SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
26 octobre 2010 26 oktober 2010
________________
Question écrite n° 5-288 Schriftelijke vraag nr. 5-288

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Droits de l’homme - "Cuban five" - Droit de visite pour les membres de la famille Mensenrechten - "Cuban five" - Bezoekrecht van familieleden 
________________
droits de l'homme
Cuba
États-Unis
espionnage
rechten van de mens
Cuba
Verenigde Staten
spionage
________ ________
26/10/2010Verzending vraag
24/2/2011Antwoord
26/10/2010Verzending vraag
24/2/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-288 du 26 octobre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-288 d.d. 26 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

« L'avis du Groupe de Travail des Nations unies constate qu'il s'agit ici d'un cas manifeste de détention arbitraire. L'opinion d'Amnesty International va dans la même direction ». Telle était la réponse du ministre des Affaires étrangères à la question écrite n° 57 (Questions et réponses écrites, n° 52-020, p. 4030) de notre collègue Katrien Partyka du 29 avril 2008 relative aux cinq Cubains, également connus comme « the Cuban Five », arrêtés le 12 septembre 1998 et condamnés à Miami notamment pour espionnage.

Quatre peines de détention perpétuelle et une peine de septante-cinq ans ont été prononcées. L'an dernier, la Cour suprême des États-Unis a décidé que le procès ne devait pas être revu. Les moyens de droit sont donc épuisés.

Deux des épouses des « Cuban Five » se voient invariablement refuser l'accès au territoire des États-Unis, car elles représenteraient un danger pour la sécurité. Elles n'obtiennent pas de visa, et ressentent cette situation comme une atteinte à leurs droits humains.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Quelles démarches diplomatiques le ministre et ses prédécesseurs ont-ils entreprises pour permettre à Olga Salanueva et Adriana Pérez de rendre visite à leurs époux (délivrance de visa, ...) ? Qu'en est-il résulté ?

2) Une révision de la condamnation des cinq Cubains par un tribunal local est-elle encore possible ?

 

“Het advies van de Werkgroep van de Verenigde Naties stelt duidelijk vast dat het hier een geval van hechtenis met willekeurige aard betreft. De mening van Amnesty International gaat in dezelfde richting”. Dat antwoordde de minister van Buitenlandse Zaken op de schriftelijke vraag nr. 57 (Schriftelijke vragen en Antwoorden, nr. 52-020, blz. 4030) van collega Katrien Partyka op 29 april 2008 betreffende de vijf Cubanen, ook wel “The Cuban Five” genoemd, die in Miami voor onder andere spionage werden veroordeeld nadat ze op 12 september 1998 werden gearresteerd.

Vier maal levenslang en vijfenzeventig jaar gevangenis werd hen als straf opgelegd. Vorig jaar besliste het Amerikaanse Hooggerechtshof dat het proces niet herzien diende te worden. Daardoor zijn alle rechtsmiddelen uitgeput.

Twee van de echtgenotes van “The Cuban five” wordt steevast de toegang tot het grondgebied van de Verenigde Staten ontzegd omdat ze een gevaar voor de veiligheid zouden betekenen. Een visum krijgen ze dus niet en ze voelen het hele dossier aan als een schending van hun mensenrechten.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke diplomatieke stappen werden door de minister en zijn voorgangers in dit dossier ondernomen opdat Olga Salanueva en Adriana Pérez hun echtgenoten zouden kunnen bezoeken (verstrekken van visa opdat bezoek mogelijk zou worden, …)? Heeft dat resultaten opgeleverd en zo ja, welke?

2) Is een herziening van de straf voor de vijf Cubanen door een plaatselijke rechtbank nog mogelijk?

 
Réponse reçue le 24 février 2011 : Antwoord ontvangen op 24 februari 2011 :

1) Tant mes prédécesseurs que moi-même prennent le dossier des “Cuban Five” au sérieux. La réponse à la question écrite n°57 de madame Partyka à laquelle vous faites référence ainsi que la réponse du 27 octobre 2009 de mon prédécesseur à la question écrite 104 de madame Partyka en témoignent. Il est évident que je me souscris à ces deux réponses.

Le 2 septembre 2010 j’ai eu un entretien avec une délégation du Groupe de Travail Cuba du Mouvement ouvrier chrétien sur les “Cuban Five” et leurs épouses. Comme chaque année, mes services ont reçu madame Salanueva et madame Pérez en octobre 2010. L’ambassade belge à Washington aborde la question régulièrement lors des contacts avec les autorités américaines et le dossier des «Cuban Five» a également été traité lors des récentes consultations sur l’Amérique Latine entre les États-Unis et l’Union européenne, sous la présidence belge.

D’après les informations dont je dispose, il y aurait une évolution positive dans la situation des épouses. En outre, les cinq personnes ont plusieurs fois eu des visites de différents membres de leurs familles cubaines, à qui on a donc octroyé un visa.

2) Le 15 juin 2009, la Court Suprême des États-Unis a débouté un appel final des «Cuban Five». Le 13 octobre 2009 et le 8 décembre 2009, le Court District a prononcé de nouvelles peines réduites pour trois des cinq personnes accusées, suite à un arrêt de la cour d’appel. Ainsi, d’après les informations dont je dispose, tous les recours en justice sont épuisés.

1) Zowel mijn voorgangers als ikzelf nemen de zaak van de Cuban five ernstig. Het antwoord op schriftelijke vraag nr. 57 van mevrouw Partyka waarnaar u zelf verwijst, evenals het antwoord van 27 oktober 2009 op schriftelijke vraag 104 van mevrouw Partyka, tonen dit aan. Het spreekt voor zich dat ik beide antwoorden onderschrijf.

Zelf had ik op 2 september 2010 een onderhoud met een delegatie van de Cuba Werkgroep van de Christelijke Arbeidersbeweging over de Cuban five en hun echtgenotes. Naar jaarlijkse gewoonte werden mevrouw Salanueva en mevrouw Pérez in oktober 2010 door mijn diensten ontvangen. De Belgische ambassade te Washington kaart de zaak geregeld aan tijdens contacten met de Amerikaanse autoriteiten en de Cuban five werden ook besproken tijdens de recente consultaties over Latijns-Amerika tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, onder Belgisch voorzitterschap.

Volgens de informatie waarover ik beschik zou er recent enige positieve evolutie zijn in de situatie van de echtgenotes. Overigens ontvingen de vijf meermaals bezoeken van verscheidene Cubaanse familieleden, waaraan dus wel degelijk visa werden verleend.

2) Op 15 juni 2009 verwierp het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten een finaal beroep van de Cuban five. Op 13 oktober 2009 en 8 december 2009 sprak het District Court nieuwe, verlaagde straffen uit voor drie van de vijf beklaagden, in navolging van een uitspraak van het Court of Appeals. Daarmee zijn, volgens de informatie waarover ik beschik, alle mogelijkheden voor verdere beroepsprocedures uitgeput.