SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
30 septembre 2011 30 september 2011
________________
Question écrite n° 5-3276 Schriftelijke vraag nr. 5-3276

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Service des urgences - Utilisation impropre - Forfait facturé Spoeddienst - Oneigenlijk gebruik - Aangerekend forfait 
________________
médecine d'urgence
établissement hospitalier
geneeskundige noodhulp
ziekenhuis
________ ________
30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4257 Réintroduite comme : question écrite 5-4257
________ ________
Question n° 5-3276 du 30 septembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3276 d.d. 30 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'utilisation impropre du service des urgences est un problème complexe, mais aigu.

Différentes études ont montré que le problème se pose surtout dans les grandes villes et que ce sont surtout les hommes et les allochtones qui s'adressent au service des urgences pour des soins non urgents.

Les questions suivantes concernent le forfait que les hôpitaux facturent pour l'utilisation impropre du service des urgences.

Je souhaiterais recevoir une réponse aux questions suivantes :

1) Quels hôpitaux facturent-ils un forfait pour l'utilisation impropre du service des urgences ? Je souhaiterais recevoir les noms de ces hôpitaux pour toutes les villes de plus de 70 000 habitants.

2) Combien de forfaits de ce type ces hôpitaux ont-ils facturés ? Je souhaiterais recevoir ces chiffres par hôpital, ventilés par année pour les quatre dernières années pour lesquelles des chiffres sont disponibles.

3) Quel est le nombre total de cas d'urgence que ces hôpitaux doivent traiter ? Quel pourcentage de patients a-t-il pu compter sur une intervention majorée (statut BIM, statut OMNIO) ? Je souhaiterais recevoir ces chiffres par hôpital, ventilés par année pour les quatre dernières années pour lesquelles des chiffres sont disponibles.

 

Het oneigenlijk gebruik van de spoeddienst is een complex maar acuut probleem.

Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat het probleem zich voornamelijk stelt in grote steden en dat het vooral mannen en allochtonen zijn die met niet-urgente aandoeningen bij de spoeddienst aankloppen.

Met de volgende vragen wil ik peilen naar het forfait dat ziekenhuizen aanrekenen voor het oneigenlijk gebruik van de spoeddienst.

Geachte Minister, graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke ziekenhuizen rekenen op heden een forfait aan voor het oneigenlijk gebruik van de spoeddienst? Graag had ik de namen van deze ziekenhuizen verkregen, voor alle steden met een inwonersaantal groter dan 70 000.

2) Hoeveel zulke forfaits hebben deze ziekenhuizen aangerekend? Graag had ik deze cijfers verkregen per ziekenhuis, opgesplitst per jaar voor de laatste vier jaar waarvoor cijfermateriaal beschikbaar is.

3) Hoeveel is het totale aantal spoedgevallen dat deze ziekenhuizen te verwerken krijgen? Welk aandeel van de patiënten kon rekenen op een verhoogde tegemoetkoming (RVV-statuut, OMNIO-statuut) ? Graag had ik deze cijfers verkregen per ziekenhuis, opgesplitst per jaar voor de laatste vier jaar waarvoor cijfermateriaal beschikbaar is.