SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2010-2011 | Zitting 2010-2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
1 aôut 2011 | 1 augustus 2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-2915 | Schriftelijke vraag nr. 5-2915 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au ministre de la Défense |
aan de minister van Landsverdediging |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Forces armées - Présence en Afghanistan - Évaluation | Strijdkrachten - Aanwezigheid in Afghanistan - Evaluatie | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
armée force à l'étranger Afghanistan |
krijgsmacht strijdkrachten in het buitenland Afghanistan |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-2915 du 1 aôut 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-2915 d.d. 1 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
La réponse du ministre à ma question écrite 5 885 du 27 janvier m'est parvenue le 18 juillet dernier. La réponse au point 5 porte bien sur la question de l'évaluation et la réalisation des objectifs de la présence militaire belge en Afghanistan, mais elle laisse encore certains éléments dans le flou. J'aimerais obtenir une réponse aux questions supplémentaires suivantes : Le ministre fait référence à deux niveaux d'évaluation, l'évaluation de première ligne par les détachements eux-mêmes, et une évaluation continue par l'état-major de la Défense. Dans sa réponse, le ministre fait aussi référence à des analyses faites par des spécialistes. 1. Quels spécialistes ont-ils procédé à des évaluations relatives à l'efficacité de la présence militaire belge en Afghanistan ? À quel moment ? Quelle était leur mission ? 2. Comment ces spécialistes ont-ils été recrutés ? À quels critères doivent-ils répondre pour être acceptés en tant que spécialistes ? 3. Dans quelle mesure ces spécialistes sont-ils indépendants de la Défense et peuvent-ils effectuer leurs missions d'évaluation en toute liberté ? 4. À quelles constatations les évaluations de ces spécialistes ont-elles abouti ? Dans quelle mesure la Défense a-t-elle adapté ses stratégies en Afghanistan en fonction de ces évaluations ? Le ministre peut-il illustrer cet impact en donnant quelques exemples concrets ? 5. Quel fut le coût du recours à ces spécialistes (par spécialiste, par année pour la période 2006-2010) ? |
Het antwoord van de Minister op mijn schriftelijke vraag 5-885 van 27 januari, bereikte mij op 18 juli jl. Dit antwoord gaat bij punt 5 in op de vraag naar de evaluatie en het bereiken van de beoogde effecten van de Belgische militaire aanwezigheid in Afghanistan, maar laat nog een aantal zaken in het ongewisse. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende bijkomende vragen. De minister vermeldt twee niveaus van evaluatie, namelijk de eerstelijnevaluatie door de detachementen zelf en een continue evaluatie door de Defensiestaf. Daarnaast verwijst de minister in zijn antwoord naar evaluaties van specialisten. 1. Welke specialisten voerden op welk moment en met welke opdracht evaluaties uit m.b.t. de doelmatigheid en doeltreffendheid van de militaire aanwezigheid van België in Afghanistan? 2. Hoe werden deze specialisten gerekruteerd? Aan welke criteria moeten deze specialisten voldoen om als specialist te worden aanvaard? 3. In welke mate zijn deze specialisten onafhankelijk van Defensie en kunnen zij hun evaluatieopdrachten in alle vrijheid vervullen? 4. Tot welke bevindingen leidden de evaluaties van deze specialisten? In welke mate wijzigde Defensie zijn strategieën in Afghanistan onder invloed van deze evaluaties? Kan de Minister deze impact illustreren door concrete voorbeelden? 5. Wat kostte de inschakeling van deze specialisten (per specialist, per jaar in de periode 2006-2010)? |
||||||||
Réponse reçue le 23 septembre 2011 : | Antwoord ontvangen op 23 september 2011 : | ||||||||
