SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2010-2011 | Zitting 2010-2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
1 février 2011 | 1 februari 2011 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-1128 | Schriftelijke vraag nr. 5-1128 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au ministre du Climat et de l'Énergie |
aan de minister van Klimaat en Energie |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Accord de coopération - État fédéral et régions - Coordination de la politique d'importation, d'exportation et de transit de déchets | Samenwerkingsakkoord - Federale Staat en gewesten - Coördinatie van het beleid inzake invoer, uitvoer en doorvoer van afvalstoffen | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
gestion des déchets accord de coopération (Cadre institutionnel belge) exportation des déchets régions et communautés de Belgique |
beheer van afvalstoffen samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader) uitvoer van afvalstoffen gewesten en gemeenschappen van België |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Aussi posée à : question écrite 5-1129 | Aussi posée à : question écrite 5-1129 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-1128 du 1 février 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-1128 d.d. 1 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Le 26 octobre 1994, l'État belge, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale ont conclu un accord de coopération relatif à la coordination de la politique d'importation, d'exportation et de transit de déchets Le ministre peut-il me faire un point de la situation sur l'exécution de cet accord de coopération, en fournissant, entre autres, les informations suivantes : 1) Comment cet accord est-il exécuté ? Qui le coordonne ? Comment le ministre évalue-t-il la qualité de la synergie ? Cet accord reste-t-il suffisamment pertinent ? 2) Quels coûts cet accord de coopération engendre-t-il : frais de personnel, frais de fonctionnement administratif et technique, investissements, subsides éventuels... ? Comment ces coûts ont-ils annuellement évolué depuis 2006 ? Comment évalue-t-il et explique-t-il ces évolutions ? 3) À quels systèmes, mesures et projets concrets cet accord a-t-il aboutis ? Peut-il les détailler et les évaluer ? 4) Les partenaires de cet accord remplissent-ils leur mission de manière équilibrée ou le ministre constate-t-il des différences ? Dans l'affirmative, lesquelles et quelles en sont les raisons ? 5) Comment la délimitation des compétences est-elle respectée dans cette collaboration ? L'État fédéral ne s'ingère-t-il pas improprement dans le champ d'action des régions ? |
Op 26 oktober 1994 sloten de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een samenwerkingsakkoord over de coördinatie van het beleid inzake invoer, uitvoer en doorvoer van afvalstoffen. Kan de minister mij een stand van zaken over de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord verstrekken, met hierbij onder andere de volgende gegevens. 1) Hoe wordt dit samenwerkingsakkoord aangestuurd, wie zorgt voor de regie? Hoe evalueert de minister de kwaliteit van de synergie? Behoudt dit akkoord de noodzakelijke relevantie? 2) Welke kosten zijn aan dit samenwerkingsverband verbonden inzake personeel, administratieve en technische werkingskosten, investeringen, eventuele subsidies, enzovoort? Hoe evolueerden die kosten jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en duidt de minister die ontwikkelingen? 3) Tot welke concrete maatregelen, plannen, systemen, enzovoort, leidde dit samenwerkingsakkoord? Kan de minister die in detail toelichten en evalueren? 4) Vervullen de betrokken partners op een gelijkwaardige wijze hun opdrachten binnen dit samenwerkingsverband, of stelt de minister verschillen vast? Zo ja, welke en met welke redenen? 5) Hoe wordt de afbakening van bevoegdheden in die samenwerking gerespecteerd? Beweegt de federale overheid zich niet oneigenlijk binnen de actieradius van de gewesten? |
||||||||
Réponse reçue le 3 mai 2011 : | Antwoord ontvangen op 3 mei 2011 : | ||||||||
