SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
12 juillet 2011 12 juli 2011
________________
Question écrite n° 5-2703 Schriftelijke vraag nr. 5-2703

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Le nombre de jours d’absence pour maladie des conducteurs de train Het aantal ziektedagen van treinbestuurders 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
personnel de conduite
congé de maladie
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
bestuurder
ziekteverlof
________ ________
12/7/2011Verzending vraag
26/7/2011Antwoord
12/7/2011Verzending vraag
26/7/2011Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-992 Requalification de : demande d'explications 5-992
________ ________
Question n° 5-2703 du 12 juillet 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2703 d.d. 12 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les médias ont récemment attiré l'attention sur le nombre relativement élevé d'absences pour maladie des chauffeurs de bus de la Société de transport public De Lijn, à savoir 18 jours par an ou 8,5 % des jours ouvrables. Ce chiffre est beaucoup plus élevé que chez d'autres travailleurs, à savoir 2,1 % en moyenne chez les employés et 3,5 % chez les ouvriers du secteur privé.

Je suppose que, comme moi, ces comparaisons vous interpellent et que, comme moi, vous faites preuve de compréhension en raison des exigences particulières, tant au niveau physique que mental, de la profession de chauffeur de bus. Bien que n'étant pas tout à fait comparables, les conducteurs de train peuvent également être placés dans une catégorie similaire. Leur moyen de transport et la manière dont ils se déplacent diffèrent naturellement, mais ils pnt en commun de hautes responsabilités, une concentration constante, etc.

La ministre peut-elle communiquer le nombre moyen d'absences pour maladie par an d'un conducteur de train ? Comment la ministre évalue-t-elle et explique-t-elle ce chiffre ? Quelle est l'évolution du nombre d'absences pour maladie par an depuis 2006 ? Que pense la ministre de cette évolution ?

Quelle est la différence entre ce chiffre et les moyennes des autres catégories de personnel au sein de la SNCB, par exemple les accompagnateurs de train, le personnel des gares, le personnel d'entretien, etc ? Quelle est la différence entre le nombre d'absences pour maladie des conducteurs de train et la moyenne générale du personnel de la SNCB dans les différentes articulations de la SNCB ?

Quelle est la différence entre le nombre moyen d'absences pour maladie des conducteurs de train et la moyenne des fonctionnaires fédéraux ? Comment la ministre évalue-t-elle et explique-t-elle cette différence et l'évolution de ces dernières années ?

 

Recent berichtten de media over het relatief hoog aantal ziektedagen van busbestuurders van de Vlaamse vervoersmaatschappij deLijn, namelijk 18 dagen per jaar of 8,5% van alle werkdagen. Dit aantal ligt beduidend hoger dan andere werknemers, bijv. gemiddeld 2,1% bij bedienden en 3,5% bij arbeiders in de privésector.

Ik vermoed dat u, zoals ik, me vragen stel bij deze vergelijkingen en dat wij ook wel begrip opbrengen voor de bijzonder hoge fysieke en mentale vereisten aan het beroep van buschauffeur. Hoewel niet helemaal vergelijkbaar, kunnen ook treinbestuurders in een soortgelijke categorie worden ondergebracht. Uiteraard zijn hun transportmiddel en de wijze waarop ze zich verplaatsen verschillend, anderzijds delen ze de hoge verantwoordelijkheid, permanente concentratie enz.

Kan de Minister het gemiddeld aantal ziektedagen van een gemiddelde treinbestuurder per jaar meedelen? Hoe evalueert en duidt de Minister dit aantal? Hoe evolueerde dit aantal ziektedagen jaarlijks sinds 2006? Wat leidt de Minister af uit deze ontwikkelingen?

Hoe verhoudt dit aantal zich tot de gemiddelden van andere personeelscategorieëen binnen de NMBS, bijv. treinconducteurs, stationpersoneel, onderhoudspersoneel enz? Hoe verhoudt het gemiddeld aantal ziektedagen van treinbestuurders zich tot het algemeen gemiddelde van het NMBS-personeel, in de verschillende NMBS-geledingen?

Hoe verhoudt het gemiddeld aantal ziektedagen van treinbestuurders zich tot het gemiddelde van de federale ambtenaren? Hoe evalueert en duidt de Minister deze verhouding en de evolutie ervan de voorbije jaren?

 
Réponse reçue le 26 juillet 2011 : Antwoord ontvangen op 26 juli 2011 :

Le nombre moyen de jours de maladie des conducteurs de trains s’élevait selon le Groupe Société nationale des Chemins de fer belges (SNCB) à douze jours en 2006, à quatorze jours en 2007, à treize jours en 2008, à treize jours en 2009 et à treize jours en 2010. Il s’agit ici du nombre moyen de jours d’absence d’un conducteur de train malade. Ce nombre reste donc assez stable.

Proportionnellement le nombre moyen de jours de maladie est considérablement plus bas que la moyenne totale pour le Groupe SNCB. Ceci a sans doute à voir avec l’âge moyen de cette catégorie du personnel.

C’est un phénomène connu que le pourcentage d’absentéisme augmente avec l’âge. Le 1ier janvier 2011, plus que la moitié des membres du personnel du Groupe SNCB était âgée de 49 ans ou plus. Le groupe de conducteurs de train est une population plus jeune dont plus que la moitié avait 41 ans ou plus le 1ier janvier 2011.

Ceci peut être expliqué par le fait que les conducteurs de train ont la possibilité de faire valoir leurs droits à la retraite – sous certaines conditions statutaires, dépendant du nombre d’années de service en tant que conducteur – à partir de l’âge de 55 ans.

Le pourcentage moyen d’absentéisme sur la totalité du personnel du Groupe SNCB varie, selon les chiffres de 2009, d’environ 5 %.

Le pourcentage moyen d’absentéisme concernant les agents fédéraux s’élève, selon les chiffres de 2009, à 6,63 %.

Het gemiddeld aantal ziektedagen voor de treinbestuurders bedroeg volgens de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-Groep in 2006 twaalf dagen, in 2007 veertien dagen, in 2008 dertien dagen, in 2009 dertien dagen en in 2010 dertien dagen. Het gaat hier om het gemiddeld aantal dagen dat een zieke treinbestuurder afwezig is. Dit aantal blijft dus vrij stabiel.

De verhouding van dit gemiddeld aantal ziektedagen voor treinbestuurders ligt beduidend lager dan het totaal gemiddelde voor de NMBS-Groep. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de gemiddelde leeftijd van deze personeelscategorie.

Het is een bekend fenomeen dat het ziekteverzuimpercentage stijgt bij toenemende leeftijd. Op 1 januari 2011 was meer dan de helft van de personeelsleden van de NMBS-Groep 49 jaar of ouder. De groep van de treinbestuurders is een jongere populatie waarbij op 1 januari 2011 meer dan de helft 41 jaar was of ouder.

Dit laatste kan mee verklaard worden door het feit dat treinbestuurders hun rechten op een rustpensioen - onder bepaalde statutaire voorwaarden, afhankelijk van het aantal jaren rijdiensten - kunnen laten gelden vanaf de leeftijd van 55 jaar.

Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage bij het totaal van het personeel van de NMBS-groep schommelt rond de 5 % volgens de cijfers van 2009.

Het gemiddeld ziekteverzuimpercentage voor federale ambtenaren ligt, volgens de cijfers van 2009, op 6,63 %