SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2010-2011 | Zitting 2010-2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
2 février 2011 | 2 februari 2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-1156 | Schriftelijke vraag nr. 5-1156 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
à la ministre de l'Intérieur |
aan de minister van Binnenlandse Zaken |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Corps de police - Diversité - Manque de confiance - Mesures politiques | Politiekorps - Diversiteit - Gebrek aan vertrouwen - Beleidsmaatregelen | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
police police locale intégration des migrants racisme ressortissant étranger |
politie gemeentepolitie integratie van migranten racisme buitenlandse staatsburger |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-1156 du 2 février 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-1156 d.d. 2 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Le livre « Meer kleur op straat. Diversiteit en veiligheid in België en Nederland » édité en mars 2010 par Universiteit Hasselt et Steunpunt Gelijkekansenbeleid présente des conclusions intéressantes. Ainsi, il apparaît que les personnes d'origine belge et turque ont davantage confiance en la police que les personnes d'origine marocaine. L'étude constate aussi que les agents de police ont une image faussée de la communauté qu'il doivent servir. Dans la communauté marocaine, 34% ont déclaré avoir peu ou très peu confiance en la police. C'est une différence importante avec les personnes d'origine turque ou belge dont seulement 26% ont dit avoir peu ou très peu confiance en la police. L'image ou la perception de la police a également été analysée. L'étude montre que les policiers ont une idée faussée de la communauté qu'ils doivent servir. L'explication en est simple : c'est parce qu'il n'entrent en contact qu'avec une partie limitée de la population. Des contacts plus fréquents et plus intenses se développent avec certains groupes, les individus qui créent des problèmes. Ces contacts influencent l'image qu'on a de certaines catégories et mènent à des généralisations. Au bout d'un certain temps, on a l'impression que ces cas difficiles proviennent tous de certains groupes ethniques. C'est pourquoi l'étude recommande de faire en sorte que les policiers puissent aussi découvrir les aspects positifs peu connus, moins apparents mais néanmoins très réels de ces catégories, par exemple à l'occasion de fêtes de quartier ou culturelles, la vie associative florissante. D'après la police d'Anvers cette méfiance est due en partie au très faible nombre d'agents de diverses origines ethniques et plus spécialement d'origine marocaine. Une étude antérieure du Steunpunt faisait déjà état d'un paradoxe d'intégration. Comparées aux allochtones turcs, les personnes d'origine marocaine sont mieux intégrées. Pourtant, elles sont considérées de manière plus négative. Cela semble s'expliquer surtout par leur grande implication religieuse mais aussi, en partie, par une plus grande participation à la criminalité. De plus, les informations des médias mettent davantage l'accent sur les Marocains en tant qu'auteurs de délits alors qu'ils en sont aussi souvent victimes. Cela crée un cercle vicieux : une perception négative conduit à davantage de discrimination, laquelle freine la participation. Les chercheurs proposent que les politiques fassent des efforts supplémentaires pour éliminer les causes de la criminalité et pour mieux tenir compte des besoins de tous les citoyens. Voici mes questions. 1) La ministre connaît-elle cette étude? Est-elle d'accord avec ses résultats et ses recommandations ? Dans la négative, peut-elle expliquer sa position? Dans affirmative, quelles initiatives a-t-elle prises ou compte-t-elle prendre pour mettre en œuvre les recommandations des chercheurs? 2) Est-elle d'accord avec l'affirmation selon laquelle cette méfiance est entretenue par le nombre limité d'agents de diverses origines ethniques dans les corps de police? Dispose-t-elle de chiffres et d'informations concernant la diversité ethnoculturelle dans les différents corps de police? Quel est le pourcentage d'agents de diverses origines ethniques par rapport au total? Existe-t-il d'importantes différences entre l'ensemble des polices locales et la police fédérale. Quelle est l'image de la diversité ethnoculturelle des corps de police dans les grandes villes? Quelles communautés ethnoculturelles sont-elles fortement sous-représentées dans les corps de police de notre pays par rapport à leur importance démographique en Belgique? 3) Une politique active est-elle menée au sujet de la diversité ethnoculturelle dans les corps de police? La ministre peut-elle me donner un aperçu des initiatives politiques prises ces dernières années pour renforcer la diversité ethnoculturelle dans les corps de police? Ces mesures ont-elles déjà été évaluées? Quel est le résultat? La ministre envisage-t-elle de nouvelles initiatives afin d'engager des personnes de diverses origines ethnoculturelles? Comment compte-t-elle procéder pour que ces initiatives de recrutement rencontrent plus de succès à l'avenir? 4) Selon l'étude, de nombreux agents ont une image faussée des communautés qu'ils doivent servir. La ministre est-elle consciente de ce phénomène? Quelle initiative a-t-elle prise ou compte-t-elle prendre pour y remédier? Estime-t-elle que les questions de la diversité et de l'interculturalité occupent une place suffisante dans la formation de base et la formation continue des agents de police? Dans l'affirmative, sur quels arguments se base-t-elle? Dans la négative, quelles sont les lacunes et comment seront-elles comblées? |
