SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 juillet 2011 27 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2845 Schriftelijke vraag nr. 5-2845

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au Premier Ministre

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister
________________
Aéroport de Zaventem - Vols - Cadastre du bruit - Discrimination Luchthaven van Zaventem - Vliegbewegingen - Geluidskadaster - Discriminatie 
________________
aéroport
circulation aérienne
sécurité aérienne
contrôle aérien
bruit
luchthaven
luchtverkeer
veiligheid van het luchtverkeer
luchtverkeersleiding
lawaai
________ ________
27/7/2011Verzending vraag
14/9/2011Antwoord
27/7/2011Verzending vraag
14/9/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2845 du 27 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2845 d.d. 27 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je remercie le secrétaire d'État pour sa réponse à ma question écrite n° 5 2349. Je souhaite toutefois lui poser une question complémentaire et attirer son attention sur une question restée sans réponse. C'est pourquoi je demande une réponse aux questions suivantes.

1) Le secrétaire d'État déclare être au courant du cadastre de bruit relatif aux nuisances sonores dans la Région de Bruxelles-Capitale. Peut-il m'en communiquer le contenu? Peut-il me transmettre le cadastre lui-même? Je souhaite des informations claires au sujet du cadastre du bruit existant et de son contenu.

2) Je souhaite aussi une réponse à la question 5) de ma question écrite n° 5 2349 restée sans réponse. La situation discriminatoire des communes du Nord et du Nord-Ouest de la Région de Bruxelles-Capitale qui ont à subir les plus fortes nuisances sonores n'est-elle pas renforcée par le choix de faire moins ou pas du tout usage de la " route Chabert " et en concentrant davantage les vols sur la route du Canal ? Comment justifier cette pratique sous l'angle de l'égalité entre tous les habitants de la Région de Bruxelles-Capitale?

 

Ik dank de geachte staatssecretaris voor zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 5-2349. Ik heb echter nog een bijkomende vraag en wil hem erop wijzen dat hij een vraag onbeantwoord heeft gelaten. Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1) De geachte staatssecretaris geeft te kennen dat hij op de hoogte is van het geluidskadaster over de geluidshinder binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Kan hij mij hiervan ook de inhoud bezorgen? Kan hij mij het geluidskadaster zelf bezorgen? Graag een duidelijke informatie over het bestaande geluidskadaster en zijn inhoud.

2) Graag kreeg ik ook een antwoord op vraag 5) van mijn schriftelijke vraag nr. 5-2349 die onbeantwoord is gebleven. Heeft men de discriminerende situatie, waarbij de noordelijke en noordwestelijke gemeenten binnen het Brussels Hoofdstedelijke Gewest de grootste geluidshinder te verwerken krijgen, niet vergroot door in de praktijk minder of geen gebruik meer te maken van de 'Chabertroute' en de vliegbewegingen meer te concentreren op de Kanaalroute? Hoe is deze praktijk te verantwoorden, gelet op de gelijkheid tussen alle inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

 
Réponse reçue le 14 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 14 september 2011 :

Chaque année un rapport d’observation du bruit autour de l’aéroport de Bruxelles-National est établi. Il a pour objectif d’évaluer le bruit engendré par le trafic aérien sur base des mesures de bruit enregistrées par les stations de mesures gérées à la fois par l’aéroport, l’IBGE-BIM et le département LNE de l’administration flamande, en collaboration avec Belgocontrol et le Service public fédéral Mobilité et Transports. En parallèle, le « Laboratorium voor Akoestiek en Thermische Fysica » calcule annuellement, depuis 1996, les contours de bruit relatifs à l'impact sonore provoqué par le trafic aérien au départ de et vers l’aéroport de Bruxelles-National. Vu leur volume, l’honorable Membre voudra bien trouver ces derniers rapports via les liens internet suivants :

http://www.brusselsairport.be/fr/env/noise_contours/ (version francophone)

http://www.brusselsairport.be/nl/env/noise_contours/ (version néérlandophone)

http://www.brusselsairport.be/fr/env/noisemonitoring/ (version francophone)

http://www.brusselsairport.be/nl/env/noisemonitoring/ (version néérlandophone)..