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre : 1. Le Règlement européen 1013/2006 concernant les transferts de déchets règle le contrôle de l'application en ce qui concerne les transports transfrontaliers de déchets. Depuis la Loi spéciale du 8 août 1980, en Belgique, les compétences relatives à ces contrôles sont réparties entre le fédéral et les Régions. Le contrôle du transit de déchets se situe au niveau fédéral, l'importation et l'exportation au niveau des Régions. Pour la cohérence de la politique, un alignement mutuel entre les différents services d'inspection et une collaboration sont une nécessité constante. Fin 2008, il a été décidé de réviser et d'actualiser l'accord de coopération de 1994. Pour encadrer ce processus, un groupe de travail a été créé, incluant à la fois des représentants du fédéral (police fédérale, administration et inspection fédérales de l'environnement, douane, justice) et des Régions (administration et inspection de l'environnement des Régions wallonne, flamande et de Bruxelles-Capitale). Ce groupe de travail a préparé un projet de nouvel accord de coopération, qui a été adopté par la Conférence interministérielle de l'Environnement le 24 mars 2010 et soumis, depuis lors, aux gouvernements concernés. Dès que le nouvel accord de coopération sera en vigieur, un groupe de coordination permanent sera créé, avec pour tâches :
2. Les frais liés à l'accord de coopération actuel et au futur accord concernent les frais de fonctionnement des agents utilisés. Il s'agit d'un cadre en extinction d'ex-douaniers appartenant au cadre du personnel des Douanes et Accises, mais affectés depuis 1993 aux contrôles de terrain sur les transports transfrontaliers précités. Actuellement, 8 agents utilisés sont encore en service, dont 6 francophones et 2 néerlandophones. Ils opèrent sur ordre tant de l'inspection fédérale que des inspections régionales de l'environnement. Les frais de personnel sont pris en charge par le Service public fédéral (SPF) Finances. Les frais de fonctionnement sont pris en charge proportionnellement par les autorités compétentes et concernent la location des postes d'inspection fixes et des infrastructures matérielles y afférentes, l'indemnité kilométrique, les frais de séjour, les frais de téléphonie mobile et les frais d'habillement. L'évolution de ces frais de fonctionnement depuis 2006 est la suivante : |
Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden : 1. De Europese Verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen regelt de handhaving met betrekking tot grensoverschrijdende afvaltransporten. Sinds de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 zijn in België de bevoegdheden aangaande deze controles verdeeld tussen federaal en gewesten. De controle op de doorvoer van afvalstoffen ligt op federaal vlak, de controle op in- en uitvoer ligt bij de gewesten. Met het oog op een coherent beleid blijft onderlinge afstemming tussen de verschillende inspectiediensten en samenwerking een noodzaak. Eind 2008 werd besloten om het samenwerkingsakkoord van 1994 te herzien en te actualiseren. Om dat proces te begeleiden werd een werkgroep opgericht, met vertegenwoordigers van zowel federaal (federale politie, federale milieuadministratie en -inspectie, douane, justitie) als van de gewesten (milieuadministratie en –inspectie van Vlaams, Waals en Brussel Hoofdstedelijk Gewest). Deze werkgroep heeft een ontwerp van een nieuw samenwerkings-akkoord voorbereid dat door de Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 24 maart werd aangenomen en sedertdien aan de betrokken regeringen werd voorgelegd. Zodra het nieuw samenwerkingsakkoord er is wordt een permanente coördinatiegroep opgericht, met als taken :
2. De kosten verbonden aan het huidige en toekomstig samenwerkingsakkoord hebben betrekking op de werkingskosten van de gebezigde ambtenaren. Het betreft een uitdovend kader van ex-douaniers die tot het personeelskader van Douane en Accijnzen behoren, doch sinds 1993 ingeschakeld worden bij de terreincontroles op de genoemde grensoverschrijdende transporten. Momenteel zijn er nog 8 gebezigde ambtenaren in dienst, waarvan 6 Franstaligen en 2 Nederlandstaligen. Zij werken in opdracht van zowel de federale als van de regionale milieu-inspecties. De personeelskosten worden door de Federale Overheidsdiensten (FOD) Financiën gedragen. De werkingskosten worden in verhouding door de bevoegde overheden gedragen en betreffen de huur van de vaste inspectieposten en daarmee verbonden materiële voorzieningen, de kilometervergoeding, verblijfskosten, kosten voor mobiele telefonie en kledingkosten. De evolutie van deze werkingskosten sinds 2006 is de volgende : |