SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
1 février 2011 1 februari 2011
________________
Question écrite n° 5-1134 Schriftelijke vraag nr. 5-1134

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Accord de coopération - État fédéral et régions - Accidents majeurs impliquant des substances dangereuses - Maîtrise des dangers Samenwerkingsakkoord - Federale Staat en gewesten - Zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken - Beheersing van de gevaren 
________________
substance dangereuse
risque industriel
accord de coopération (Cadre institutionnel belge)
régions et communautés de Belgique
gevaarlijke stof
industrieel risico
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
gewesten en gemeenschappen van België
________ ________
1/2/2011Verzending vraag
5/7/2011Antwoord
1/2/2011Verzending vraag
5/7/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1134 du 1 février 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1134 d.d. 1 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 21 juin 1999, l'État fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale ont conclu un accord de coopération relatif à la maîtrise des dangers liés aux accidents majeurs impliquant des substances dangereuses.

Le ministre peut-il me faire un point de la situation sur l'exécution de cet accord de coopération, en fournissant, entre autres, les informations suivantes :

1) Comment cet accord est-il exécuté ? Qui le coordonne ? Comment le ministre évalue-t-il la qualité de la synergie ? Cet accord reste-t-il suffisamment pertinent ?

2) Quels coûts cet accord de coopération engendre-t-il : frais de personnel, frais de fonctionnement administratif et technique, investissements, subsides éventuels... ? Comment ces coûts ont-ils annuellement évolué depuis 2006 ? Comment évalue-t-il et explique-t-il ces évolutions ?

3) À quels systèmes, mesures et projets concrets cet accord a-t-il aboutis ? Peut-il les détailler et les évaluer ?

4) Les partenaires de cet accord remplissent-ils leur mission de manière équilibrée ou le ministre constate-t-il des différences ? Dans l'affirmative, lesquelles et quelles en sont les raisons ?

5) Comment la délimitation des compétences est-elle respectée dans cette collaboration ? L'État fédéral ne s'ingère-t-il pas improprement dans le champ d'action des régions ?

 

Op 21 juni 1999 sloten de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het samenwerkingsakkoord betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Kan de minister mij een stand van zaken over de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord verstrekken, met hierbij onder andere de volgende gegevens.

1) Hoe wordt dit samenwerkingsakkoord aangestuurd, wie zorgt voor de regie? Hoe evalueert de minister de kwaliteit van de synergie? Behoudt dit akkoord de noodzakelijke relevantie?

2) Welke kosten zijn aan dit samenwerkingsverband verbonden inzake personeel, administratieve en technische werkingskosten, investeringen, eventuele subsidies, …? Hoe evolueerden de kosten jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en duidt de minister die ontwikkelingen?

3) Tot welke concrete maatregelen, plannen en systemen leidde dit samenwerkingsakkoord? Kan de minister ze in detail toelichten en evalueren?

4) Vervullen de betrokken partners op een gelijkwaardige wijze hun opdrachten binnen dit samenwerkingsverband, of stelt de minister verschillen vast? Zo ja, welke en met welke redenen?

5) Hoe wordt de afbakening van bevoegdheden in die samenwerking gerespecteerd? Beweegt de federale overheid zich niet oneigenlijk binnen de actieradius van de gewesten?

 
Réponse reçue le 5 juillet 2011 : Antwoord ontvangen op 5 juli 2011 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

La matière relève de la compétence du Service public fédéral (SPF) Emploi, Concertation sociale et Travail, Département risques chimiques. Je souhaite dès lors vous renvoyer à ma collègue, Mme Joëlle Milquet, vice-premier ministre et ministre de l’Emploi.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

De materie behoort tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Sociaal overleg en Arbeid, Afdeling van de chemische risico’s. Ik wens u dan ook te verwijzen naar mijn collega, mevrouw Joëlle Milquet, vice-eerste minister en minister van Werk.