Het boek " Meer kleur op straat. Diversiteit en veiligheid in België en Nederland ", uitgegeven in maart 2010 door de Universiteit Hasselt en het Steunpunt Gelijkekansenbeleid, biedt een aantal interessante conclusies. Zo blijken mensen van Turkse en Belgische afkomst meer vertrouwen in de politie te hebben dan mensen van Marokkaanse afkomst. In het onderzoek wordt ook vastgesteld dat politieagenten een vervormd beeld hebben van de gemeenschap die ze moeten dienen. Vierendertig procent van de Marokkaanse gemeenschap verklaarde heel weinig tot weinig vertrouwen in de politie te stellen. Dat is een significant verschil met de mensen van Turkse of Belgische afkomst, waar slechts 26 % getuigde van weinig of heel weinig vertrouwen in de politie. Ook het beeld of de perceptie van de politie werd onderzocht. Het onderzoek geeft aan dat politiemensen werken met een vervormd beeld van de gemeenschap die ze moeten dienen. De verklaring hiervoor klinkt eenvoudig: omdat ze maar met een beperkt deel van de bevolking in contact komen. Met sommige groepen, de lastige klanten, ontwikkelen zich heel veel en intensieve contacten. Die verkleuren de beeldvorming en leiden tot veralgemeningen over bepaalde categorieën. Zo lijkt het na een tijdje of die lastige klanten overvloedig uit bepaalde etnische groepen afkomstig zijn. Het onderzoek beveelt daarom aan om politiemensen ook met de weinig gekende, beperkt ervaren maar wel ruimschoots bestaande positieve kanten van die categorieën kennis te laten maken, bijvoorbeeld via buurt- en cultuurfeesten, het bloeiende verenigingsleven, … De Antwerpse politie legt een deel van de oorzaak van dit wantrouwen bij het minimale aantal agenten van etnisch diverse en meer bepaald Marokkaanse afkomst. Eerder onderzoek van het Steunpunt sprak al van een integratieparadox. Mensen van Marokkaanse afkomst zijn in vergelijking met Turkse allochtonen, beter geïntegreerd. Toch worden ze negatiever bekeken. Dit lijkt vooral te verklaren door hun grotere religieuze betrokkenheid en deels ook door hun groter aandeel in de criminaliteit. Bovendien berichten de media vooral over bijvoorbeeld Marokkanen als daders en beduidend minder dat ze ook vaker een slachtoffer zijn. Zo ontstaat een vicieuze cirkel: negatieve perceptie leidt tot meer discriminatie en die veroorzaakt minder participatie. De onderzoekers stellen voor dat de beleidsmakers extra inspanningen moeten leveren om de oorzaken van criminaliteit weg te werken en dat ze beter moeten luisteren naar de noden van alle burgers. Ik heb daarover de volgende vragen: 1) Kent de minister dit onderzoek? Gaat zij akkoord met de onderzoeksresultaten en met de aanbevelingen van dit onderzoek? Zo neen, kan zij haar standpunt hieromtrent verduidelijken? Zo ja, welke initiatieven ondernam of plant zij om aan de aanbevelingen van de onderzoekers tegemoet te komen? 2) Gaat zij akkoord met de stelling dat dit wantrouwen mede in stand wordt gehouden door het beperkte aantal agenten van etnisch diverse afkomst binnen de politiekorpsen? Beschikt zij over cijfers en informatie met betrekking tot de etnisch-culturele diversiteit binnen de verschillende politiekorpsen? Wat bedraagt het percentage agenten van etnisch diverse afkomst op het totaal? Bestaan er grote verschillen zowel tussen lokale politie onderling en binnen de federale politie? Welk beeld vertoont de etnisch-culturele diversiteit van de politiekorpsen in de grote steden? Welke etnisch-culturele gemeenschappen zijn in vergelijking met hun bevolkingsaandeel in België sterk ondervertegenwoordigd in de Belgische politiekorpsen? 3) Wordt een actief beleid gevoerd rond etnische en culturele diversiteit in de politiekorpsen? Kan de minister mij een overzicht geven van de beleidsinitiatieven van de afgelopen jaren om de etnisch-culturele diversiteit binnen de korpsen te vergroten? Werden die maatregelen reeds geëvalueerd en met welk resultaat? Plant zij nieuwe initiatieven om personen van etnisch-cultureel diverse afkomst aan te werven? Hoe wil zij die wervingsinitiatieven in de toekomst succesvoller maken? 4) Volgens de studie hebben veel agenten ook een vervormd beeld van de gemeenschappen die ze behoren te dienen. Is de minister zich bewust van dit fenomeen? Welke initiatieven ondernam of plant zij om dit euvel te verhelpen? Beoordeelt zij de wijze waarop de onderwerpen diversiteit en interculturaliteit worden meegenomen in de opleiding en bijscholing van politieagenten als voldoende? Zo ja, op basis van welke argumenten? Zo neen, waar liggen de tekorten en hoe wordt daaraan verholpen? |
||||||||
Réponse reçue le 12 avril 2011 : | Antwoord ontvangen op 12 april 2011 : | ||||||||
L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions :
|
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:
|