SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
20 avril 2011 20 april 2011
________________
Question écrite n° 5-2141 Schriftelijke vraag nr. 5-2141

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Forces armées - Défibrillateurs automatiques externes Strijdkrachten - Automatische externe defibrillators 
________________
premiers secours
maladie cardio-vasculaire
médecine d'urgence
armée
matériel médical
eerste hulp
hart- en vaatziekte
geneeskundige noodhulp
krijgsmacht
medisch en chirurgisch materiaal
________ ________
20/4/2011Verzending vraag
7/6/2011Antwoord
20/4/2011Verzending vraag
7/6/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2141 du 20 avril 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2141 d.d. 20 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Chaque année en Belgique, 10 000 personnes sont victimes d'un arrêt cardiaque subit. Moins de 10 % en réchappent. Dans sept cas sur dix, quelqu'un se trouve dans les parages et pourrait intervenir. La recherche scientifique montre que les chances de survie d'une personne frappée d'arrêt cardiaque doublent lorsqu'on fait usage d'un défibrillateur automatique externe (DAE).

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes, portant sur la présence d'un tel appareil à l'armée belge :

1. Combien de DAE se trouvent ils actuellement dans les locaux de l'armée belge ? Quels efforts le ministre a t il déjà entrepris pour introduire un DAE dans les différents lieux de travail de l'armée belge ?

2. Tous les bâtiments comptant un grand nombre de collaborateurs de l'armée belge disposent ils d'un DAE ? Le ministre peut il fournir un relevé des bâtiments des différentes unités ? Dans quels autres immeubles le ministre prévoit il l'installation d'un DAE ?

3. La ministre sait il si ces appareils ont déjà servi à une réanimation ? Dans l'affirmative, peut il fournir un relevé, depuis 2006, du nombre d'interventions avec un DAE ?

4. L'armée dispose t elle d'un plan d'action qui comprendrait entre autres une augmentation du nombre de DAE, une formation, une sensibilisation,… ? Si oui, le ministre peut il les communiquer ?

 

In België worden elk jaar 10.000 mensen slachtoffer van een onaangekondigde hartstilstand. Minder dan 10% procent overleeft. Zeven op de tien keer is er wel altijd iemand in de buurt die zou kunnen ingrijpen. Uit wetenschappelijke onderzoek blijkt dat iemand die een hartstilstand krijgt buiten het ziekenhuis dubbel zo veel overlevingskansen heeft wanneer een automatische externe defibrillator (AED) gebruikt wordt gebruikt.

Over de aanwezigheid van dit apparaat bij het Belgisch leger kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel AED toestellen bevinden er zich momenteel in de gebouwen van het Belgisch leger? Welke inspanningen heeft de minister al ondernomen om op de verschillende werkplekken van het Belgisch leger het AED-toestel te introduceren?

2. Beschikken alle gebouwen met een groot aantal medewerkers van het Belgisch leger over een AED-toestel? Kan de minister een overzicht geven van welke gebouwen van welke legeronderdelen? In welke andere gebouwen plant de minister de installatie van een AED toestel?

3. Weet de minister of deze toestellen al noodzakelijk waren bij een reanimatie? Zo ja, kan de minister, vanaf 2006, een overzicht geven van het aantal tussenkomsten met een AED?

4. Beschikt het leger over een actieplan, met daarbij uitbreiding van het aantal AED-toestellen, vorming, sensibilisering enz.? Zo ja, kan de minister deze plannen bezorgen?

 
Réponse reçue le 7 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 7 juni 2011 :

Les bâtiments de la Défense ne sont pas équipés de défibrillateurs automatiques parce que, jusqu’à récemment, il n’en existait pas de besoin impérieux. En effet, il y avait une infirmerie dans presque chaque quartier où le personnel disposait d’un défibrillateur semi automatique.

Fin 2010, une étude a été menée afin de déterminer les besoins qualitatifs et quantitatifs en matière de défibrillateurs, aussi bien pour le remplacement d’anciens appareils que pour l’installation de défibrillateurs automatiques dans les quartiers.

La Défense installera des défibrillateurs automatiques dans les quartiers militaires, indépendamment du nombre de personnel, ainsi que pour les infrastructures sportives. Ces appareils devraient être installés à proximité immédiate de l’infrastructure sportive ainsi qu’à des endroits stratégiques comme les corps de garde.

A côté de ces appareils automatiques, un certain nombre de défibrillateurs semi-automatiques sont également prévus. La présence de ces défibrillateurs semi-automatiques est planifiée dans les installations médicales telles que les centres médicaux régionaux, les antennes médicales fixes et l’hôpital militaire.

De gebouwen van Defensie zijn actueel niet uitgerust met automatische defibrillatoren omdat hiertoe tot in een recent verleden geen dringende behoefte bestond. In bijna elk militair kwartier was immers een infirmerie waar het personeel beschikte over een semiautomatische defibrillator.

Eind 2010 werd een studie uitgevoerd teneinde de kwalitatieve en kwantitatieve behoeften aan defibrillatoren te bepalen zowel om oude toestellen te vervangen als voor de installatie van automatische defibrillatoren in de kwartieren.

Defensie zal automatische defibrillatoren installeren in de militaire kwartieren, ongeacht het effectief aan personeel, alsook in de specifieke sportinfrastructuren. Deze toestellen zouden moeten geplaatst worden in de onmiddellijke buurt van de sportinfrastructuur en op strategische plaatsen zoals in de wachtlokalen.

Naast deze automatische toestellen, worden eveneens een aantal semiautomatische defibrillatoren voorzien. De plaatsing van deze semiautomatische defibrillatoren is gepland in medische installaties zoals de regionale medische centra, vaste medische antennes en het militair hospitaal.