SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
8 octobre 2010 8 oktober 2010
________________
Question écrite n° 5-231 Schriftelijke vraag nr. 5-231

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Inspection spéciale des impôts (ISI) - Fraude transfrontalière - Connaissances linguistiques du personnel Bijzondere Belastinginspectie (BBI) - Grensoverschrijdende fraude - Talenkennis van het personeel 
________________
Inspection spéciale des impôts
fraude fiscale
multilinguisme
langue étrangère
Bijzondere Belastinginspectie
belastingfraude
veeltaligheid
vreemde taal
________ ________
8/10/2010Verzending vraag
6/12/2010Antwoord
8/10/2010Verzending vraag
6/12/2010Antwoord
________ ________
Question n° 5-231 du 8 octobre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-231 d.d. 8 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans un contexte de fraude transfrontalière qui rend nécessaire l'échange d'informations avec des administrations étrangères, des connaissances linguistiques étendues à l'Inspection spéciale des impôts sont indispensables. La commission spéciale d'enquête parlementaire a d'ailleurs recommandé d'améliorer et de coordonner les formations tant internes qu'externes proposées aux fonctionnaires du fisc.

1) Combien de membres du personnel de l'ISI sont concernés par la lutte contre la fraude transfrontalière ?

2) Combien d'entre eux ont-ils en pratique une connaissance approfondie des trois langues nationales ? Combien ont-ils une connaissance approfondie de l'anglais ? Combien connaissent-ils de manière approfondie une ou plusieurs autres langues ?

3) Pour quelles langues y aurait-il d'éventuelles pénuries ? Dans le Rapport identifiant un certain nombre de mesures spécifiques contre la fraude fiscale du 9 décembre 2009, la Cour des comptes observe par exemple que la Corée du Sud a transmis des informations illisibles par l’administration belge, car rédigées dans l'alphabet coréen. Des problèmes similaires se posent-ils à l'ISI ? Si oui, quelles mesures a-t-on déjà prises pour y remédier ?

 

In een context van grensoverschrijdende fraude waarbij informatie met buitenlandse administraties uitgewisseld moet worden, is een uitgebreide talenkennis bij de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) een must. De bijzondere parlementaire onderzoekscommissie heeft in haar aanbevelingen trouwens aangeraden zowel de interne als de externe opleidingen voor de belastingambtenaren te verbeteren en te coördineren.

1) Hoeveel personeelsleden van de BBI zijn betrokken bij het bestrijden van grensoverschrijdende fraude?

2) Hoeveel daarvan hebben in de praktijk een grondige kennis van de drie landstalen? Hoeveel hebben een grondige kennis van het Engels? Hoeveel hebben een grondige kennis van een of meerdere andere talen?

3) Voor welke talen zijn er eventueel knelpunten? In het rapport over de fiscale fraude van 9 december 2009 merkte het Rekenhof bijvoorbeeld op dat Zuid-Korea informatie had overgezonden die door de Belgische administratie niet kon worden gelezen omdat ze in hun alfabet was opgesteld. Doen zich bij de BBI soortgelijke problemen voor? Zo ja, welke maatregelen zijn dan reeds genomen om dat te verhelpen?

 
Réponse reçue le 6 décembre 2010 : Antwoord ontvangen op 6 december 2010 :

1) Étant donné que sa mission principale concerne la fraude internationale de grande échelle, la plus grande partie des agents mis à la disposition de l’Inspection spéciale des impôts (ISI) sont concernés à différents niveaux par la lutte contre la fraude internationale. Il n’existe pas de service spécifique ayant pour seule compétence la fraude internationale. Chaque agent peut être amené à traiter avec l’étranger en fonction des dossiers qu’il reçoit.

À l’administration centrale, il existe un service dont l’occupation principale est la collaboration internationale et la demande d’informations à l’étranger.

2) Comme chacun sait, le multilinguisme n’est pas une obligation au Service public fédéral (SPF) Finances ; il en est donc de même à l’ISI. La connaissance de plusieurs des trois langues nationales et/ou de l’anglais est évidemment un atout.

L’assistance administrative se déroule en néerlandais, français et anglais mais les langues officielles de communication définies par l’Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) sont le français et l’anglais.

À l’ISI, l’apprentissage des langues est évidemment vivement encouragé. Les fonctionnaires de l’ISI disposent des plus larges possibilités pour suivre des cours de langues (IFA, E-learning, …). Chacun est libre de prendre sa formation en main en fonction de ses propres qualifications et des besoins de son service.

3) Étant donné que les informations provenant de l’étranger doivent être communiquées dans une des trois langues officielles que sont le néerlandais, le français et l’anglais, l’ISI ne connaît pas de problème de traduction des documents. Il est apparu, dans des cas extrêmement rares, que certaines annexes étaient envoyées dans la langue d’origine, par exemple en chinois. Dans ces circonstances, l’aide d’un traducteur assermenté par l’État permet de résoudre les difficultés

1) Omwille van haar kernopdracht, zijnde de aanpak van de grootschalig fiscale fraude is het grootste deel van de bij de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) ter beschikking gestelde ambtenaren zijn op verschillende niveaus betrokken bij internationale fraudebestrijding. Er bestaat geen specifieke BBI-dienst die enkel internationale fraude als bevoegdheid heeft. Elke ambtenaar kan in functie van de dossiers die hij ontvangt te maken hebben met het buitenland.

Bij de centrale administratie bestaat er een dienst die voornamelijk dossiers inzake internationale samenwerking en vragen om inlichtingen naar het buitenland behandelt.

2) Zoals algemene geweten bij het openbaar ambt is verplicht meertaligheid geen vereiste bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën en dus ook niet bij BBI. Uiteraard is de kennis van meerdere van de drie landstalen en/of het Engels een troef.

De administratieve bijstand gebeurt in het Nederlands, het Frans of het Engels, maar de officiële communicatietalen bepaald door de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) zijn het Frans en het Engels.

Binnen de BBI wordt het aanleren van een taal sterk aangemoedigd. De ambtenaren van de BBI beschikken over de meest uitgebreide mogelijkheden om taalcursussen te volgen (OFO, E-learning, …). Elkeen kan dan ook vrij deze opleidingen volgen en dit in functie van zijn kwaliteiten en dienstnoodwendigheden.

3) Aangezien de door het buitenland verstrekte informatie in één van de drie officiële talen moet worden verstrekt zijnde het Nederlands, het Frans en het Engels, kent de BBI geen problemen omtrent de vertaling van deze documenten. Het blijkt dat in heel uitzonderlijke gevallen sommige bijlagen in de taal van herkomst , bijvoorbeeld het Chinees, worden toegezonden. In zulke gevallen wordt het probleem opgelost door de hulp van een door de Staat beëdigde vertaler in te roepen.