SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
23 septembre 2011 23 september 2011
________________
Question écrite n° 5-3130 Schriftelijke vraag nr. 5-3130

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Cour d'assises - Jury - Membres - Indemnisation - Augmentation Hof van assisen - Jury - Leden - Vergoeding - Verhoging 
________________
juridiction pénale
magistrat non professionnel
indemnité et frais
strafrechtspraak
niet-beroepsmagistraat
vergoedingen en onkosten
________ ________
23/9/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord
23/9/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-3130 du 23 septembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3130 d.d. 23 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les citoyens qui siègent dans un jury d'assises reçoivent en échange une indemnité. Celle-ci se compose d'une indemnité journalière de 40,89 euros et de frais de déplacement de 0,4882 euros par kilomètre. L'indemnité journalière est considérée comme un revenu imposable et est dès lors imposée à 33 %. Lorsque cette indemnité se combine à d'autres revenus, il se peut que dans certains cas ce taux d'imposition soit supérieur.

Ces indemnités modiques et même carrément ridicules contrastent nettement avec les traitements et tarifs que perçoivent les professionnels de la justice, magistrats et avocats. Cette disparité est bien sûr incompréhensible sur le plan strictement pécuniaire mais sans nul doute aussi eu égard aux lourdes responsabilités que l'on confie aux jurés.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes.

1) Le ministre confirme-t-il les tarifs des indemnités et frais de déplacement alloués aux jurés d'assises, à savoir 40,89 euros et 0,4882 euros ?

2) Comment évalue-t-il et surtout justifie-t-il ces montants vraiment honteux, tant au regard des traitements des autres acteurs de la justice que, dans l'absolu, en comparaison avec les salaires et indemnités alloués dans d'autres couches de la population ?

3) Reconnaît-il que ces indemnités sont d'un niveau absolu et relatif excessivement bas et que cette forme de service civil assorti de lourdes responsabilités mérite une indemnisation bien plus élevée ? Est-il prêt à appuyer des initiatives dans ce domaine ou a-t-il lui-même des projets à cet égard ? Dans l'affirmative, lesquels, pour quand et comment ?

 

Burgers die zetelen in een assisenjury ontvangen daarvoor een vergoeding. Deze bestaat uit een dagvergoeding, per gezworene de som van 40,89 euro, en een eventuele reisvergoeding aan 0,4882 euro per km. De dagvergoeding wordt beschouwd als een belastbaar inkomen en wordt daarom belast aan 33 %, in sommige gevallen door combinatie met andere inkomens kan deze aanslag hoger liggen.

Deze schrale, ronduit lachwekkende vergoedingen staan in schril contrast met de lonen en tarieven die door de professionals van Justitie, de magistraten en de advocaten worden geïnd. Deze onbegrijpelijke dissonantie geldt uiteraard het pecuniaire aspect, maar heeft zeker ook betrekking op de hoge verantwoordelijkheid die men aan juryleden toebedeelt.

Hierover de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister de tarieven van vergoedingen en verplaatsingsvergoedingen, respectievelijk 40,89 euro en 0,4882 euro, voor assisenjuryleden?

2) Hoe evalueert en vooral hoe verdedigt hij deze ronduit beschamende bedragen, zowel relatief tot de andere betrokkenen bij de uitoefening van de rechtspraak als in absolute omvang in vergelijking tot lonen en vergoedingen in andere geledingen van de samenleving?

3) Gaat hij akkoord dat deze vergoedingen absoluut en relatief buiten proportie laag zijn en deze vorm van civiele dienstverlening met een hoge verantwoordelijkheid een veel hogere vergoeding verdient? Is hij bereid om initiatieven hieromtrent te ondersteunen of koestert hij hieromtrent zelf plannen? Zo ja, welke, wanneer en hoe?

 
Réponse reçue le 1 décembre 2011 : Antwoord ontvangen op 1 december 2011 :

1. Les tarifs des indemnités et indemnités de déplacement pour les jurés d'assises sont effectivement de 40,89 euros et 0,4882 euros respectivement.

Il s'agit une indemnité forfaitaire allouée pour chaque jour où ils ont soit siégé, soit assisté aux débats.

La base juridique concernant cette indemnité figure aux articles 26 et 28 du Règlement général les frais de justice en matière répressive et dans le circulaire n° 131bis.

2. et 3.Les indemnités fixées sont justifiables compte tenu de leur caractère forfaitaire. Les indemnités sont allouées aux jurés en plus du salaire ou du traitement qu'ils reçoivent de leur employeur.

L'absence du travailleur découlant de ses obligations en tant que juré est en effet considérée comme un petit chômage.

Les indemnités sont en outre indexées annuellement de manière à pouvoir être adaptées à une société en évolution.

1. De tarieven van vergoedingen en verplaatsingsvergoedingen voor assisenjuryleden zijn inderdaad respectievelijk 40,89 euro en 0,4882 euro.

Het betreft een forfaitaire vergoeding die wordt toegekend voor iedere dag waarop zij zitting hebben gehad of de debatten hebben bijgewoond.

De juridische basis voor deze vergoeding is terug te vinden in artikel 26 en 28 Algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken en in ministerieel omzendbrief nr. 131bis.

2. en 3.De vastgestelde vergoedingen zijn verdedigbaar gelet op hun forfaitair karakter. De vergoedingen worden toegekend aan de juryleden bovenop het loon of de wedde die ze ontvangen van hun werkgever.

De afwezigheid van de werknemer ten gevolge van zijn verplichtingen als jurylid wordt immers beschouwd als een klein verlet.

De vergoedingen worden bovendien jaarlijks geïndexeerd zodat deze aan de evoluerende maatschappij kunnen aangepast worden.