SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
23 septembre 2011 23 september 2011
________________
Question écrite n° 5-3136 Schriftelijke vraag nr. 5-3136

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Campagne estivale BOB - Disparités régionales dans le nombre d'alcootests - Nombre élevé de tests dans la province d'Anvers BOB-Zomercampagne - Regionale verschillen in het aantal alcoholtests - Hoge aantal tests in de provincie Antwerpen 
________________
sécurité routière
alcoolisme
sensibilisation du public
contrôle de police
disparité régionale
verkeersveiligheid
alcoholisme
bewustmaking van de burgers
politiecontrole
regionale verschillen
________ ________
23/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
23/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4831 Réintroduite comme : question écrite 5-4831
________ ________
Question n° 5-3136 du 23 septembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3136 d.d. 23 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La campagne estivale BOB s'est déroulée entre le 10 juin et le 29 août 2011. Plus de 160.000 tests d'alcoolémie ont été réalisés. Le tableau ci-après établit un lien entre le nombre d'habitants (arrondi) des régions et le nombre d'alcootests par région.

habitants proportion contrôles proportion différence

Rég. flam. : 6 000 000 60 % 121 578 74 % 14 %

Rég. wall. : 3 000 000 30 % 39 259 24 % -6 %

Bxl-Cap. : 1 000 000 10 % 3 811 2 % -8 %

10 000 000 100 % 164 648 100 %

Ce tableau montre clairement que la campagne BOB est relativement plus intensive dans la Région flamande (14 % en plus) qu'en Wallonie (-6 %) et dans la Région de Bruxelles-Capitale (-8 %).

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes.

1) Comment la ministre explique-t-elle la grande différence d'intensité dans la réalisation des contrôles d'alcoolémie entre les diverses régions, différence qui est de 20 % entre la Flandre et la Wallonie et même de 22 % entre la Flandre et la Région de Bruxelles-Capitale ?

2) Si on peut supposer que le nombre moins élevé d'alcootests en Wallonie s'explique par l'étendue relativement grande du territoire, la faible densité de population et le nombre relativement plus élevé de petits corps de police, la situation est inverse dans la Région de Bruxelles-Capitale. Pourquoi est-ce justement la Région de Bruxelles-Capitale qui obtient le plus mauvais score alors qu'elle est l'endroit où les tests sont de loin les plus faciles à organiser ? La concentration d'établissements horeca y est la plus élevée et les corps de police disposent d'importants moyens. Bref, les alcootests peuvent y être organisés avec une grande efficacité.

3) Comment la ministre explique-t-elle que la province d'Anvers assure à elle seule 30 % de tous les contrôles d'alcoolémie ?

 

De BOB-zomervakantie liep tussen 10 juni en 29 augustus 2011. Er werden ruim 160 000 ademtests afgenomen. Onderstaande tabel correleert het aantal inwoners (afgeronde aantallen) van de gewesten aan de cijfers van de alcoholtests per gewest.

inwoners aandeel controles aandeel verschil

Vlaams G: 6 000 000 60 % 121 578 74 % 14 %

Waals G: 3 000 000 30 % 39 259 24 % -6 %

BHG: 1 000 000 10 % 3 811 2 % -8 %

10 000 000 100 % 164 648 100 %

De tabel geeft duidelijk aan dat de BOB-campagne relatief veel intensiever in het Vlaams Gewest wordt gevoerd (14 % meer) dan in Wallonië (-6 %) en Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-8 %).

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe verklaart de minister het grote verschil in de intensiteit waarmee de alcoholtests worden afgenomen in de verschillende gewesten, zijnde 20 % tussen Vlaanderen en Wallonië en zelfs 22% tussen Vlaanderen en Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

2) Waar men in Wallonië nog kan veronderstellen dat de relatief grote uitgestrektheid, de lage bevolkingsdichtheid en het relatief hoger aantal kleine politiekorpsen redenen zijn van het geringer aantal alcoholtests, geldt het tegendeel voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Waarom scoort uitgerekend het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het slechtst, hoewel de tests er veruit het eenvoudigst te organiseren zijn? De concentratie van de horeca is er het hoogst en de politiekorpsen beschikken er over veel middelen. Kortom, de alcoholtests kunnen met grote efficiëntie worden georganiseerd.

3) Hoe verklaart de minister dat de provincie Antwerpen alleen al goed is voor 30 % van alle alcoholcontroles?