SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
7 avril 2011 7 april 2011
________________
Question écrite n° 5-2048 Schriftelijke vraag nr. 5-2048

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Belgique - Propagation de la rougeole - Causes et conséquences - Mesures België - Verspreiding van de mazelen - Oorzaken en gevolgen - Maatregelen 
________________
maladie infectieuse
prévention des maladies
infectieziekte
voorkoming van ziekten
________ ________
7/4/2011Verzending vraag
5/7/2011Antwoord
7/4/2011Verzending vraag
5/7/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2048 du 7 avril 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2048 d.d. 7 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Après des années d'absence, la rougeole réapparaît. Après que nos pays voisins aient été touchés, 95 cas de contamination par ce virus ont déjà été enregistrés dans notre pays en 2011. Cela représente une forte augmentation. Selon les données de l'Institut scientifique de santé publique, il y a eu 40 cas en 2010.

Le virus de la rougeole touche surtout des enfants et des jeunes adultes ; il est généralement inoffensif. Toutefois, des complications graves surviennent parfois. Chaque année, plus de 20 millions de personnes contractent la rougeole dans le monde. Selon les estimations de l'Organisation mondiale de la santé, 164 000 enfants sont décédés en 2008 des suites de cette maladie, surtout en Afrique et en Asie.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) La ministre confirme-t-elle cette tendance inquiétante ? Comment évalue-t-elle et juge-t-elle cette évolution défavorable ? Peut-elle indiquer le nombre de contaminations à la rougeole pour la période de 2006 à 2010 ? Comment explique-t-elle ces chiffres et évolutions, et quelles sont ses conclusions ? A-t-elle déjà pris des mesures pour lutter contre cette épidémie en recrudescence ? Quelles mesures complémentaires envisage-t-elle, est-il question d'un plan d'action ou d'une stratégie globale ?

2) Certains experts attribuent l'origine de la progression de la contamination à un dosage trop faible des vaccins. La ministre partage-t-elle cette analyse ou y a-t-il d'autres causes ? Qui est responsable ?

3) A-t-on connu des décès à la suite d'une contamination par ce virus dans la période de 2006 à 2010 ? Quel est, selon la ministre, le degré de gravité de la menace, pour la santé publique, du nombre croissant de contaminations par la rougeole ?

 

Na jaren afwezigheid duikt de ziekte mazelen terug op, na onze buurlanden ook in ons land met in 2011 al vijfennegentig geregistreerde besmettingen met dit virus. Dit betekent een forse toename, in 2010 beperkte de ziekte zicht tot veertig gevallen, wat blijkt uit de gegevens van het Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid.

Het mazelenvirus treft vooral kinderen en jongvolwassenen, meestal onschuldig. Toch komen er soms ernstige complicaties voor. Jaarlijks krijgen wereldwijd meer dan 20 miljoen mensen de mazelen. In 2008 stierven volgens de Wereldgezondheidsorganisatie naar schatting 164 000 kinderen aan de gevolgen van deze ziekte, vooral in Afrika en Azië.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bevestigt de geachte minster deze verontrustende trend? Hoe evalueert en beoordeelt zij deze ongunstige evolutie? Kan zij over de besmettingen met de mazelen de cijfers bezorgen voor periode van 2006 tot 2010? Hoe duidt en verklaart zij deze cijfers en ontwikkelingen en met welke conclusies? Trof zij reeds maatregelen om deze opkomende epidemie te bestrijden? Welke bijkomende initiatieven plande zij, is er sprake van een actieplan of omvattende strategie?

2) Sommige experts vinden de oorzaak van deze oprukkende besmetting in een te laag ingeschatte dosis bij de vaccinaties. Beaamt zij deze analyse of zijn er andere oorzaken? Wie draagt hier de verantwoordelijkheid?

