SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
24 avril 2014 24 april 2014
________________
Question écrite n° 5-11386 Schriftelijke vraag nr. 5-11386

de Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Nouvel arrêté royal relatif à la reprographie - Extension du modèle de perception - Coût pour le particulier - Recherche scientifique Nieuw koninklijk besluit betreffende reprografie - Uitdeinend heffingsmodel - Kostprijs voor de particulier - Wetenschappelijk onderzoek 
________________
reprographie
droit d'auteur
reproductie
auteursrecht
________ ________
24/4/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
24/4/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 5-11386 du 24 avril 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11386 d.d. 24 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'industrie de la reprographie est actuellement impliquée dans un grave différend juridique avec la société de gestion Reprobel. Elle conteste l'ensemble de la réglementation actuelle. La Cour d'appel de Bruxelles a posé plusieurs questions préjudicielles à ce sujet à la Cour européenne. Dans un arrêt rendu en juin 2013, la Cour estimait que les imprimantes « stand-alone » étaient elles aussi soumises à la rémunération pour reprographie et ce, en vertu d'une loi belge non encore entrée en vigueur.

D'après mes informations, on met actuellement la dernière main à un arrêté royal. L'extension incessante du modèle de perception appliqué par les sociétés de gestion m'inquiète particulièrement. Chaque progrès technologique donne lieu à un lobbying intense visant à imposer des redevances forfaitaires. En l'occurrence, toutes les imprimantes seraient assujetties à la rémunération pour reprographie qu'elles servent à l'impression d'œuvres protégées ou non.

Ces prélèvements s'écartent de plus en plus de la notion de rémunération équitable. Si la nouvelle loi belge est interprétée au pied de la lettre, Reprobel devrait percevoir jusqu'à 185 millions d'euros. Il s'agirait grosso modo d'un doublement de la facture de la reprographie. Cette réglementation non seulement entraînera des coûts pour les citoyens et les entreprises mais elle mettra en outre en péril une large la diffusion des résultats de la recherche scientifique et des publications scientifiques. Il s'agit donc d'une atteinte directe à l'innovation.

Mes questions sont les suivantes.

1) Quand l'arrêté royal que vous préparez devrait-il être publié et est-il vrai qu'il faudra désormais payer une rémunération pour la reprographie ? Si oui, quels seront les critères et le taux de cette rémunération ? Pouvez-vous spécifier les coûts de manière très détaillée et préciser pourquoi vous n'attendez pas que la Cour européenne ait répondu aux questions préjudicielles de la Cour d'appel de Bruxelles ?

2) Dans quelle mesure la nouvelle réglementation garantit-elle les exceptions légales sans préjudice du droit d'auteur ? L'utilisation privée doit rester possible.

 

Momenteel is de printerindustrie in een hevige juridische strijd verwikkeld met de beheersvennootschap Reprobel. De print-industrie stelt de hele bestaande regeling in vraag. Het Brusselse Hof van Beroep heeft hieromtrent enkele prejudiciële vragen gesteld aan het Europees Hof. Een eerder arrest van het Hof dd juni 2013 stelt dat ook de stand alone printers onder reprobel vallen. Een Belgische wet die nog niet in werking is getreden maakt dat mogelijk.

Momenteel wordt naar ik verneem de laatste hand gelegd aan een koninklijk besluit. Ik maak mij bijzonder ongerust over het steeds verder uitdeinend heffingsmodel dat de beheersvennootschappen hanteren. Bij elke nieuwe technologische ontwikkeling wordt er stevig gelobbyd om forfaitaire vergoedingen op te leggen. In casu zouden alle printers bijdrageplichtig worden en dit los van het feit of er al of niet beschermde werken worden afgeprint.

Deze heffingen botsen steeds meer met de notie van billijke vergoeding. Als alles daadwerkelijk naar de letter van de nieuwe Belgische wet zou wordt geïmplementeerd zou dit leiden tot bedragen van 185 miljoen euro die moeten worden betaald aan Reprobel. Grosso modo zou dit leiden tot een verdubbeling van de factuur van reprografie. Deze regeling zal niet alleen de burgers en de ondernemingen op kosten jagen, zij brengt tevens de laagdrempelige verspreiding van wetenschappelijk onderzoek en publicaties in het gedrang. Dit ondermijnt dus rechtstreeks de innovatie.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Wanneer kunnen we het desbetreffend koninklijk besluit van uwentwege verwachten en klopt het dat heden ook voor prints zal moeten worden betaald en zo ja, op basis van welke criteria en aan welk tarief? Kan u dit zeer gedetailleerd toelichten naar kosten toe en aangeven waarom u niet wacht tot er een uitspraak is van het Europees Hof op de prejudiciële vragen van het Brussels Hof van beroep?

2) In hoeverre worden de wettelijke uitzonderingen zonder belemmeringen op het auteursrecht gewaarborgd in de nieuwe regeling? Privé-gebruik moet worden gevrijwaard.