SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
19 juillet 2011 19 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2793 Schriftelijke vraag nr. 5-2793

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Etats-Unis - Afghanistan - Militaires - Assassinat - Citoyens Verenigde Staten - Afghanistan - Militairen - Moord - Burgers 
________________
États-Unis
Afghanistan
discipline militaire
force à l'étranger
traitement cruel et dégradant
Verenigde Staten
Afghanistan
militaire discipline
strijdkrachten in het buitenland
wrede en onterende behandeling
________ ________
19/7/2011Verzending vraag
23/9/2011Antwoord
19/7/2011Verzending vraag
23/9/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2793 du 19 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2793 d.d. 19 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voici quelques mois, le 21 mars 2011, l'hebdomadaire allemand « Der Spiegel » a publié un reportage particulièrement choquant sur le comportement d'une poignée de militaires américains en Afghanistan. Les photos et les récits étaient écœurants. Quelques soldats en vadrouille ont tué d'innocents civils afghans, en ont pris des photos et ont été jusqu'à couper les doigts des victimes en guise de trophée. Les militaires impliqués ont tout fait pour donner l'impression qu'ils avaient agi en état de légitime défense. Ils ont déposé des armes sur les corps des victimes et mis en scène des attaques contre leur patrouille. Quatre mille photos environ témoignent de la folie meurtrière de ces soldats. Au sein de la brigade, on se les échangeait comme des figurines Panini.

La plupart des faits se sont produits il y a un an. Les enquêteurs ont entendu plus de deux mille soldats et ont saisi tous les ordinateurs portables, les appareils photographiques et les disques durs. Les coupables ont été démasqués et ont rapidement comparu devant le conseil de guerre. Toutefois, on est frappé par la façon dont l'armée américaine essaye de garder le secret sur l'affaire. Plus grave encore, l'armée avait été informée par les appels au secours de certains militaires avant et pendant ces actes épouvantables mais elle n'a pas pu réagir à temps. On aurait pu croire que le Pentagone a tiré les leçons d'Abou Ghraib (Irak), à savoir qu'on ne s'attire pas la sympathie de la population irakienne ou afghane en torturant l'adversaire, en l'humiliant ou en offensant sa religion. On se demande si les humiliations et les abus étaient le fait de quelques brebis galeuses ou la conséquence d'un système.

Outre les questions morales que suscitent évidemment ces actes inhumains se pose la question de la sécurité de nos militaires en Afghanistan. L'OTAN craint, à raison, une réaction violente de la population. Ce scandale ne pouvait tomber à un pire moment, dans le contexte de l'intervention en Libye sous l'égide de forces occidentales. De tels incidents font tache sur toutes les actions des Américains, et par extension des « Occidentaux ». La tentative américaine d'étouffer l'affaire était particulièrement stupide. Une communication prompte et ouverte, une condamnation publique et une réaction vigoureuse à l'encontre des militaires impliqués auraient probablement évité bien des soucis (futurs).

Mes questions sont les suivantes.

1) Quand le ministre, et donc le gouvernement, ont-ils été avisés de ces événements choquants ?Comment le ministre, au nom du gouvernement, a-t-il exprimé notre répulsion et notre inquiétude aux autorités américaines ? A-t-il évoqué la question avec l'ambassadeur des États-Unis ? Dans la négative, pourquoi pas ? A-t-il encore l'intention de le faire ? Quelles autres démarches visant à manifester son inquiétude et son indignation le ministre a-t-il l'intention d'entreprendre ?

2) Comprend-il ma crainte qu'il ne s'agit peut-être pas d'un cas isolé ? Partage-t-il mon analyse selon laquelle on observe ici les symptômes d'une mauvaise gestion, comme l'on montré les événements successifs d'Abou Ghraib et comme l'ont aussi indiqué les documents confidentiels transmis à WikiLeaks par le soldat Bradley Manning ?

3) Reconnaît-il que ces événements peuvent influencer défavorablement la sécurité de nos troupes en Afghanistan ? S'est-il concerté à ce sujet avec ses collègues au sein de la coalition ? A-t-on pris des précautions supplémentaires ?

4) Le ministre reconnaît-il que ces révélations sont particulièrement malvenues à la lumière de la récente intervention en Libye et jettent une ombre sur cette opération ?

