingt ans.

Une autre solution, plus créative, serait une interruption de la prescription durant l'examen de l'affaire, à prononcer par la juridiction de jugement, ou un nouveau système d'interruption (de courte durée) de la prescription durant l'instruction, par exemple en disposant qu'au terme de la seconde période, la prescription serait prolongée de six mois ou d'un an après chaque acte d'instruction. Cela éviterait tout prolongement de la prescription dans un dossier sur lequel on ne travaille plus.

Le prolongement de la prescription pour l'ensemble des délits pose en effet plusieurs problèmes :

1 est-il encore raisonnable de poursuivre des gens trente ans après les faits, aussi horribles ces faits soient-ils ?;

2 le temps qui passe n'induit-il pas un risque inacceptable d'erreur judiciaire, entre autres parce que les éléments perdent leur force probante ?

Nous devons donc rester particulièrement prudents.

1. en 2. De heer De Valkeneer heeft niet gesteld dat de daden van de Bende van Nijvel als misdaad tegen menselijkheid zouden beschouwd moeten worden. Hij twijfelde zelf of dit van een juridisch oogpunt mogelijk zou zijn.

De kopstukken van “La Dernière Heure” en van de andere kranten weerspiegelen dus niet zijn gedachten.

Volgens de uitleg die hij mij gegeven heeft, wou de heer De Valkeneer eerder een signaal geven in verna,d met de nakende verjaring van het dossier van de Bende van Nijvel. In de huidige stand van zaken, zal de zaak op 10 november 2015 verjaard zijn, 't is te zeggen binnen vier jaar.

Een politieke keuze zal dus moeten gemaakt worden: is men bereid deze zaak omwille van de verjaring af te sluiten, of wil men de verjaringstermijn verlengen?

Een termijn van vier jaar is tegelijkertijd kort en lang. Men moet niet allen rekening houden met de nodige tijd om voldoende bewijselementen in te zamelen, maar ook met de nodige tijd om het proces te houden, wat maanden zal duren. Zonder een precies cijfer daarop te mogen plakken, lijkt het mij redelijk dat het proces voor het einde van deze legislatuur zou beginnen.

Voor zover ik geïnformeerd ben, zijn er op de dag van vandaag geen voldoende elementen om een van de daders te identificeren, laat ons zeggen om iemand te vervolgen.

De onderzoeksrechters en haar rechercheurs blijven hard in dit dossier werken en pluizen alle mogelijke pistes uit.

Het is uitgesloten de verjaringstermijn voor één welbepaalde zaak te verlengen.

Indien men wil beletten dat het dossier van de “bende van Nijvel” zou verjaren, dan moet men de verjaringstermijn van alle misdaden verlengen, bijvoorbeeld door die termijn naar twee keer twintig jaar te brengen.

Een andere, meer creatieve oplossing zou bestaan in een stuiting van de verjaring tijdens de afhandeling van de zaak door de vonnisrechter te voorzien of in een nieuw systeem van (korte) stuiting van de verjaring tijdens het onderzoek, bijvoorbeeld door te bepalen dat, op het einde van de tweede periode, de verjaring met zes maanden of een jaar zou na ieder onderzoeksdaad verlengd wordt. Zo zou er geen verlenging van de verjaring ontstaan in een dossier waarin niet meer gewerkt worden.

De verlenging van de verjaring voor alle misdaden stelt inderdaad meerdere problemen:

1 is het nog redelijk mensen dertig jaar na de feiten te vervolgen, hoe afschuwelijk deze feiten ook mogen zijn?;

2 is er, door verloop van tijd, geen onaanvaardbaar risico op gerechtelijke dwaling, onder andere doordat de elementen hun bewijskracht verliezen?

Wij moeten dus bijzonder voorzichtig blijven.