SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
30 mars 2011 30 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1940 Schriftelijke vraag nr. 5-1940

de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang)

au secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Impôts - Biens immobiliers à l'étranger - Échange international de données Belastingen - Onroerende goederen in het buitenland - Internationale uitwisseling van gegevens 
________________
propriété immobilière
convention fiscale
échange d'information
Belges à l'étranger
fraude fiscale
coopération fiscale européenne
onroerend eigendom
belastingovereenkomst
uitwisseling van informatie
Belgen in het buitenland
belastingfraude
Europese fiscale samenwerking
________ ________
30/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
30/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4490 Réintroduite comme : question écrite 5-4490
________ ________
Question n° 5-1940 du 30 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1940 d.d. 30 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Belgique a conclu des accords administratifs avec neuf États partenaires en vue de l'échange automatique d'informations concernant des biens immobiliers.

Bien qu'en vertu des conventions préventives de double imposition, le pouvoir d'imposition sur un bien immobilier de Belges séjournant à l'étranger revient à l'État dans lequel ce bien est situé, il est utile, pour le fisc belge, d'obtenir ces informations. En effet, les autres revenus pourraient être soumis à un taux d'imposition supérieur en vertu de la réserve de progressivité. Par ailleurs, la possession d'un bien immobilier à l'étranger peut également indiquer une aisance supérieure à celle qu'attestent les revenus déclarés et, dès lors, donner lieu à une taxation par signes et indices. En pratique, l'échange de données relatives aux biens immobiliers s'est limité jusqu'à présent à la réception unique d'un cd rom des services fiscaux français et néerlandais.

Une première explication réside dans le fait qu'aucune norme n'a encore été convenue au niveau international pour organiser l'échange électronique de manière efficiente. Pour des raisons internes, le fisc fédéral n'est pas en mesure de fournir toutes les données demandées par un pays étranger et, en vertu du principe de réciprocité, la Belgique peut difficilement demander des informations qu'elle ne peut pas fournir elle-même.

1) Pour quelles " raisons internes ", le fisc fédéral n'est il pas en mesure de fournir toutes les données demandées par un pays étranger ? S'agit il de raisons techniques, liées par exemple aux systèmes informatiques, ou de raisons juridiques, liées par exemple à la vie privée ? Ou l'autorité fédérale ne sait elle simplement pas quels étrangers possèdent des biens immobiliers en Belgique ?

2) Quelles mesures le ministre a t il déjà prises pour résoudre ces problèmes internes ? À partir de quelle date ces mesures pourront elles produire des résultats tangibles ?

 

België heeft met negen partnerstaten administratieve akkoorden gesloten die voorzien in de automatische uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot onroerende goederen.

Hoewel krachtens de dubbelbelastingverdragen de heffingsbevoegdheid over onroerende goederen van Belgen in het buitenland toekomt aan de Staat waar het onroerend goed is gelegen, is het verkrijgen van de inlichtingen voor de Belgische fiscus wel degelijk belangrijk. Omwille van de regel van het progressievoorbehoud kunnen de overige inkomsten immers een zwaarder belastingtarief ondergaan. Daarnaast kan het bezit van een onroerend goed in het buitenland ook wijzen op een hogere graad van gegoedheid dan blijkt uit de belastingaangifte en dus aanleiding geven tot een aanslag op basis van tekenen en indiciën. In de praktijk is de uitwisseling van onroerende inlichtingen tot hiertoe echter beperkt gebleven tot de eenmalige ontvangst van een cd-rom vanwege Frankrijk en Nederland.

Een eerste verklaring daarvoor ligt in het feit dat momenteel op internationaal vlak nog geen standaard is afgesproken om de elektronische uitwisseling efficiënt te organiseren. Omwille van interne redenen kan de federale fiscus niet alle door het buitenland gewenste gegevens leveren en kan België dus in het licht van het wederkerigheidsprincipe bezwaarlijk informatie opvragen die het zelf niet kan verstrekken.

1) Om welke " interne redenen " kan de federale fiscus niet alle door het buitenland gevraagde gegevens verstrekken? Gaat het hier om technische redenen, bijvoorbeeld in verband met informaticasystemen, of om juridische, bijvoorbeeld in verband met privacy? Of wéét de federale overheid gewoon niet welke buitenlanders hier onroerende goederen bezitten?

2) Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om deze interne problemen op te lossen? Vanaf welke datum zullen die maatregelen tastbare resultaten kunnen opleveren?