SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
6 avril 2011 6 april 2011
________________
Question écrite n° 5-2012 Schriftelijke vraag nr. 5-2012

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
________________
Chanvre industriel - Avantages - Étude - Culture Industriële hennep - Voordelen - Onderzoek - Teelt 
________________
chanvre
culture industrielle
Autorité européenne de sécurité des aliments
alimentation animale
hennep
industriële verbouw
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid
voederen van dieren
________ ________
6/4/2011Verzending vraag
17/5/2011Antwoord
6/4/2011Verzending vraag
17/5/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-2012 du 6 avril 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2012 d.d. 6 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La culture du chanvre industriel est interdite car elle peut donner lieu à la production de drogues illégales. Or le chanvre a de nombreuses propriétés pouvant offrir, a fortiori à notre époque, de nombreux avantages. Les experts agricoles le présentent parfois comme la nouvelle " quatrième " culture idéale, trouvant parfaitement sa place dans une politique agricole européenne. À l'heure actuelle, l'agriculture dans nos contrées repose sur quatre cultures principales, à savoir les pommes de terre, le blé, le maïs et les betteraves sucrières. La rotation des cultures permet de conserver un sol suffisamment riche pour assurer une bonne production et d'éviter un épuisement du sol. La betterave sucrière pose un problème spécifique car sa culture n'est rentable que tant que nos marchés sont protégés contre les importations de sucre de canne. Ces barrières douanières disparaîtront bientôt et il faudra alors remplacer les betteraves sucrières non rentables.

Ceux qui préconisent le chanvre, qui a une faible teneur en tétrahydrocannabinol (THC), comme culture industrielle mettent en évidence ses multiples avantages, parmi lesquels :

il est très efficace dans la capture du dioxyde de carbone. Un hectare de chanvre capture apparemment quelque 20 tonnes de dioxyde de carbone par an ;

le chanvre peut être utilisé dans la construction, il s'agit alors du " béton de chanvre ". Une maison construite en béton de chanvre capturerait quelque 40 tonnes de dioxyde de carbone ;

le chanvre industriel croît facilement sur des sols pauvres, secs ou même trop humides, impropres aux cultures ordinaires ;

la culture industrielle ne nécessite aucun engrais chimique ou pesticide ;

l'huile extraite du chanvre est tout à fait adaptée pour entrer dans la composition de biodiesels et peut aussi servir à la production de bioalcool. Contrairement au pétrole, qui provoque de fortes émissions de CO2, l'huile de chanvre fait partie d'un cycle fermé ne provoquant pas de rejets supplémentaires de CO2 ;

le chanvre donne d'excellents résultats pour l'alimentation du bétail. Les bovidés nourris aux graines de chanvre/chènevis produisent un lait plus riche de 10 % en graisse (les fermiers sont payés en fonction de la quantité de graisse dans le lait et non au litre) ; les sommités de chanvre, dont se nourrissent les porcs, les rendent plus calmes et sont un remède contre leur tendance à se mordre la queue ; les porcs prennent ainsi plus facilement du poids et leur viande a beaucoup plus de goût ;

l'huile industrielle entre parfaitement dans la composition de produits de soin de la peau, du papier, des vêtements, des plastiques biodégradables, d'aggloméré, d'isolants, etc. ;

les vêtements fabriqués à base de chanvre s'avèrent beaucoup plus durables que les vêtements en coton, ils sont chauds en hiver et frais en été. La tension électrique d'une étoffe de chanvre est semblable à celle de la peau humaine, ce qui la rend plus agréable à porter. La production de chanvre ne nécessite aucun insecticide et aucun engrais chimique. Le coton occupe, à l'échelle mondiale, 5 % de la surface cultivable mais utilise plus de 20 % des insecticides et dix fois plus d'eau que le chanvre ;

après les récoltes des graines ou des fibres, 70 % de la plante de chanvre reste disponible sous forme de copeaux de bois ou d'éteules ligneuses. Ces chaumes peuvent être utilisés pour les litières des chevaux mais aussi comme combustible pour la production de chaleur et pour la fabrication d'un matériau sensationnel, le béton de chanvre ou " isochanvre ", qui peut être projeté ou coulé en remplacement du béton. L'isochanvre est sept fois plus léger que le béton, il est un excellent isolant et un matériau flexible et bon marché idéal, surtout dans les régions présentant un risque élevé de séismes.

