SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
29 juillet 2011 29 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2898 Schriftelijke vraag nr. 5-2898

de Claudia Niessen (Ecolo)

van Claudia Niessen (Ecolo)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Retards et annulation de trains - Liaison vers Eupen Nationale maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Vertragingen en afschaffing van treinen - Verbinding naar Eupen 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
transport de voyageurs
durée du transport
migration alternante
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
vervoersduur
pendel
________ ________
29/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
29/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4112 Réintroduite comme : question écrite 5-4112
________ ________
Question n° 5-2898 du 29 juillet 2011 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-2898 d.d. 29 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

En 2010, la ponctualité du transport ferroviaire belge a atteint un point historiquement bas. C'est surtout aux heures de pointe et en fin de journée que les voyageurs et les navetteurs doivent faire preuve d'une très grande patience.

En 2010, sur le réseau belge, plus de 14 % des trains ont accumulé un retard de plus de six minutes. D'après les informations officielles de la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB), 85,7 % des trains auraient circulé selon l'horaire officiel en 2010.

Ce sont surtout les trains circulant pendant les heures de pointes qui accumulent du retard. L'année passée, 16,3 % des trains en heures de pointe matinales et 20,7 % des trains circulant en fin de journée étaient en retard. Le week-end, les résultats sont meilleurs puisque 90 % des trains circulent selon l'horaire prévu. Quelques 2 % des trains ont été annulés purement et simplement, pour différentes raisons.

Les voyageurs de la Communauté germanophone disposent d'une liaison ferroviaire intéressante et attrayante entre la gare d'Eupen et les métropoles de Liège, Bruxelles, voire jusqu'à Ostende, liaison dont profitent également nombre de nos voisins allemands. Elle aussi souffre régulièrement des retards précités.

Ce qui est particulièrement gênant pour ces voyageurs particuliers, c'est qu'on ne désert plus la gare d'Eupen quand les retards sont trop importants, et que, par ailleurs, le trajet s'arrête à Welkenraedt où on ne garantit pas automatiquement la correspondance pour Eupen.

Dans le but de pouvoir répondre aux impressions subjectives de nombreux navetteurs et voyageurs en présentant des faits avérés, je me permets de vous poser les questions suivantes:

1) Quel est le pourcentage des trains ayant atteint la gare d'Eupen avec retard et combien l'ont quittée en retard depuis début 2011 ?

2) Dans cette même période, combien de liaisons ont-elles été supprimées et n'ont donc plus garanti de service jusqu'à Eupen sans qu'aucun autre train desservant Eupen n'ait été mis en place ?

3) Quels sont les critères selon lesquels un transfert jusqu'à la gare terminus est annulé ou selon lesquels on prévoit un train desservant Eupen lors d'un arrêt précoce à Welkenraedt ? Qui prend cette décision ?

4) Quelles sont les raisons principales des retards sur cette ligne et quelles sont les pistes permettant d'y remédier ?

 

In 2010 heeft de stiptheid van het Belgische spoorverkeer een historisch dieptepunt bereikt. Vooral tijdens de spitsuren en in de avonduren moeten reizigers en pendelaars heel wat geduld oefenen.

In 2010 hebben 14% van de treinen op het Belgische spoorwegnet een vertraging van meer dan zes minuten opgelopen. Volgens de officiële mededelingen van de Nationale maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) zou 85,7% van de treinen volgens het officiële uurrooster hebben gereden in 2010.

Het zijn vooral de treinen tijdens de spitsuren die vertragingen oplopen. Vorig jaar reden 16,3% van de treinen in de ochtendspits en 20,7% van de treinen in de avonduren met vertraging. Tijdens het week-end zijn de resultaten beter, dan rijden 90% van de treinen volgens het geplande uurrooster. Ongeveer 2% van de treinen werd gewoon afgelast om verschillende redenen.

De reizigers van de Duitstalige Gemeenschap beschikken over een interessante en aantrekkelijke treinverbinding tussen het station van Eupen en de metropolen Luik, Brussel, en zelfs Oostende, een verbinding die ook tal van onze Duitse buren kunnen gebruiken. Ook die verbinding heeft geregeld te maken met de genoemde vertragingen.

Bijzonder vervelend voor deze reizigers is het feit dat het station van Eupen niet meer bediend wordt wanneer de vertragingen te hoog oplopen en dat de trein niet verder rijdt dan Welkenraedt, waar niet automatisch aansluiting wordt verzekerd voor Eupen.

Om een antwoord te kunnen bieden op de subjectieve indrukken van tal van pendelaars en reizigers met betrekking tot de aangehaalde feiten, heb ik volgende vragen:

1) Wat is sedert begin 2011 het percentage treinen dat het station van Eupen met vertraging heeft bereikt en dat van daaruit met vertraging is vertrokken?

2) Hoeveel verbindingen werden in dezelfde periode afgelast, zodat er dus geen verbinding verzekerd was met Eupen, terwijl geen enkele andere trein werd ingezet om Eupen te bedienen?

3) Volgens welke criteria wordt een rit tot het eindstation afgelast en wanneer wordt er voorzien in een trein die Eupen bedient wanneer een traject voortijdig wordt afgebroken in Welkenraedt? Wie neemt die beslissing?

4) Wat zijn de belangrijkste redenen van de vertragingen op deze lijn en hoe kan dit worden verholpen?