SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
6 mai 2011 6 mei 2011
________________
Question écrite n° 5-2287 Schriftelijke vraag nr. 5-2287

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Aide aux médecins généralistes - Impulseo - Effets Steun aan huisartsen - Impulseo - Effecten 
________________
médecin
médecine générale
dokter
algemene geneeskunde
________ ________
6/5/2011Verzending vraag
16/9/2011Antwoord
6/5/2011Verzending vraag
16/9/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2287 du 6 mai 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2287 d.d. 6 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Pour répondre au manque criant de médecins généralistes, la Santé publique a lancé successivement les Fonds d'impulsion Impulseo I, II et III. Ces fonds visent tout à fait explicitement à soutenir financièrement les pratiques de médecine générale au moyen de prêts sans intérêt, d'un accompagnement gratuit, d'une intervention dans les coûts salariaux du personnel de soutien, lié au dossier médical global (DMG). Ces fonds avantagent à la fois les généralistes qui travaillent en groupe et ceux qui travaillent seuls (depuis Impulseo III).

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Quelles sont les visées concrètes des programmes Impulseo ? En quels objectifs quantitatifs ces visées ont-elles été traduites ? Dans quelle mesure le nombre de généralistes doit-il augmenter pour que ces programmes soient considérés comme une réussite ?

2) Dans quelle mesure l'application de ces programmes a-t-elle déjà donné les effets espérés ? Quels sont les volets de ces programmes qui ont réussi ? Quels sont ceux qui semblent inefficaces ou trop peu efficaces ? Pourquoi la ministre tire-t-elle ces conclusions ?

3) Le programme Impulseo III est-il opérationnel et quel succès remporte-t-il ?

4) Dans quelle mesure les programmes Impulseo ont-ils entraîné une surcharge administrative pour les généralistes ? Ces charges mettent-elles en péril les effets positifs des programmes ?

5) Les primes liées à l'aide Impulseo sont déductibles fiscalement. Quel montant net le généraliste conserve-t-il de ces primes ?

 

Als antwoord op een acuut tekort aan huisartsen lanceerde Volksgezondheid achtereenvolgens de Impulseo I, II en III impulsfondsen. Deze fondsen beogen heel expliciet de financiële ondersteuning van huisartsenpraktijken door onder andere renteloze leningen, gratis begeleiding, tussenkomst in de loonkosten van ondersteunend personeel, gekoppeld aan het globaal medisch dossier (GMD). Hierbij worden zowel samenwerkende maar (sinds Impulseo III) ook alleenwerkende huisartsen begunstigd.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Met welke concrete doelstellingen werken de Impulseo-programma's? In welke kwantitatieve gewenste effecten zijn deze doelstellingen vertaald? In welke mate moet het aantal huisartsen toenemen om deze programma's als geslaagd te evalueren?

2) In welke mate leidde de toepassing van deze programma's momenteel tot de gewenste effecten? Welke onderdelen scoren successen, welke lijken niet of te weinig werkzaam en waarom trekt de geachte minister deze conclusies?

3) Is Impulseo III ondertussen werkzaam en met welk succes?

4) In welke mate leidden de Impulseo-programma's tot meer administratieve lasten bij de huisartsen? Bedreigen deze lasten de gunstige effecten ervan?

5) De premies verbonden aan de Impulseo-steun zijn fiscaal belastbaar. Wat blijft er van deze premies netto over voor de huisarts?

 
Réponse reçue le 16 septembre 2011 : Antwoord ontvangen op 16 september 2011 :

En ce qui concerne les objectifs assignés au Fonds d’impulsion de la médecine générale, l’article 36duodecies de la loi relative à l’assurance soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 inséré par la loi-programme du 24 juillet 2008 devrait apporter un éclairage suffisant :

« Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, créer un Fonds d'impulsion pour la médecine générale, destiné au financement de mesures visant à soutenir la médecine générale, qui ont pour but de stimuler les médecins généralistes à exercer ou à continuer d'exercer une activité de médecine générale. Les mesures peuvent tenir compte de caractéristiques objectives spécifiques des médecins généralistes mêmes d'une part et de leur pratique et des caractéristiques locales de la médecine générale d'autre part et elles peuvent entre autres concerner les frais d'installation d'un médecin généraliste et les activités ne concernant pas les soins nécessaires pour la gestion de la pratique. »

Cette base légale s’est substituée à celle prévue initialement qui prévoyait de financer des nouvelles installations, de soutenir la création de réseaux de médecins généralistes, de soutenir la pratique en duo et de soutenir l’installation groupée de médecins.

Des résultats obtenus, on peut mettre en avant pour Impulseo I (aides à l’installation) les données suivantes pour des dossiers introduits auprès du Fonds de participation depuis le lancement de ce package en octobre 2006

  • Nombre de Primes : 2006 :46 /2007: 84 /2008:72 / 2009:73 /2010: 68 soit un total de 343 dossiers

  • Nombre de Prêts:2006:36 /2007:121 /2008:113 /2009: 85 / 2010:112 soit un total de 467 dossiers

Sachant qu’en outre pour cette même période, 139 médecins ont aussi sollicité le Prêt complémentaire proposé par le Fonds de Participation, c’est finalement 949 demandes qui sont intervenues. Sur un total de 931 demandes déjà traitées, 908 ont été approuvées pour un montant global de 16 735 597,65 euro.