Le chanvre s'est avéré indispensable pendant la seconde guerre mondiale, entre autres pour la fabrication de tentes, de cordes, de vêtements, etc. Compte tenu de tous ces avantages, je souhaiterais poser les questions suivantes.

1) La ministre partage-t-elle l'analyse selon laquelle la culture industrielle de chanvre présente une foule d'avantages dans de nombreux domaines comme l'environnement, qu'il allie efficacité et qualité et constitue dès lors une alternative ou un complément extrêmement intéressant pour l'agriculture belge et européenne ? Dispose-t-elle de résultats d'études confirmant ce point de vue ?

2) Comment explique-t-elle que les nombreuses possibilités qu'offre la culture industrielle de chanvre soient restées jusqu'à présent inexploitées ou sous-exploitées ?

3) La possibilité de cultiver le chanvre industriel a-t-elle été débattue avec tous les acteurs concernés, comme les universités, la société civile et les groupes d'intérêt ?

4) Connaît-on des projets visant à l'introduction de la culture du chanvre industriel ? La ministre y est-elle favorable ? Quels sont les obstacles à lever à cette fin ? La ministre a-t-elle déjà pris des initiatives à ce sujet ?

5) S'est-elle déjà concertée avec ses collègues des gouvernements régionaux à ce propos ?

 

Het verbouwen van industriële hennep is verboden omdat de teelt kan leiden naar de productie van illegale drugs. Toch beschikt hennep over vele eigenschappen die, zeker op dit moment, tal van voordelen kunnen bieden. Landbouwdeskundigen beschrijven het wel eens als het ideale nieuwe " vierde " gewas, dat perfect zou passen in een Europees landbouwbeleid. Op dit moment steunt de landbouw in onze streken op vier hoofdgewassen, namelijk aardappelen, graan, maïs en suikerbieten. Het alterneren van deze gewassen zorgt ervoor dat de grond voldoende rijk blijft voor een goede teelt en niet eenzijdig wordt uitgeput. De suikerbiet stelt daarbij een specifiek probleem, omdat het verbouwen daarvan enkel rendabel blijft zolang onze markten worden beschermd tegen de invoer van rietsuiker. Straks verdwijnen deze tolmuren en zullen de dan onrendabele suikerbieten moeten worden vervangen.

De verdedigers van hennep met een laag tetrahydrocannabinol (THC) gehalte als industrieel landbouwgewas verwijzen naar heel wat voordelen, waaronder onder andere:

- het is zeer effectief in het binden van koolstofdioxine. Blijkbaar bindt een hectare hennep ongeveer 20 ton koolstofdioxine per jaar;

- hennep kan worden gebruikt in de bouw, het gaat dan over zogenaamde betonhennep. Een woning met betonhennep zou ongeveer 40 ton koolstofdioxine binden;

- industriële hennep gedijt prima op arme, droge of zelfs te natte gronden die allemaal ongeschikt zijn voor gewone gewassen;

- de industriële verbouwing noodt geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen;

- de olie uit hennep is prima geschikt voor schone brandstof in diesels maar kan ook tot de productie van schone alcohol leiden. In tegenstelling tot aardolie die veel CO2 uitstoot veroorzaakt, zit hennepolie in een gesloten CO2-kringloop;

- als dierenvoeder geeft hennep prima resultaat. Runderen gevoed met hennepzaad produceren 10 % meer melkvet (boeren worden betaald per melkvet, niet per liter), voor varkens blijkt het voederen met henneptoppen rustgevend en remedie tegen het staartbijten, ze winnen gemakkelijker aan gewicht en het vlees krijgt meer smaak;

- industriële olie blijkt prima bruikbaar voor huidverzorgingproducten, papier, kleding, bioafbreekbare plastics, spaanplaat, isolatiemateriaal, …;

