SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
6 mai 2011 6 mei 2011
________________
Question écrite n° 5-2274 Schriftelijke vraag nr. 5-2274

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________________
Commerce international - Accès au marché chinois - Reprise d'entreprises belges par des entreprises chinoises Internationale handel - Toegang tot de Chinese markt - Overname van Belgische bedrijven door Chinese ondernemingen 
________________
Chine
investissement étranger
échange commercial
accès au marché
investissement à l'étranger
China
buitenlandse investering
handelsverkeer
toegang tot de markt
investering in het buitenland
________ ________
6/5/2011Verzending vraag
16/6/2011Antwoord
6/5/2011Verzending vraag
16/6/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2274 du 6 mai 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2274 d.d. 6 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les entreprises qui ne sont pas chinoises éprouvent beaucoup de difficultés à se développer pleinement sur le marché chinois. Il apparaît que cette situation difficile se modifie radicalement lorsqu'une entreprise est partiellement reprise par des Chinois.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes.

1) Le ministre pense-t-il lui aussi que l'accès au marché chinois est facilité lorsqu'une entreprise est partiellement reprise par une firme chinoise ?

2) Combien d'entreprises belges ont-elles été intégralement ou partiellement reprises par des entreprises chinoises au cours de la période 2006-2010 ? Comment le ministre évalue-t-il et explique-t-il ces évolutions ?

3) S'est-il déjà concerté à ce sujet avec ses collègues européens ? Développe-t-on une stratégie européenne commune à ce sujet ? Si oui, laquelle ? Si non, pourquoi l'Europe reste-t-elle inerte dans ce domaine ?

 

Niet-Chinese bedrijven ondervinden erg veel moeilijkheden om zich volwaardig op de Chinese markt te ontwikkelen. Blijkbaar verandert deze moeilijke situatie grondig indien een bedrijf gedeeltelijk door Chinezen wordt overgenomen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister de analyse dat de toegang tot de Chinese markt wordt vergemakkelijkt indien een bedrijf gedeeltelijk wordt overgenomen door een Chinese firma?

2) Hoeveel Belgische bedrijven werden in de periode 2006-2010 door Chinese bedrijven geheel of gedeeltelijk overgenomen? Hoe evalueert en duidt hij deze ontwikkelingen?

3) Pleegde hij hierover al overleg met zijn Europese collegae? Wordt er hieromtrent een gezamenlijke Europese strategie ontwikkeld? Zo ja, welke? Zo niet, waarom blijft Europa hier inert?

 
Réponse reçue le 16 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 16 juni 2011 :

1. Accéder au marché chinois demeure en effet très difficile pour les entreprises belges, comme pour les entreprises européennes. Les exportations belges de biens et de services (80 % du PIB) sont toujours concentrées pour la plupart sur les pays voisins. Les exportations vers l’Asie, et principalement vers la Chine, sont en hausse mais restent inférieures à ce qu’elles pourraient être. Les importations en provenance d’Asie augmentent aussi plus vite que nos exportations vers l’Asie. Ce constat vaut également pour les autres pays du BRIC.

En outre, nous pouvons constater de manière empirique qu’il existe un lien de causalité entre les investissements, et plus particulièrement les investissements directs sortants, et le commerce. Il est par contre moins évident d’établir que les investissements directs entrants soutiendraient les exportations.

De plus, des études récentes montrent que l’intérêt que portent les pays du BRIC à la Belgique en tant que lieu d’investissement ne cesse de diminuer. La part des investissements directs des pays du BRIC s’élevait en 2007 à 5,7 % du total des investissements étrangers en Belgique. Après avoir atteint 7 % en 2008, cette part a chuté à 4 % en 2009.

Je ne peux dès lors ni vraiment souscrire à vos propos ni les contredire. D’autres études montrent que la spécialisation des exportations belges n’est plus adaptée aux économies émergentes comme la Chine. La Belgique exporte en effet moins de produits pour lesquels il existe une demande croissante. Cela signifie que l’appareil industriel doit être adapté à la demande mondiale. Toutefois, la politique industrielle relève davantage de la compétence des Régions.

2. Voici quelques chiffres concernant le nombre d’investissements chinois (nombre de projets = nombre de participations au capital et / ou d’investissements greenfield) :

2006: 3

2007: 4

2008: 6

2009: 4 (C’est le total des pays du BRIC de cette année !)

Il convient de se demander si certains investissements chinois n’ont pas davantage pour but de conquérir le marché européen plutôt que de concurrencer leur marché.

3. Comme vous le savez, la politique commerciale est une compétence exclusive de la Commission européenne. Celle-ci travaille en effet à l’élaboration d’une stratégie globale d’accès aux marchés à l’égard de la Chine. Mon collègue, le ministre des Affaires étrangères et du Commerce extérieur, suit ce dossier.

1. De toegang tot de Chinese markt blijft voor Belgische bedrijven – net als voor Europese bedrijven - inderdaad zeer moeilijk. De Belgische export van goederen en diensten (80 % van het BBP) is nog steeds grotendeels geconcentreerd op de buurlanden. De export naar Azië -en vooral naar China- groeit, maar blijft beneden het volledige potentieel. De invoer vanuit Azië stijgt ook sneller dan onze export naar Azië. Men kan dezelfde vaststellingen maken voor de andere BRIC-landen.

Daarnaast kunnen we empirisch vaststellen dat er een causaal verband bestaat tussen investeringen, en meer bepaald “outward direct investment”, en handel. Het is minder voor de hand liggend dat “inward direct investment” de export zou ondersteunen.

Daarenboven wijzen recente studies uit dat de BRIC-landen meer en meer België laten links liggen als investeringslocatie. Het aandeel van directe investeringen van de BRIC-landen bedroeg in 2007 5,7 % van alle buitenlandse investeringen in België. Na een stijging tot 7 % in 2008, bedroeg dit aandeel 4 % in 2009.

Ik kan uw stelling dan ook niet eenduidig bijtreden of ontkrachten. Andere studies wijzen erop dat de Belgische exportspecialisatie niet meer aangepast is aan opkomende economieën, zoals China. België exporteert inderdaad minder producten waarnaar er een groeiende vraag is. Dit betekent dat het industrieel apparaat moet aangepast worden aan de wereldvraag. Het industriebeleid is echter een materie waarvoor de gewesten bevoegd zijn.

2. Voor wat het aantal Chinese investeringen betreft, kunnen volgende cijfers gegeven worden (aantal projecten = aantal deelnamen in kapitaal en/of “greenfield investment”):

2006: 3

2007: 4

2008: 6

2009: 4 (is het totaal van de BRIC-landen in dit jaar!).

Hierbij dient men zich eveneens af te vragen of bepaalde Chinese investeringen eerder tot doel hebben de Europese markt te veroveren, dan wel van de eigen markt te beconcurreren.

3. Zoals u weet, is het handelsbeleid een exclusieve bevoegdheid van de Europese Commissie. Deze werkt inderdaad aan een globale markttoegangstrategie ten opzichte van China. Mijn collega, de minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, volgt deze aangelegenheid op.