3) Deden zich in de periode van 2006 tot 2010 sterfgevallen voor tengevolge van een besmetting door dit virus? Hoe ernstig schat zij de bedreiging van groeiende besmettingen door mazelen in voor de volksgezondheid?

 
Réponse reçue le 5 juillet 2011 : Antwoord ontvangen op 5 juli 2011 :

1) Entre le 1er janvier et le 7 juin 2011, il a été fait état d’un total de 155 cas de rougeole, tandis que pour toute l’année 2010, il n’a été question que de 40 cas. En 2011, une augmentation des cas de rougeole est donc effectivement observable en Belgique (1). Dans d’autres pays européens, l’on a également remarqué une hausse avec notamment des épidémies en France, en Bulgarie, en Irlande

Depuis octobre 2002, la surveillance de la rougeole s’effectue à l’aide d’un système de surveillance d’affections rares chez les enfants, appelé « PediSurv » basée sur la déclaration volontaire de quelques maladies infectieuses (2). Depuis 2009, la rougeole fait partie des maladies à déclaration obligatoire au niveau des communautés. Les données pour la Belgique sont centralisées à l’Institut Scientifique de Santé Publique (ISP) qui effectue ensuite des communications vers l’ECDC et l’OMS Europe.

Entre 2006 et 2010, l’ISP a reçu des déclarations relatives à un total de 245 cas de rougeole (tableau 1). En 2007 – 2008, l’on a assisté à une augmentation à cause d’une épidémie importante dans les communautés juives orthodoxes à Anvers. En 2009 et 2010, différents cas se sont déclarés après avoir été importés de France.

En janvier 2003, a été créé le « Comité pour l’élimination de la Rougeole en Belgique », composé d’experts dans le domaine de la rougeole et de représentant des différentes communautés et du Service public fédéral (SPF) Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement. Le secrétariat est assuré par l’Institut Scientifique de Santé Publique et fait également rapport à l’ECDC et à l’OMS Europe.

Le Comité assure le suivi de la situation en Belgique et propose des actions pour atteindre les objectifs d’élimination de la rougeole. Le premier plan d’action a été proposé en 2004, et il a été adapté en 2008 (3). Le plan d’action identifiait les groupes à risque suivants, qui présentent un risque accru de contracter la rougeole : les enfants plus âgés et les jeunes adultes (âgés de 5 à 30 ans sur la base de données de séroprévalence), les travailleurs de la santé dans les hôpitaux, les voyageurs, les élèves d’école anthroposophiques et les gens du voyage tels que les Roms.

Le Comité propose des activités complémentaires tant sur le plan de la vaccination, de la surveillance, de l’information que de la sensibilisation. Les communautés sont compétentes pour l’exécution de ces propositions.

2-3) La compétence des campagnes préventives, du contrôle et de la surveillance des maladies infectieuses appartient aux communautés.

Références

(1) Sabbe M, Hue D, Hutse V, Goubau P. Measles resurgence in Belgium from January to mid-April 2011: a preliminary report. Euro Surveill 2011;16(16).

(2) Lernout T, Van Casteren V. Surveillance, a key strategy in the elimination of diseases.The case of polio and measles surveillance in Belgium. Arch Public Health 2005;63:171-84.

(3) Sabbe, M. Eliminatie van mazelen en rubella in België. Actieplan 2009-2010. 2009. Report No.: D/2009/2505/008.

(4) Strebel PM, Papania M, Dayan GH, Halsey NA. Measles Vaccine. In: Plotkin SA, Orenstein WA, editors. Vaccines. 5Th ed. Philadelphia: Elsevier Inc; 2008. p. 353-98.

(5) Duke T, Mgone CS. Measles: not just another viral exanthem. Lancet 2003 March 1;361(9359):763-73.

