SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
17 mars 2011 17 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1769 Schriftelijke vraag nr. 5-1769

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Ivresse et intoxication alcoolique - Distinction juridique - Suppression Dronkenschap en alcoholintoxicatie - Gerechtelijke tweedeling - Afschaffing 
________________
alcoolisme
sécurité routière
alcoholisme
verkeersveiligheid
________ ________
17/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
17/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-4631 Réintroduite comme : question écrite 5-4631
________ ________
Question n° 5-1769 du 17 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1769 d.d. 17 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La jurisprudence récente a montré clairement que la distinction légale entre ivresse et intoxication alcoolique conduit à des jugements fort contestables, voire contradictoires. Dans le cas d'accidents de la circulation liés à l'usage ou l'abus d'alcool, les victimes et leurs proches trouvent cette distinction incompréhensible et il est difficilement acceptable que la justice soit rendue sur une telle base.

L'essence de la distinction réside dans l'évaluation subjective de l'état d'ivresse (marcher sur une ligne, tenir des propos plus ou moins cohérents, s'orienter dans le temps et dans l'espace) et la base scientifique, fondée sur un examen sanguin, de l'intoxication alcoolique. La science admet généralement qu'un taux supérieur à 0,5 ‰ d'alcool dans le sang conduit dans 92 % des cas à une modification du comportement chez les personnes « normales ». Ces modifications font qu'il devient irresponsable de conduire un véhicule. Cela implique un lien de causalité entre la présence d'une telle alcoolémie chez le conducteur et l'accident qu'il occasionnerait.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre admet-il que la distinction entre ivresse et intoxication alcoolique ne contribue pas à un traitement clair, serein et et efficace de l'usage ou de l'abus d'alcool dans la circulation ? Comprend-il les nombreuses personnes qui, ayant été confrontées avec cette distinction dans la jurisprudence, réclament à cor et à cri sa suppression ?

2) Pourquoi maintient-on la distinction entre ivresse et intoxication alcoolique ? Par quels arguments le ministre répond-il aux voix qui demandent son abrogation ?

3) A-t-il des plans ou des objectifs concrets en la matière ?

 

Recente rechtspraak maakte duidelijk dat het verschil dat de wet maakt tussen dronkenschap en alcoholintoxicatie, leidt naar erg betwistbare, soms tegenstrijdige vonnissen. Zeker bij verkeersongevallen gelinkt aan drankgebruik of -misbruik, blijkt dit verschil voor de slachtoffers en de nabestaanden onbegrijpelijk en is rechtspraak op deze basis moeilijk aanvaardbaar.

De essentie van het verschil tussen beide begrippen ligt in de subjectieve afweging bij de vaststelling van dronkenschap (op een lijntje lopen, al dan niet samenhangend spreken, oriëntatie in tijd en ruimte) en de wetenschappelijke basis, via een bloedproef, bij de vaststelling van alcoholintoxicatie. Zo lijkt algemeen wetenschappelijk aanvaard dat de aanwezigheid van meer dan 0,5 promille alcohol in het bloed, in 92 % van de gevallen bij "normale" mensen een duidelijk veranderd functioneren veroorzaakt. Deze veranderingen maken het besturen van een voertuig niet meer verantwoord. Dat betekent dat er een causaal verband bestaat tussen een bestuurder met deze hoeveelheid alcohol in zijn of haar bloed en het ongeval dat deze bestuurder zou veroorzaken.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister dat het onderscheid tussen dronkenschap en alcoholintoxicatie niet bijdraagt tot een heldere, serene en doeltreffende behandeling van alcoholgebruik en -misbruik in het verkeer? Heeft hij begrip voor de vele betrokkenen die, na geconfronteerd te zijn met deze tweedeling in de rechtspraak, met luide stem pleiten voor de afschaffing van deze tweedeling?

2) Waarom wordt het onderscheid tussen dronkenschap en alcoholintoxicatie behouden? Welke argumenten vindt hij voldoende sterk om de stemmen die de afschaffing van dit verschil vragen, van antwoord te dienen?

3) Heeft hij hieromtrent concrete plannen of doelstellingen?