SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 juillet 2011 27 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2858 Schriftelijke vraag nr. 5-2858

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Israël - Droits de l'enfant - Violation systématique Israël - Kinderrechten - Systematische schending 
________________
Israël
question de la Palestine
Palestine
droits de l'enfant
juridiction militaire
Israël
Palestijnse kwestie
Palestina
rechten van het kind
militaire rechtspraak
________ ________
27/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
27/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4914 Réintroduite comme : question écrite 5-4914
________ ________
Question n° 5-2858 du 27 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2858 d.d. 27 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Plus de huit cents mineurs d'âge palestiniens ont été condamnés au cours des six dernières années en Israël pour avoir jeté des pierres. Ces condamnations ont été prononcées par des tribunaux militaires. La condamnation de mineurs par un tribunal militaire n'est pas conforme à la législation internationale et même pas à celle d'Israël. Les mineurs d'âge y disposent de bien moins de droits, notamment la séparation d'avec les majeurs.

J'aimerais poser les questions suivantes:

1) Le ministre approuve-t-il la condamnation de plus de huit cents mineurs d'âge palestiniens par des tribunaux militaires israéliens et partage-t-il le constat qu'un traitement par des tribunaux militaires est contraire à la législation internationale ?

2) Est-il disposé à convoquer l'ambassadeur d'Israël en Belgique pour lui faire part de la condamnation ferme du gouvernement belge à cet égard ? Dans l'affirmative, quand envisage-t-il cette convocation ? Dans la négative, quels sont ses arguments pour ne pas interpeller Israël sur ces infractions graves ?

 

In Israël werden de voorbije zes jaar meer dan achthonderd minderjarige Palestijnen veroordeeld voor het gooien van stenen. Deze veroordelingen werden uitgesproken door militaire rechtbanken. De behandeling van minderjarigen door een militaire rechtbank is niet in overeenstemming met de internationale wetgeving en zelfs niet met deze van Israël. De minderjarigen beschikken er over significant minder rechten, onder andere de scheiding van meerderjarigen.

Hierover de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister de veroordeling van meer dan achthonderd minderjarige Palestijnen door Israëlische militaire rechtbanken en deelt hij de vaststelling dat een behandeling door militaire rechtbanken strijdig is met de internationale wetgeving?

2) Is hij bereid om hieromtrent de Israëlische ambassadeur te convoceren en namens de Belgische regering een sterke veroordeling hieromtrent uit te spreken? Zo ja, wanneer plant hij deze convocatie? Zo niet, met welke argumenten onderbouwt hij zijn beslissing om Israël over deze grove overtredingen niet aan te spreken?