 

Enkele maanden geleden, op 21 maart 2011, bracht het Duitse weekblad Der Spiegel een bijzonder schokkende reportage over het gedrag van enkele Amerikaanse militairen in Afghanistan. De foto's en de verhalen hiervan zijn absoluut weerzinwekkend. Enkele losgeslagen militairen doodden onschuldige Afghaanse burgers, maakten daar foto's van en sneden zelfs de vingers van de slachtoffers af om als trofee te bewaren. De betrokken militairen stelde alles in het werk om de indruk te wekken dat ze handelden uit wettige zelfverdediging. Ze plantten hiervoor wapens op de onschuldige en vermoorde burgers en ze ensceneerden aanvallen op hun patrouille. Ongeveer vierduizend foto's getuigden van de waanzin van deze soldaten. In de brigade werden deze foto's uitgewisseld alsof ze "Panini plaatjes" waren.

De meeste feiten dateren van ongeveer een jaar geleden. Onderzoekers verhoorden inmiddels ruim tweeduizend soldaten en namen alle laptops, fotostellen en harde schrijven in beslag. De schuldigen werden gevat en men brengt ze spoedig voor de krijgsraad. Toch is het opvallend hoe het Amerikaanse leger er alles aan deed om dit geheim te houden. Sterker nog, het Amerikaanse leger bleek via de noodkreten van enkele militairen bij voorbaat en tijdens deze weerzinwekkende praktijken op de hoogte, maar slaagde er niet in om tijdig te reageren. Men zou verwachten dat het Pentagon na Abu Ghraib (Irak) de les wel had geleerd; je wint geen hearts and minds van de Irakese of Afghaanse bevolking door de tegenstander te folteren, te kleineren of zijn geloof te beledigen. De vraag reist daarbij of de vernederingen en misbruiken het werk waren van een groep rotte appelen, dan wel door een systeem waren uitgelokt.

Buiten de evidente morele vragen rond deze mensonwaardige feiten, stelt er zich hier een vraag over de veiligheid van onze militairen in Afghanistan. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) vreest niet onterecht voor een gewelddadige reactie van de bevolking. Dit schandaal kon ook niet op een slechter moment vallen in het licht van de door Westerse troepen gestuurde interventie in Libië. Zulke incidenten besmetten alle andere daden vanwege de Amerikanen en bij uitbreiding van "het Westen". Het was dan ook ontzettend dom van de Amerikanen om te pogen om dit in de doofpot te steken. Een tijdige en open communicatie, een publieke veroordeling en een krachtdadig optreden tegen de betrokken militairen voorkwamen wellicht heel wat (toekomstig) leed.

Hierover de volgende vragen:

1) Wanneer werden de geachte minister en bij uitbreiding de regering op de hoogte gebracht van deze schokkende gebeurtenissen? Op welke wijze maakte hij namens onze regering afschuw en ongerustheid kenbaar bij de autoriteiten in de Verenigde Staten? Kaartte hij deze kwestie reeds aan bij de Amerikaanse ambassadeur? Zo neen, waarom niet? Zal hij dit alsnog doen? Welke andere stappen om zijn ongerustheid en verontwaardiging te uiten voorziet hij?

2) Begrijpt hij mijn vrees dat dit wellicht geen alleenstaand geval is? Beaamt hij mijn analyse dat het hier zou gaan om symptomen van een slecht beleid, zoals ook de opeenvolgende gebeurtenissen in Abu Ghraib bewezen en zoals blijkt uit de geheime documenten die soldaat Bradley Manning lekte aan WikiLeaks?

3) Erkent hij dat deze gebeurtenissen negatieve consequenties inhouden voor de veiligheid van onze militairen in Afghanistan? Overlegde hij hierover met zijn collega in de coalitie? Zijn er hieromtrent extra voorzorgsmaatregelen genomen?

4) Erkent hij dat deze onthullingen bijzonder zeer slecht vallen in het licht van de interventie in Libië en deze operatie wellicht besmetten met een negatief aureool?

 
Réponse reçue le 23 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 23 september 2011 :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Tout comportement qui porte atteinte à l'intégrité physique ou morale de victimes innocentes doit être sévèrement condamné. Selon mes informations, les agissements dont il est question dans l'article paru dans « Der Spiegel » sont imputables à un nombre restreint d'individus et la toute grande majorité des militaires de la Force internationale d'assistance à la sécurité (FIAS) exécutent leur mission dans le respect le plus strict des droits de l'Homme.

Pour ses questions restantes, je renvoie l’honorable membre au ministre des Affaires étrangères, compétent en la matière.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Elk gedrag dat de fysieke of morele integriteit van onschuldige slachtoffers aantast, is sterk te veroordelen. Volgens mijn informatie zijn de handelingen waarvan sprake in het artikel van “Der Spiegel” toe te schrijven aan een beperkt aantal individuen terwijl de overgrote meerderheid van de militairen van International security assistance force (ISAF) hun opdracht vervullen in strikte navolging van de Mensenrechten.

Voor zijn overige vragen verwijs ik het geachte lid naar de minister van Buitenlandse Zaken, bevoegd in deze materie.