- hennepkleding blijkt veel duurzamer dan katoenen kleding en is warm in de winter, koel in de zomer. De elektrische spanning is zoals die van de menselijke huid waardoor het prettiger aanvoelt. Hennepproductie vraagt geen insecticiden of kunstmest. Katoen beslaat wereldwijd 5 % van de teeltoppervlakte maar gebruikt ruim 20 % van de insecticiden en tien keer zo veel water als hennep;

- na oogsten van zaad of vezel blijft ongeveer 70 % van de hennepplant over in de vorm van houtsnippers of scheven. Deze scheven zijn bruikbaar als strooisel voor paarden, maar ook voor het opwekken van warmte door het te verbranden en voor het maken van een sensationeel bouwmateriaal hempcrete of isochanvre, dat kan gespoten maar ook gegoten worden als vervanger van beton. Isochanvre is zeven keer lichter als beton, isoleert uitstekend en het is een ideaal flexibel en goedkoop bouwmateriaal, zeker in gebieden met een hoog risico voor aardbevingen.

Hennep bewees zichzelf als onmisbaar tijdens de tweede wereldoorlog, onder andere voor tenten, touwen, kledij, …. Al deze voordelen op een rijtje geven aanleiding tot de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister de analyse dat industriële hennepteelt een overweldigend aantal voordelen op tal van domeinen, zoals milieu, effectiviteit en kwaliteit combineert en daarom een uiterst interessant alternatief of aanvulling betekent voor de Belgische en Europese landbouw? Beschikt zij over onderzoeksmateriaal dat deze stellingen bewijst?

2) Hoe verklaart zij dat de vele mogelijkheden van de industriële teelt van hennep tot op heden zo on- of onderbenut bleven?

3) Werd de mogelijkheid tot de teelt van industriële hennep al met de betrokken actoren, zoals universiteiten, middenveld en belanggroepen besproken?

4) Zijn plannen bekend om de teelt van industriële hennep te introduceren? Is zij daar voorstander van? Welke hinderpalen daartoe moeten verdwijnen? Ondernam zij daaromtrent al initiatieven?

5) Pleegde zij hieromtrent al overleg met haar collega's van de gewestregeringen?

 
Réponse reçue le 17 mai 2011 : Antwoord ontvangen op 17 mei 2011 :

Monsieur le sénateur, en réponse à votre question, je vous informe que le soutien ou la promotion de cultures ne relève pas de mes compétences, mais de celles des autorités régionales respectives.

En ce qui concerne l’utilisation du chanvre dans l’alimentation animale, je peux vous dire que l’Autorité européenne de Sécurité des Aliments (EFSA) a effectué récemment une évaluation des risques.

En raison du risque de dépassement de la dose journalière acceptable de THC (tétrahydrocannabinol) via la consommation de lait, l’EFSA recommande d’interdire l’utilisation de cette plante dans l’alimentation animale. Pour l’utilisation des graines de chanvre et ses produits dérivés dans l’alimentation animale, l’Autorité européenne de Sécurité des Aliments (EFSA) propose une teneur maximale en THC de 10 mg/kg. Il ressort maintenant de la compétence de la Commission européenne d’établir éventuellement des restrictions légales concernant l’utilisation du chanvre dans l’alimentation animale.

Mijnheer de senator, als antwoord op uw vraag, wens ik u te informeren dat het ondersteunen of het bevorderen van bepaalde teelten niet valt onder mijn bevoegdheden, maar onder die van de respectievelijke regionale overheden.

Voor wat betreft het gebruik van hennep als dierenvoeding kan ik meedelen dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) onlangs een risico-evaluatie uitvoerde.

Omwille van het risico op een overschrijding van de aanvaardbare dagelijkse inname van THC (tetrahydrocannabinol) door het consumeren van melk, beveelt de EFSA aan om het gebruik van de hennepplant als dierenvoeding te verbieden. Voor het gebruik van de hennepzaden en daarvan afgeleide producten in dierenvoeding stelt de EFSA een maximumgehalte van 10 mg THC/kg voor. Het is nu aan de Europese Commissie om eventueel wettelijke beperkingen op te leggen aangaande het gebruik van hennep in dierenvoeding.