SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
25 février 2011 25 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1540 Schriftelijke vraag nr. 5-1540

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen
________________
Centre d'asile 127bis à Steenokkerzeel - Incendie volontaire - Rôle de l’organisation "Voix sans Frontières" Asielcentrum 127bis in Steenokkerzeel - Brandstichting - Rol van de organisatie "Stemmen Zonder Grenzen" 
________________
droit de manifester
asile politique
équipement social
Office des étrangers
demandeur d'asile
recht tot betogen
politiek asiel
sociale voorzieningen
Dienst Vreemdelingenzaken
asielzoeker
________ ________
25/2/2011Verzending vraag
4/5/2011Antwoord
25/2/2011Verzending vraag
4/5/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1540 du 25 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1540 d.d. 25 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Récemment l'agitation au centre fermé 127bis à Steenokkerzeel a engendré entre autres un incendie volontaire et d'autres dégradations. Une partie du centre est depuis inutilisable. En présence de la presse et à l'occasion de la visite du secrétaire d'État, le directeur général de l'Office des étrangers a carrément dit que l'agitation de certains résidants dans le centre était la conséquence immédiate d'une action de solidarité de l'organisation « Voix sans frontières ».

J'aimerais obtenir une réponse aux questions que voici :

1) Le secrétaire d'État partage-t-il l'analyse du fonctionnaire dirigeant qui attribue l'agitation récente au centre 127bis de Steenokkerzeel à l'action de solidarité qui se déroulait à l'extérieur du centre ? Dans l'affirmative, sur quels arguments se base-t-il ? Si non, que pense-t-il des déclarations de son fonctionnaire dirigeant ?

2) Envisage-t-il d'interdire les actions de solidarité dans les alentours immédiats des centres d'asile ? Le cas échéant sur quelles arguments base-t-il une telle intention ?

3) Comprend-il les raisons pour lesquelles certains citoyens engagés posent des actes de solidarité en réaction à la situation dans les centres d'asile  Considère-t-il que ces actions sont une expression constructive d'engagement social ?

 

De recente onrust in het asielcentrum 127bis in Steenokkerzeel leidde naar onder andere brandstichting en ernstige beschadigingen. Een deel van het centrum werd daardoor onbruikbaar. Naar aanleiding van de persaandacht en het bezoek van de geachte staatssecretaris, stelde de directeur-generaal van de Dienst vreemdelingenzaken onomwonden dat de onrust bij de verblijvers een rechtstreeks gevolg was van de solidariteitsactie van de organisatie " Stemmen Zonder Grenzen ".

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Deelt de geachte staatssecretaris de analyse van zijn leidend ambtenaar dat de recente onrust in het asielcentrum 127bis van Steenokkerzeel het rechtstreeks gevolg was van de solidariteitsactie buiten het centrum? Zo ja, op welke argumenten baseert hij deze verklaring? Zo neen, hoe evalueert hij deze uitspraken van zijn leidend ambtenaar?

2) Overweegt hij om solidariteitsactie in de onmiddellijke omgeving van asielcentra te verbieden? Zo ja, op welke argumenten baseert hij deze overweging?

3) Begrijpt hij de redenen waarom sommige geëngageerde burgers solidariteitsacties voeren in verband met de situatie in asielcentra? Beoordeelt hij deze acties als een constructieve uiting van maatschappelijke betrokkenheid?

 
Réponse reçue le 4 mai 2011 : Antwoord ontvangen op 4 mei 2011 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

  1. Oui, je partage entièrement l’avis du Directeur général de l’Office des Étrangers. Dans votre question, vous parlez à tort d’une action de solidarité. Vous comprendrez bien qu’une telle façon de bouter le feu et d’inciter à la révolte ne peut pas être considérée comme une telle action.

    Le rapport de la direction du centre mentionne clairement que l’ambiance régnant dans le centre est devenue extrêmement tendue au moment où les manifestants se sont postés près des clôtures, ont commencé à les agiter et à scander leurs slogans. Cette atmosphère électrique a ensuite dégénéré en révolte et à l’incendie que l’on connaît. Cette action en a, de toute évidence, été le déclencheur. En outre, les services de police m’ont informé que pendant toute la manifestation, les résidents étaient en contact par GSM avec les manifestants.

  2. Il ne relève pas des attributions du ministre de l’Intérieur, mais bien du bourgmestre responsable du territoire sur lequel se situe le centre d’interdire de telles manifestations. En l’occurrence, c’est donc le bourgmestre de Steenokkerzeel qui est responsable de la sécurité sur son territoire. Le bourgmestre a d’ailleurs signalé que la plupart des manifestations sont interdites parce qu’aucune autorisation n’est même été demandée au préalable.

  3. D’une part, les citoyens ont parfaitement le droit d’exprimer leur opinion en toute liberté concernant la politique menée à l’égard des étrangers et le rôle joué par les centres fermés en la matière. C’est bien entendu un droit qui doit être défendu. Cependant, d’autre part, il est inacceptable que cette liberté d’expression se traduise de manière telle qu’elle excite sciemment les résidents d’un centre fermé, et, pire encore, les incite à détruire l’infrastructure et le matériel et à bouter le feu aux chambres, bref à se mettre en insécurité eux-mêmes.

    J’espère que vous comprendrez maintenant qu’une telle manière d’agir peut difficilement être considérée comme une expression constructive d'engagement social.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

  1. Ja, ik deel volledig de mening van de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken. In de vraagstelling heeft u het verkeerdelijk over een solidariteitsactie. U zou toch moeten inzien dat een dergelijke manier van aanstoken van onrust en aanzetten tot opstand niet als dusdanig kan benoemd worden.

    Het verslag van de centrumdirectie stelde duidelijk dat de sfeer in het centrum grimmiger werd op het moment dat de betogers aan de omheining kwamen staan, ertegen schopten en hun slogans riepen. Deze grimmige sfeer escaleerde vervolgens tot de gekende opstand en brandstichting. De actie heeft duidelijk als een aanstichter gediend. Bovendien werd me door de politiediensten gemeld dat er op het ogenblik van de opstand bewoners in contact stonden per GSM met de betogers.

  2. Het verbieden van dergelijke manifestaties is niet de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse zaken maar de bevoegdheid van de burgemeester verantwoordelijk voor het grondgebied waar het centrum gelegen is. In casu gaat het dus over de burgemeester van Steenokkerzeel die instaat voor de veiligheid op zijn grondgebied. De burgmeester deelde overigens mee dat de meeste betogingen geen toelating krijgen aangezien ze zelfs niet vooraf worden aangevraagd.

  3. Enerzijds is er het recht op vrije meningsuiting waarbij burgers hun mening mogen formuleren over het gevoerde vreemdelingenbeleid en de rol hierin van de gesloten centra. Dit is een recht dat in een rechtstaat moet verdedigd worden. Maar anderzijds is het niet aanvaardbaar dat deze manier van mening uiten de bewoners van een gesloten centrum doelbewust opjut en, veel erger, aanzet om in opstand te komen, de infrastructuur en het materiaal te vernielen en de kamers in brand te steken, kortom: om zichzelf in gevaar te brengen.

    Ik neem aan dat U het nu ongetwijfeld met me eens bent dat een dergelijke handelswijze onmogelijk kan gezien worden als een constructieve uiting van maatschappelijke betrokkenheid.