SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
29 mars 2011 29 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1870 Schriftelijke vraag nr. 5-1870

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________________
Campagne " Vêtements propres " - Collaboration - Importation et vente de vêtements liés à l'exploitation et les dommages à l'environnement et la santé - Mesures Schone Kleren Campagne - Medewerking - Import en verkoop van kleding gelinkt aan uitbuiting, milieu- en gezondheidsschade - Maatregelen 
________________
commerce équitable
sécurité du travail
industrie du vêtement
eerlijke handel
arbeidsveiligheid
kledingindustrie
________ ________
29/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
29/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4596 Réintroduite comme : question écrite 5-4596
________ ________
Question n° 5-1870 du 29 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1870 d.d. 29 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La campagne " Vêtements propres " est une initiative de différentes organisations de travailleurs et de consommateurs ainsi que d'associations de solidarité Nord Sud. Cette coalition a aussi une version internationale, la " Clean Clothes Campaign " (CCC). Leurs actions visent à attirer l'attention sur un double problème, à savoir l'exploitation des travailleurs du textile dans les pays à bas salaires et simultanément les aspects environnementaux qui y sont liés. Une action récente dénonçait la vente de jeans sablés. Le sablage, qui diffuse de minuscules grains, s'opère dans un milieu non sécurisé et a sur la santé des effets nocifs, comme la silicose.

La campagne " Vêtements propres " a contacté bon nombre de grandes marques de vêtements et chaînes de magasins en les priant de ne plus vendre de jeans sablés. Par exemple, H&M et Benetton ont déclaré qu'ils interdisaient le sablage. JBC et AS Adventure ont annoncé qu'ils ne vendaient pas/plus de vêtements sablés.

Ces campagnes s'adressaient surtout aux chaînes de magasins qui importent ces vêtements. On peut se demander s'il ne vaudrait pas mieux créer un cadre légal qui prohiberait l'importation ou la vente de tels articles.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre partage t il le souci d'éviter l'importation et la vente de vêtements dont la production repose sur l'exploitation humaine et nuit gravement à l'environnement et à la santé ?

2) De quels instruments légaux dispose t il pour interdire ou empêcher, en fonction d'éléments objectifs, l'importation et la vente de ces vêtements ?

3) Pense t il qu'une telle interdiction serait souhaitable ? Peut il argumenter sa réponse ?

 

De " Schone Kleren Campagne " is een organisatie van verschillende vakbonden en consumenten- en Noord-Zuidorganisaties. Deze coalitie werkt ook in een internationale versie, namelijk de Clean Clothes Campaign (CCC). Via campagnes en actie vragen zij bijzondere aandacht voor een dubbel probleem, namelijk de uitbuiting van werknemers in lage loonlanden in de textielsector en tegelijkertijd ook de vaak belangrijke milieuaspecten hieraan verbonden. In een recente actie voerde men actie tegen de verkoop van gezandstraalde jeans. Het zandstralen, waarbij heel kleine partikels zand worden verspreid, gebeurt in niet beschermde omgevingen en brengt zo ernstige gezondheidsschade aan, zoals stoflongen.

De " Schone Kleren Campagne " contacteerde heel wat grote kledingmerken en winkelketens met de oproep om te stoppen met de verkoop van gezandstraalde jeans. Onder meer H&M en Benetton verklaarden intussen officieel dat ze zandstralen hebben verboden. JBC en AS Adventure berichtten geen gebruik (meer) te maken van gezandstraalde kleding.

Deze acties en campagnes richten zich vooral naar winkelketens die deze kleding importeren. Daarbij moet men zich afvragen of het niet beter zou zijn om hieromtrent een wettelijk kader te creëren dat import of verkoop van dergelijke producten verbiedt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister de bekommernis dat de import en verkoop van kleding die wordt geproduceerd op basis van uitbuiting van mensen en daarbij ook ernstige milieu- en gezondheidsproblemen veroorzaken, best wordt vermeden?

2) Over welke wettelijke instrumenten beschikt hij om, gebaseerd op geobjectiveerde feiten, de import en verkoop van dergelijke kleding te verbieden of te verhinderen?

3) Meent hij dat dergelijk verbod wenselijk zou zijn? Kan hij het antwoord op deze vraag beargumenteren?