Pour Impulseo II (soutien financier pour aides administratives à la pratique) on peut distinguer :

  • 331 dossiers introduits pour 304 approuvés pour les coûts salariaux relatifs à 2007 pour un montant total déjà payé de 2 991 968,24 euro

  • 424 dossiers introduits pour 398 approuvés pour les coûts salariaux de 2008 , pour un montant déjà payé de 4 026 875,06 euro

  • 519 dossiers introduits pour 497 approuvés pour les coûts salariaux de 2009 pour un montant déjà payé de 5 680 469,30 euro.

La tendance pour le volet 1 est relativement stable, le nombre de demandes pour le volet II est en constante augmentation.

Pour ce qui concerne Impulseo III, qui comprend à la fois une extension de la possibilité d’octroi du soutien financier pour aides à la pratique au profit d’un médecin exerçant seul et la possibilité d’octroi d’un soutien financier pour le recours aux services d’un télésecrétariat médical tant par un médecin solo que par un médecin pratiquant en groupe, ce dossier est en préparation pour une présentation lors d’un prochain Conseil des ministres.

Il n’a à aucun moment été estimé de la part des acteurs sur le terrain que les charges administratives découlant de la nécessité d’introduire une demande auprès du Fonds de participation étaient de nature à freiner le recours à ces aides, d’autant qu’il est proposé à chaque médecin qui le souhaite de se faire aider gratuitement dans sa démarche par les structures d’appui agréées par ce même Fonds.

Enfin, pour ce qui est du traitement fiscal des aides obtenues, je ne puis que confirmer que les primes sont des revenus imposables et doivent donc être déclarées sans être toutefois en mesure de me prononcer sur le bénéfice réel net des aides perçues après imposition.

Wat de doelstellingen betreft die aan het Impulsfonds voor de huisartsgeneeskunde zijn toegewezen, geeft artikel 36duodecies van de wet betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, , ingevoerd door de programmawet van 24 juli 2008 , de volgende afdoende verduidelijking: “ De Koning kan, bij besluit vastgelegd na overleg in de ministerraad, een impulsfonds voor de huisartsgeneeskunde oprichten, bestemd voor de financiering van maatregelen ter ondersteuning van de huisartsgeneeskunde, die tot doel hebben huisartsen aan te zetten een huisartsgeneeskundige activiteit uit te oefenen of te blijven uitoefenen. De maatregelen kunnen rekening houden met specifieke objectieve karakteristieken van enerzijds de huisartsen zelf en anderzijds hun praktijk en de plaatselijke kenmerken van de huisartsgeneeskunde, en kunnen onder meer betrekking hebben op de kosten voor de installatie van een huisarts en voor de niet-verzorgingsgebonden activiteiten noodzakelijk voor het beheer van de praktijk.”

Die wettelijke basis vervangt de oorspronkelijke die de ondersteuning van de oprichting van netwerken van algemeen geneeskundigen, van duopraktijken en de gegroepeerde installatie van huisartsen.

Uit de verkregen resultaten kan men voor Impulseo I (hulp bij de installatie) de volgende gegevens afleiden voor dossiers die sinds de lancering ervan in oktober 2006 bij het Participatiefonds zijn ingediend

  • Aantal premies: 2006: 46 /2007: 84 /2008:72 / 2009: 73 / 2010 : 68 ofwel in totaal 343 dossiers

  • Aantal leningen: 2006: 36 / 2007: 121 / 2008: 113 / 2009: 85 / 2010: 112 ofwel in totaal 467 dossiers.

Als men weet dat voor diezelfde periode 139 artsen ook de aanvullende lening die door het Participatiefonds is voorgesteld hebben aangevraagd, betekent dit uiteindelijk 949 aanvragen. In totaal werden al 931 aanvragen behandeld, 908 hiervan werden goedgekeurd voor een totaalbedrag van 16 735 597,65 euro.

Voor Impulseo II (financiële steun voor administratieve hulp in de praktijk) werden er:

  • 331 dossiers ingediend waarvan er 304 zijn goedgekeurd voor loonkosten met betrekking tot 2007 voor een al betaald totaalbedrag van 2 991 968,24 euro.

  • 424 dossiers ingediend waarvan er 398 zijn goedgekeurd voor loonkosten met betrekking tot 2008 voor een al betaald totaalbedrag van 4 026 875,06 euro.

  • 519 dossiers ingediend waarvan er 497 zijn goedgekeurd voor loonkosten met betrekking tot 2009 voor een al betaald totaalbedrag van 5 680 469,30 euro.

De trend voor Impulseo I is relatief stabiel, maar het aantal aanvragen voor Impulseo II kent een constante toename.

Het dossier Impulseo III, dat zowel een uitbreiding bevat van de mogelijkheid om een financiële ondersteuning te bieden voor praktijkhulp voor de arts met een solopraktijk, als van de mogelijkheid om financiële steun te bieden voor de diensten van een medisch telesecretariaat voor artsen met een solopraktijk of met een groepspraktijk, wordt voorbereid om tijdens een volgende ministerraad te worden voorgesteld.

De actoren op het terrein hebben op geen enkel moment gemeend dat de administratieve lasten die voortvloeien uit de noodzakelijkheid om een aanvraag in te dienen bij het Participatiefonds, het beroep op die hulp afremmen. Elke arts die dat wenst, kan zich trouwens hiervoor gratis laten bijstaan door de ondersteunende structuren die door het Participatiefonds zijn erkend.

Wat ten slotte de fiscale behandeling van de ontvangen hulp betreft, moet ik bevestigen dat de premies belastbare inkomsten zijn en dus moeten worden gedeclareerd. Ik kan me echter niet uitspreken over het nettobedrag van de hulp na belastingheffing.