SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
10 février 2011 10 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1290 Schriftelijke vraag nr. 5-1290

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au Premier Ministre

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister
________________
Emplacement de parking pour les personnes handicapées - Absence du panneau de signalisation - Abus par des personnes valides Parkeerplaatsen voor personen met een handicap - Ontbreken van het verkeersbord - Misbruik door valide personen 
________________
facilités pour handicapés
aire de stationnement
signalisation
faciliteiten voor gehandicapten
parkeerterrein
bebakening
________ ________
10/2/2011Verzending vraag
16/3/2011Antwoord
10/2/2011Verzending vraag
16/3/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1290 du 10 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1290 d.d. 10 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le panneau de signalisation E9a, complété par le pictogramme bleu représentant une personne en chaise roulante, sert à signaler légalement, sur la voie publique, des emplacements de parking réservés aux personnes handicapées. Ce pictogramme peut également être reproduit en blanc sur le revêtement routier. En outre, ces places de parking doivent être délimitées par des lignes blanches pleines. Ces dispositions s'appliquent sur la voie publique et sur les zones de stationnement considérées comme en faisant partie (par exemple, une place).

À certains endroits en Belgique, la signalisation est, pour des raisons pratiques ou autres, limitée aux marquages au sol, donc sans le panneau de signalisation E9a. Il est dès lors impossible pour la police de dresser un procès-verbal contre une personne qui ne dispose pas de la carte de stationnement et qui est garée sur cet emplacement. On devine la suite : des citoyens valides moins courtois ignorent la signalisation et prennent dès lors les places destinées aux personnes handicapées.

J'aurais souhaité obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Le secrétaire d'État connaît-il cette lacune dans la législation et la réglementation ? A-t-il pris ou envisage-t-il de prendre des mesures pour modifier la réglementation et remédier à ce problème ? Connaît-il d'autres initiatives pouvant assurer le respect de ce panneau de signalisation ? Peut-il fixer un délai pour une adaptation ou une amélioration de la législation ?

2) De nombreux emplacements de parking destinés aux personnes handicapées se trouvent sur une propriété privée, par exemple sur les parkings de grandes surfaces, d'autres magasins ou d'entreprises. Les directions des grandes surfaces ne peuvent être contraintes de placer de tels panneaux de signalisation. Le secrétaire d'État s'est-il concerté à ce sujet avec le secteur concerné ? Quels en furent les résultats ?

 

Het verkeersbord E9a, aangevuld met het blauwe pictogram dat een persoon in een rolstoel voorstelt, zorgt voor een wettelijke signalisatie op de openbare weg van parkeerplaatsen voor personen met een handicap. Dit pictogram mag eveneens in een witte kleur op het wegdek worden gereproduceerd. Verder moeten die parkeervakken worden afgebakend door volle witte lijnen. Die bepalingen zijn van toepassing op de openbare weg en op de parkeerzones die daartoe worden gerekend (zoals bijvoorbeeld een marktplein).

Op sommige plaatsen in België is de signalisatie om praktische en andere redenen beperkt tot de grondtekeningen, dus zonder het verkeersbord (E9a). Hierdoor kan de politie onmogelijk verbaliseren indien iemand zonder parkeerkaart op die plaats parkeert. Het gevolg laat zich raden: minder hoffelijke valide burgers negeren de signalisatie en nemen daardoor de plaatsen voor personen met een handicap in.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1) Kent de staatssecretaris die lacune in de wet- en regelgeving? Nam of plant hij maatregelen om de regelgeving te wijzigen teneinde dit euvel te verhelpen? Heeft hij weet van andere initiatieven die de naleving van dit parkeerverbod kunnen handhaven? Kan hij op een aanpassing of een verbetering van de wetgeving een termijn zetten?

2) Veel parkeerplaatsen voor personen met een handicap bevinden zich op privé-eigendom, zoals bijvoorbeeld de parkeerzones van warenhuizen en andere winkels of bedrijven. Warenhuisdirecties kunnen niet worden verplicht om dergelijke verkeersborden te plaatsen. Pleegde hij hierover overleg met de betrokken sectoren? Met welke resultaten?

 
Réponse reçue le 16 mars 2011 : Antwoord ontvangen op 16 maart 2011 :

1. En ce qui concerne la lacune dans la législation, vous visez vraisemblablement l'article 11.3, 4° de l'arrêté ministériel relatif aux conditions particulières de placement de la signalisation routière. Cet article stipule en effet que l'utilisation des panneaux de signalisation E9a, E9e ou E9f n'est pas obligatoire lorsque des marques au sol délimitent des zones de stationnement ou des places de parking.

Ces marques indiquent, conformément à l'article 77.5 du Code de la route, l'emplacement où doivent stationner les véhicules. Si aucune catégorie spécifique n'est visée, le marquage suffit.

Des places de parking peuvent toutefois être réservées moyennant le placement d’un panneau additionnel, à certaines catégories de véhicules, à certaines heures ou aux véhicules utilisés par des personnes handicapées.

L'article 70.2.1, 3°,c) du Code de la route stipule que les emplacements de stationnement réservés aux personnes handicapées doivent être indiqués au moyen du panneau E9a accompagné d'un panneau additionnel représentant une personne en chaise roulante. Il ne peut être dérogé à cette règle.

2. En ce qui concerne les places qui doivent être réservées sur les parkings des grandes surfaces, des magasins et des entreprises, je me réfère aux prescriptions urbanistiques régionales. Ces prescriptions indiquent le nombre d’emplacements de parking qui doivent être réservés aux personnes handicapées.

Dans les grandes lignes, on peut affirmer que sur l’ensemble des trois régions, quelque 4 % en moyenne des emplacements des grands parkings doivent être réservés aux personnes handicapées.

1. Met de lacune in de wetgeving bedoelt u waarschijnlijk artikel 11.3, 4° van het ministerieel besluit betreffende de plaatsingsvoorwaarden van verkeerstekens. In dat artikel wordt gesteld dat het gebruik van de verkeersborden E9a, E9e of E9f niet verplicht is op de plaatsen waar markeringen op de grond parkeerzones of parkeerplaatsen afbakenen.

Deze markeringen duiden, conform artikel 77.5 van het verkeersreglement, de plaats aan waar de voertuigen moeten staan. In het geval er geen specifieke categorie wordt beoogd, volstaat de markering.

Parkeerplaatsen kunnen echter maar worden voorbehouden voor bepaalde categorieën voertuigen, tijdens bepaalde uren of voor personen met een handicap indien dit is vermeld op een onderbord.

Artikel 70.2.1, 3°,c) van het verkeersreglement stelt dat het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap gebeurt door het bord E9a met onderbord dat een persoon in een rolstoel voorstelt. Hiervan kan niet worden afgeweken.

2. Voor wat betreft de plaatsen die moeten worden voorbehouden op parkings van warenhuizen, winkels en bedrijven verwijs ik naar de gewestelijke stedenbouwkundige voorschriften. Daarin wordt bepaald hoeveel parkeerplaatsen er moeten worden voorbehouden voor personen met een handicap.

In grote lijnen kan worden gesteld dat over de drie gewesten, op grote parkings, gemiddeld ongeveer 4 % van de parkeerplaatsen moet worden voorbehouden voor personen met een handicap.