SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
19 mai 2011 19 mei 2011
________________
Question écrite n° 5-2368 Schriftelijke vraag nr. 5-2368

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Les propos tenus par le ministre concernant la manifestation contre l'impasse politique De uitspraken van de minister aangaande de betoging tegen de politieke impasse 
________________
crise politique
droit de manifester
politieke crisis
recht tot betogen
________ ________
19/5/2011Verzending vraag
6/6/2011Antwoord
19/5/2011Verzending vraag
6/6/2011Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-360 Requalification de : demande d'explications 5-360
________ ________
Question n° 5-2368 du 19 mai 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2368 d.d. 19 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lors d'une manifestation organisée voici quelques jours à Bruxelles, plus de 35.000 personnes ont demandé et même imploré un rapprochement politique et un plus grand sens des responsabilités. Le vice-premier ministre s'est lui-même déclaré impressionné par le succès de foule. « On dit parfois que les gens ne s'intéressent plus à la politique mais on voit qu'en très peu de temps, un nombre impressionnant de personnes peuvent s'unir pour donner un signal clair et prendre un engagement concret. » Selon le ministre, la manifestation constitue une sorte de « coup de sifflet », de signal d'alarme adressé à la politique. Il a également mis en garde contre une récupération politique. « J'ai le sentiment que certains responsables politiques devraient écouter avec un peu plus de modestie ce signal des citoyens. » Le ministre a ajouté : « Certains disent maintenant : il est temps que l'autre fasse plus de concessions, devienne plus flexible et c'est une interprétation particulièrement regrettable. Je pense qu'il s'agit d'un message qui s'adresse à tous les responsables politiques, d'un reproche collectif. Aucun responsable politique ne peut dire qu'il ne se sent pas interpellé. »

Commenter une manifestation appelant les politiques à prendre leurs responsabilités est une chose mais en tirer des leçons est autre chose.

Le ministre considère-t-il également que ces 35.000 personnes ont pris et démontré un engagement social ? Se sent-il explicitement interpellé par cette manifestation ? Interprète-t-il cette manifestation comme un reproche qui lui est aussi adressé ? Selon lui, quels sont les responsables politiques qui se sont rendus coupables de récupération politique ? En livrant des commentaires sur cette manifestation, le ministre ne tente-t-il pas de récupérer politiquement cet événement, ce qui est précisément ce qu'il reproche aux autres ? Pense-t-il que c'est faire preuve de modestie que de faire ce commentaire ou s'estime-t-il capable et autorisé à exprimer une vision politique claire dans de telles circonstances ? Pourquoi pense-t-il que considérer que certains responsables politiques devraient faire plus de concessions est une interprétation regrettable ? Faire des concessions n'est-il pas l'essence d'un compromis politique efficace entre des convictions politiques antagonistes ?

 

Op een manifestatie in Brussel van enkele dagen geleden vroegen of smeekten meer dan 35 000 betogers om meer politieke toenadering en verantwoordelijkheid. De Vice-Eerste Minister bleek naar eigen zeggen bijzonder onder de indruk van de hoge opkomst. "Men zegt wel eens dat mensen niet meer geïnteresseerd zijn in politiek, maar je ziet toch dat op heel korte tijd enorm veel mensen een duidelijk teken willen geven en daarvoor ook engagement willen nemen." Volgens de minister betekende de betoging "een soort van fluitsignaal", als alarmsignaal aan de politiek. Hij waarschuwde wel voor politieke recuperatie "Ik heb het gevoel dat een aantal politici met wat meer bescheidenheid naar dit signaal van de burgers moeten luisteren." De minister stelde ook dat "Een aantal mensen zegt nu: het is tijd dat de andere wat meer toegeeft, wat flexibeler wordt, en dat is een bijzonder spijtige interpretatie. Ik denk dat het een bericht aan alle politici is, een collectief verwijt. Geen enkele politicus mag zeggen dat hij zich niet aangesproken voelt".

Commentaar geven op een manifestatie om politieke verantwoordelijkheid op te nemen is één zaak. Daar lessen uit trekken is een andere.

Deelt de minister de vaststelling dat deze 35.000 mensen een maatschappelijk engagement opnamen en toonden? Voelt de minister zich expliciet aangesproken door de betoging? Interpreteert de minister deze manifestatie ook als een verwijt aan zichzelf? Welke politici bezondigden zich volgens de minister aan politieke recuperatie? Is het becommentariëren van deze betoging ook geen poging tot politieke recuperatie, juist wat de minister andere politici verwijt? Vindt de minister deze commentaar een uiting van bescheidenheid, of denkt hij dat hij in deze omstandigheden een duidelijke politieke visie kan en mag vertolken? Waarom vindt de minister het een spijtige interpretatie dat sommige politici wat meer zouden moeten toegeven? Betekent het doen van toegevingen niet de essentie van een werkzaam politiek compromis tussen tegengestelde politieke overtuigingen?

 
Réponse reçue le 6 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 6 juni 2011 :

Je constate que les six questions posées par l’honorable membre ne relèvent pas de ma compétence en tant que ministre des Affaires étrangères, mais me plutôt pressente sur mes opinions personnelles. La Commission des Relations extérieures n’en est pas le forum correct ni convenable.

Ik stel vast dat de zes vragen die het geachte lid stelt geen betrekking hebben op mijn verantwoordelijkheden als minister van Buitenlandse Zaken, maar eerder polsen naar mijn persoonlijke opvattingen. De Commissie Buitenlandse Betrekkingen is daar niet het gepaste of juiste forum voor.