SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
30 septembre 2011 30 september 2011
________________
Question écrite n° 5-3319 Schriftelijke vraag nr. 5-3319

de Yves Buysse (Vlaams Belang)

van Yves Buysse (Vlaams Belang)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Protection civile - Volontaires - Recrutement - Statut Civiele bescherming - Vrijwilligers - Aanwerving - Statuut 
________________
protection civile
bénévolat
recrutement
statut professionnel
burgerbescherming
vrijwilligerswerk
aanwerving
beroepsstatus
________ ________
30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4411 Réintroduite comme : question écrite 5-4411
________ ________
Question n° 5-3319 du 30 septembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3319 d.d. 30 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En 2009, le président des volontaires de la protection civile, M. Roland Dobbelaere, a tiré le signal d'alarme en indiquant, dans Het Nieuwsblad du 21 février 2009, que, lors des prochaines inondations graves, il n'y aurait plus personne pour remplir les sacs de sable.

Dans la plupart des unités, le nombre de volontaires a sensiblement diminué et l'âge moyen est plus élevé. Selon Dobbelaere, la protection civile est devenue un club de petits vieux, avec toutes les conséquences que cela suppose. On a besoin d'urgence de sang frais pour pouvoir exécuter correctement les tâches.

Le mécontentement vis-à-vis de l'Intérieur est grand. Depuis des années, celui-ci reste manifestement sourd aux griefs des volontaires et il n'est pas répondu aux lettres des candidats volontaires.

L'ancien ministre de l'Intérieur, Guido De Padt, a affirmé vouloir absolument conserver les volontaires et investir dans une meilleure formation. Il a également annoncé que l'on travaillait à un nouveau statut qui pourrait attirer de nouvelles personnes.

Il a toutefois fallu attendre septembre 2010 avant qu'une vraie campagne ne soit lancée pour recruter des volontaires d'élite pour la protection civile. Des journées d'information et des bourses locales de l'emploi ont été organisées à cette occasion. Des prospectus, des badges et des pin's ont été distribués lors de grands événements. En outre, tous les professionnels, volontaires d'élite et volontaires ont reçu une lettre personnelle dans laquelle il leur était demandé de sensibiliser leur entourage immédiat à la tâche des volontaires d'élite au sein de la protection civile. La campagne s'est révélée être un grand succès avec 583 candidatures.

D'où nos questions.

1) La ministre peut-elle fournir pour chaque unité le nombre actuel de professionnels, de volontaires d'élite et de volontaires?

2) Le cadre prévu est-il ainsi complet dans chaque unité?

3) Quel est l'âge moyen actuel des volontaires d'élite et des volontaires?

4) Un nouveau statut a-t-il effectivement été créé pour les volontaires?

- Dans l'affirmative, que prévoit-il? Une distinction est-elle faite entre un volontaire d'élite et un volontaire? Si oui, à quels égards?

- Dans la négative, pourquoi pas? Y travaille-t-on encore ou ce plan a-t-il été abandonné?

5) A-t-on effectivement investi dans une meilleure formation?

- Dans l'affirmative, de quelle manière et quel en est le coût?

- Dans la négative, pourquoi pas? Y travaille-t-on encore ou ce plan a-t-il été abandonné?

6) On a dénombré 583 candidatures pour 400 postes vacants.

- Combien de candidats ont-ils réussi le test devant montrer s'ils étaient médicalement aptes à devenir volontaires d'élite?

- Combien de candidats ont-ils entre-temps achevé leur formation? Sont-ils effectivement devenus volontaires d'élite?

- Une réserve de recrutement a-t-elle été constituée avec les candidats qui ont réussi le test et la formation mais qui n'ont pas pu entrer immédiatement en service? Si oui, de combien de personnes s'agit-il?

 

In 2009 stuurde de voorzitter van de vrijwilligers van de civiele bescherming, de heer Roland Dobbelaere, een noodsignaal uit: "Bij de volgende serieuze overstroming zal er niemand meer zijn om de zandzakken te vullen" (het Nieuwsblad 21.02.2009).

Het aantal vrijwilligers is in de meeste eenheden aanzienlijk geslonken en de gemiddelde leeftijd ligt hoog. "We zijn een echte ouwe-peekesclub geworden", aldus Dobbelaere, met alle gevolgen van dien. Jong bloed is dringend nodig om de taken naar behoren te kunnen uitvoeren.

Het ongenoegen tegenover Binnenlandse Zaken is groot. Blijkbaar is men daar al jaren doof voor de grieven van de vrijwilligers en wordt niet eens geantwoord op brieven van kandidaat-vrijwilligers.

Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Guido De Padt, zei de vrijwilligers absoluut te willen behouden en te willen investeren in een betere opleiding. Hij kondigde ook aan dat werd gewerkt aan een nieuw statuut dat mogelijk nieuwe mensen zou aantrekken.

Toch duurde het nog tot september 2010 vooraleer een echte campagne werd gelanceerd om kernvrijwilligers te werven voor de Civiele Bescherming. Hierbij werden infodagen georganiseerd, lokale jobbeurzen bezocht en flyers, badges en pins uitgedeeld op grote evenementen. Bovendien kregen alle beroepsagenten, kernvrijwilligers en vrijwilligers een persoonlijke brief waarin hen werd gevraagd hun naaste omgeving warm te maken voor de taak van kernvrijwilliger bij de Civiele Bescherming. De campagne bleek een groot succes met 583 kandidaturen.

Onze vragen:

1) Kan de minister een overzicht per eenheid geven van het aantal beroepsmedewerkers, kernvrijwilligers en vrijwilligers op dit moment?

2) Is daarmee telkens het voorziene kader opgevuld?

3) Wat is momenteel de gemiddelde leeftijd bij de kernvrijwilligers en de vrijwilligers?

4) Werd effectief een nieuw statuut gecreëerd voor de vrijwilligers?

- Zo ja, wat houdt dat in? Wordt een onderscheid gemaakt tussen een kernvrijwilliger en een vrijwilliger en zo ja, op welke vlakken?

- Zo niet, waarom niet? Wordt hieraan nog gewerkt of is dit plan afgevoerd?

5) Werd effectief geïnvesteerd in een betere opleiding?

- Zo ja, op welke manier en wat is de kostprijs?

- Zo niet, waarom niet? Wordt hieraan nog gewerkt of is dit plan afgevoerd?

6) Er waren 583 kandidaturen voor 400 vacatures.

- Hoeveel kandidaten slaagden voor de test waaruit moest blijken of ze medisch geschikt zijn als kernvrijwilliger?

- Hoeveel kandidaten hebben ondertussen hun opleiding afgerond en zijn effectief kernvrijwilliger?

- Werd een wervingsreserve aangelegd van kandidaten die geslaagd waren in de test en de opleiding, maar die niet onmiddellijk aan de slag konden? Zo ja, om hoeveel mensen gaat het?