Annexe

Tableau 1. Nombre de cas de rougeole par année (ISP)


Année

Nombre de cas signalés

2006

14

2007

60

2008

98

2009

33

2010

40

2011 (situation au 7 juin 2011)

382


Année

Nombre de cas signalés

2006

14

2007

60

2008

98

2009

33

2010

40

2011 (situation au 14 avril 2011)

155


1) Tussen 1 januari en 7 juni 2011 werd melding gemaakt van een totaal van 382 gevallen van mazelen in België, terwijl in gans 2010 slechts sprake was van 40 gevallen. In 2011 is dus inderdaad een toename van mazelen waar te nemen in België (1). Ook in andere Europese landen werd een toename opgemerkt met o.a. epidemieën in Frankrijk, Bulgarije, Ierland

Sinds oktober 2002 gebeurt de surveillance van mazelen via een surveillance systeem van zeldzame aandoeningen bij kinderen “PediSurv” met vrijwillige melding van enkele infectieziekten (2). Sinds 2009 is mazelen een verplicht te melden aandoening op het niveau van de Gemeenschappen. De gegevens voor België worden op het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) gecentraliseerd met communicatie naar de ECDC en WHO Euro.

Tussen 2006 en 2010 kreeg het WIV melding van een totaal van 245 gevallen van mazelen (tabel 1). In 2007 – 2008 werd een toename gezien als gevolg van een belangrijke epidemie bij orthodoxe Joodse gemeenschappen in Antwerpen. In 2009 en 2010 waren er verschillende gevallen na import uit Frankrijk.

In januari 2003 werd een ‘Comité voor de Eliminatie van Mazelen in België’ opgericht, bestaande uit deskundigen op het gebied van mazelen en vertegenwoordigers van de verschillende gemeenschappen en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Het secretariaat wordt verzekerd door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid en rapporteert ook aan de ECDC en de WHO Euro.

Het Comité volgt de situatie in België op en stelt acties voor om de eliminatie doelstelling van mazelen te bereiken. In 2004 werd een eerste actieplan voorgesteld, en in 2008 werd dit bijgewerkt (3). In het actieplan werden volgende groepen geïdentificeerd met een verhoogd risico om mazelen te krijgen: oudere kinderen en jonge volwassenen (5 tot 30 jaar oud, op basis van seroprevalentiegegevens), gezondheidswerkers in ziekenhuizen, reizigers, leerlingen van antroposofische scholen en rondtrekkende populaties zoals de Roma.

Het Comité stelt zowel op vlak van vaccinatie, surveillance, informatie en sensibilisatie bijkomende activiteiten voor. De Gemeenschappen zijn bevoegd voor uitvoering van deze voorstellen.

2-3) de competentie voor preventieve campagnes en voor de controle en surveillance van infectieziektes ligt bij de gemeenschappen

Referenties

(1) Sabbe M, Hue D, Hutse V, Goubau P. Measles resurgence in Belgium from January to mid-April 2011: a preliminary report. Euro Surveill 2011;16(16).

(2) Lernout T, Van Casteren V. Surveillance, a key strategy in the elimination of diseases.The case of polio and measles surveillance in Belgium. Arch Public Health 2005;63:171-84.

(3) Sabbe, M. Eliminatie van mazelen en rubella in België. Actieplan 2009-2010. 2009. Report No.: D/2009/2505/008.

(4) Strebel PM, Papania M, Dayan GH, Halsey NA. Measles Vaccine. In: Plotkin SA, Orenstein WA, editors. Vaccines. 5Th ed. Philadelphia: Elsevier Inc; 2008. p. 353-98.

(5) Duke T, Mgone CS. Measles: not just another viral exanthem. Lancet 2003 March 1;361(9359):763-73.

Bijlage

Tabel 1. Aantal gevallen van mazelen per jaar (WIV)


Jaar

Aantal Meldingen

2006

14

2007

60

2008

98

2009

33

2010

40

2011 (toestand 7 juin 2011)

382


Jaar

Aantal Meldingen

2006

14

2007

60

2008

98

2009

33

2010

40

2011 (toestand op 14 april 2011)

155