SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
21 mars 2011 21 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1804 Schriftelijke vraag nr. 5-1804

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
La présence du ministre au de l'armement IDEX à Abu Dhabi De aanwezigheid van de minister op de Idex-wapenbeurs in Abu Dhabi 
________________
commerce des armes
Émirats arabes unis
wapenhandel
Verenigde Arabische Emiraten
________ ________
21/3/2011Verzending vraag
18/5/2011Antwoord
21/3/2011Verzending vraag
18/5/2011Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-596 Requalification de : demande d'explications 5-596
________ ________
Question n° 5-1804 du 21 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1804 d.d. 21 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le ministre de la Défense a visité le salon biennal de l'armement IDEX à Abu Dhabi, l'un des Émirats arabes unis. Le ministre a fermement nié s'y être rendu pour acheter ou pour vendre, mais bien pour conclure des accords sur la coopération au sujet de la présence belge en Afghanistan. Abu Dhabi pourrait servir d'étape pour le transit d'infrastructures d'entretien vers l'Afghanistan.

Comment le ministre justifie-t-il sa présence au salon de l'armement IDEX à Abu Dhabi, où, selon ses dires, il n'avait aucune intention d'achat ou de vente ? Sa visite à ce salon relève-t-elle d'un concours de circonstances purement fortuit, d'un passage imprévu lors d'une mission officielle à Abu Dhabi dans le cadre de la recherche d'étapes pour l'envoi d'unités militaires belges en Afghanistan ? Le ministre ne considère-t-il pas les possibilités offertes par ce salon, qui, fort de son budget annuel estimé à plus de 60 milliards d'euros, est le marché de l'armement des États du golfe le plus convoité, comme suffisamment pertinentes pour s'y rendre dans le cadre d'une visite bien préparée et organisée ? Le ministre peut-il nous certifier qu'il n'a noué aucun contact au sujet de l'achat ou de la vente d'armes lors de ce salon ? Dans l'affirmative, pourquoi y était-il présent ? Dans la négative, pourquoi a-t-il adopté cette position ?

 

De minister van Landsverdediging bezocht de tweejaarlijkse Idex wapenbeurs in Abu Dhabi, een van de Verenigde Arabische Emiraten. De minister ontkende krachtig dat hij daar was om te kopen of te verkopen, wel om afspraken te maken over de samenwerking rond de Belgische aanwezigheid in Afghanistan. Abu Dhabi zou kunnen fungeren als tussenstopplaats met onderhoudsfaciliteiten op weg naar Afghanistan.

Hoe verklaart de minister zijn aanwezigheid op de Idex wapenbeurs in Abu Dhabi, waarbij volgens zijn verklaringen aankoop of verkoopaspecten niet relevant zijn? Kadert zijn bezoek aan deze wapenbeurs in een loutere toevallige samenloop van omstandigheden, als onvoorziene zijsprong bij een officiële missie naar Abu Dhabi, in het kader van tussenstopmogelijkheden voor Belgische legereenheden op weg naar Afghanistan? Vindt de minister de mogelijkheden van deze beurs, de meest begeerde wapenmarkt van de golfstaten met een geraamd jaarlijks budget van ruim 60 miljard euro, niet voldoende relevant om daar goed voorbereid en gepland naartoe te trekken? Kan de minister ons verzekeren dat hij op deze beurs op geen enkele wijze contacten heeft gelegd over de verkoop of aankoop van wapens? Zo ja, waarom was hij daar dan wel aanwezig? Zo neen, waarom communiceerde hij deze stelling?

 
Réponse reçue le 18 mai 2011 : Antwoord ontvangen op 18 mei 2011 :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Je renvoie l’honorable membre à la réponse à la question orale n° P0117 de M. le Député Dirk Van der Maelen (CRIV 53 PLEN 020 du 24 février 2011) et à la réponse aux questions jointes orales n° 3004, 3005, 3147 et 3148 des MM les députés Theo Francken, Wouter De Vriendt et Dirk Van der Maelen (CRIV 53 COM 161 du 16 mars 2011).

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord op de mondelinge vraag nr. P0117 van de heer volksvertegenwoordiger Dirk Van der Maelen (CRIV 53 PLEN 020 van 24 februari 2011) en naar het antwoord op de samengevoegde mondelinge vragen nr. 3004, 3005, 3147 en 3148 van de heren volksvertegenwoordigers Theo Francken, Wouter De Vriendt en Dirk Van der Maelen (CRIV 53 COM 161 van 16 maart 2011).