Les contours de bruit repris dans le dernier rapport annuel indiquent clairement qu’il n’y a pas de disproportion entre les nuisances. Il n’y a donc pas de discrimination entre Bruxellois. J’en veux pour preuve l’évolution de la superficie et du nombre d’habitants par zone de contour. Tous les indicateurs de nuisance, i.e. le nombre de dB(A) pour une reproduction de niveau de charge sonore de jour, en soirée et de nuit, sont en baisse significative depuis 2005. Il va de soi que ces données chiffrées ne distinguent pas de différence entre un habitant situé au nord de l’aéroport et un autre situé au sud, à l’est, à l’ouest, voir au nord-ouest de celui-ci. En outre, depuis l’année 2000, le nombre d’habitants à l’intérieur des contours de bruits de jour, de soirée et de nuit est passé, pour la somme cumulée de ces contours, de 164 059 habitants en 2000 à 66 709 en 2010, soit une diminution de presque 60 % des nuisances.

Il est à remarquer que ces données résultent en partie des décisions des Conseils des ministres des 19 décembre 2008 et 26 février 2010. La première décision définit notamment les procédures d’exploitation, c’est-à-dire l’utilisation (préférentielle) des pistes et l’utilisation de l’espace aérien et routes de vol. La seconde décision impose que « la concentration des vols au-dessus de zones fortement habitées sera limitée autant que possible » et définit les modifications à étudier en matière de décollage de la piste 25 Droite.

Elk jaar wordt een verslag opgesteld omtrent de geluidshinder rond de luchthaven Brussel-Nationaal. Het betreft evaluatie van de geluidshinder veroorzaakt door het luchtverkeer, op basis van de metingen van de geluidsstations beheerd door respectievelijk de luchthaven, het IBGE-IBM en het departement LNE van de Vlaamse administratie, en dit in samenwerking met Belgocontrol en de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Tegelijkertijd berekent het “Laboratorium voor Akoestiek en Thermische Fysica” sinds 1996 jaarlijks de geluidsomtrekken van de geluidsbelasting veroorzaakt door het luchtverkeer van en naar de luchthaven Brussel-Nationaal. Gelet op hun omvang, kan het geachte lid kan de laatste rapporten terugvinden via de volgende weblinks:

http://www.brusselsairport.be/fr/env/noise_contours/ (Franstalige versie)

http://www.brusselsairport.be/nl/env/noise_contours/ (Nederlandstalige versie)

http://www.brusselsairport.be/fr/env/noisemonitoring/ (Franstalige versie)

http://www.brusselsairport.be/nl/env/noisemonitoring/ (Nederlandstalige versie).

De geluidsomtrekken opgenomen in het laatste jaarverslag tonen duidelijk aan dat er geen onevenredigheid bestaat in de hinder. Er bestaat dus geen discriminatie tussen Brusselaars. Als bewijs kan ik de evolutie van de oppervlakte en het aantal inwoners van elke omtrekzone aanhalen. Alle indicatoren van hinder, zoals het aantal dB(A) ter weergave van het geluids-belastingsniveau overdag, ’s avonds en ’s nachts, dalen betekenisvol sinds 2005. Deze cijfers maken uiteraard geen onderscheid tussen een bewoner ten noorden van de luchthaven en een andere ten zuiden, ten oosten of ten westen, laat staan ten noordwesten ervan. Bovendien is sinds het jaar 2000 het aantal inwoners binnen de samengetelde geluidsomtrekken overdag, ’s avonds en ’s nachts gedaald van 164 059 in 2000 naar 66 709 in 2010, ofwel een daling van bijna 60 % van de hinder.

Er dient opgemerkt te worden dat deze gegevens gedeeltelijk het gevolg zijn van de beslissingen van de ministerraden van 19 december 2008 en 26 februari 2010. De eerste beslissing legt met name de uitbatingsprocedures vast, dat wil zeggen het (preferentieel) baangebruik en het gebruik van het luchtruim en de vliegroutes. De tweede beslissing legt op om “de concentratie van vluchten boven dichtbevolkte zones zo veel mogelijk te beperken” en bepaalt de te bestuderen wijzigingen inzake het opstijgen van de landingsbaan 25 Rechts.