L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions. 1. Les spécialistes mentionnés dans la réponse à votre question No 5-885 du 27 janvier 2011 sont des membres du personnel de la Défense. Celle-ci envoie régulièrement en théâtre des experts dans les différentes capacités fonctionnelles mises en œuvre au sein du détachement belge (par exemple la neutralisation d’engins explosifs, la coopération civilo-militaire, l’appui aérien rapproché, la sécurisation d’installations, la formation et l’entraînement d’unités de combat…) afin d’en évaluer l’usage adéquat et le rendement. Il s’agit d’une part de vérifier que la mise en œuvre des différentes capacités se fait conformément aux concepts d’emploi et à la doctrine en vigueur. D’autre part, il convient d’évaluer dans quelle mesure ces capacités sont correctement configurées pour remplir au mieux les missions et tâches définies par les autorités nationales et internationales impliquées, ainsi que d’éventuellement proposer de modifier ces dernières directives en vue d’améliorer l’efficience des moyens déployés. 2. Le personnel de la Défense sélectionné pour conduire ces évaluations spécialisées est désigné en fonction des formations spécifiques suivies et des expériences fonctionnelles et opérationnelles développées dans les domaines considérés. 3. En tant que membres de la Défense, ces spécialistes ne travaillent pas indépendamment. Il est toutefois dans l’intérêt même de la Défense de leur permettre de mener cette tâche essentielle à bien. 4. D’une manière générale, les constatations et conclusions des évaluations mènent, le cas échéant, à des modifications de la composition et de l’articulation des forces et des moyens déployés et/ou à une révision de leurs missions et tâches. Ces évaluations conduites au niveau tactique des opérations n’exercent par définition pas d’influence directe sur les orientations du niveau stratégique. Ces dernières seront le plus souvent initiées sur base des évaluations stratégiques conduites au niveau des organisations multinationales au sein desquelles la Belgique évolue (OTAN, ISAF, ONU…). 5. Les coûts de déploiement de ces spécialistes de la Défense sont intégrés à priori dans l’évaluation budgétaire approuvée par le Conseil des ministres pour les missions spécifiques qu’ils appuient. |
Het geachte lid wordt verzocht om hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. 1. De specialisten waarnaar verwezen wordt in het antwoord op uw vraag nr. 5-885 van 27 januari 2011 zijn leden van het personeel van Defensie. Defensie stuurt regelmatig experts naar het theater in de verschillende functionele capaciteiten die in plaats gesteld zijn binnen de Belgische detachementen (bijvoorbeeld het neutraliseren van ontplofbare tuigen, de civiel militaire samenwerking, nabije luchtsteun, de beveiliging van installaties, de vorming en training van gevechtseenheden …) teneinde het correct gebruik en de prestaties ervan te evalueren. Het betreft enerzijds een controle om na te gaan of de tewerkstelling van de verschillende capaciteiten conform is aan de geldende gebruiksconcepten en doctrines. Anderzijds moet er nagegaan worden in welke mate deze capaciteiten correct zijn geconfigureerd om de door de nationale en internationale autoriteiten gedefinieerde opdrachten en taken naar best vermogen uit te voeren, en mogelijk ook voorstellen doen tot wijziging van deze richtlijnen om de efficiëntie van de aangewende middelen te verbeteren. 2. Het geselecteerde personeel van Defensie om deze gespecialiseerde evaluaties uit te voeren, is aangeduid op basis van specifiek gevolgde opleidingen en opgedane functionele en operationele ervaringen in de desbetreffende domeinen. 3. Als leden van Defensie werken deze specialisten niet onafhankelijk. Het is echter in het belang van Defensie om hen toe te laten deze essentiële taak naar behoren te kunnen laten uitvoeren. 4. Meestal leiden de bevindingen en de conclusies van de evaluaties, indien van toepassing, tot wijzigingen in de samenstelling en geleding van de strijdkrachten en in de ontplooide middelen en/of tot een herziening van hun opdrachten en taken. Deze op tactisch niveau uitgevoerde evaluaties van de operaties oefenen per definitie geen directe invloed uit op de oriëntaties op strategisch niveau. Deze laatste zullen meestal worden geïnitieerd op basis van strategische evaluaties uitgevoerd op het niveau van multinationale organisaties waarvan België deel uitmaakt. 5. De kosten van de inzet van deze specialisten van Defensie zijn a priori opgenomen in de door de ministerraad goedgekeurde budgettaire schatting voor de specifieke opdrachten die ze ondersteunen. |