SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
11 mars 2014 11 maart 2014
________________
Question écrite n° 5-11227 Schriftelijke vraag nr. 5-11227

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
la possible discrimination des jeunes qui souscrivent une assurance automobile de mogelijke achterstelling van jongeren bij het aangaan van autoverzekeringen 
________________
assurance automobile
jeune
prime d'assurance
autoverzekering
jongere
verzekeringspremie
________ ________
11/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
11/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4461 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4461
________ ________
Question n° 5-11227 du 11 mars 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11227 d.d. 11 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le ministre a commandé une étude sur les prix pratiqués en matière d'assurances automobile. Cette étude a immédiatement mis en évidence un fait très pertinent puisqu'il s'est avéré que les jeunes conducteurs âgés de 18 à 24 ans paient en moyenne 820,61 euros pour leur assurance responsabilité civile automobile (RC) alors que les jeunes de 25 à 29 ans ne paient que 574,70 euros en moyenne et que les conducteurs plus âgées paient encore moins. Cela signifie que le groupe des conducteurs les plus jeunes paie 30 % en plus que le groupe des conducteurs un peu plus âgés.

Les compagnies d'assurance renvoient, pour l'établissement des prix, à un cadre de référence assez disparate et peu clair qui utilise de nombreux critères, essentiellement le bonus-malus classique qui se base sur le nombre d'accidents en tort. L'âge civil, les caractéristiques du véhicule, le niveau de formation et d'autres éléments interviendraient également. L'étude a aussi prouvé que quelque 10 % des plus jeunes conducteurs ont reçu un refus d'une compagnie d'assurances, mais aucun lien causal n'a été établi entre âge et refus.

L'ensemble de ces résultats, tels que relayés par les médias, font supposer qu'il y a « quelque chose » mais ils ne mènent pas immédiatement à des conclusions limpides ni à des constats pertinents sur le plan politique. Il semble aussi évident que des jeunes conducteurs demandent à des membres de la famille plus âgés de prendre une assurance à leur nom afin de pouvoir bénéficier d'un tarif parfois spectaculairement moins cher … bien que certaines compagnies intègrent aussi des clauses de sécurité à cet effet.

Le ministre peut-il résumer de manière claire les conclusions de cette étude ? Quelles sont les conclusions du ministre, et de quelle manière définiront-elles sa politique ? Le ministre partage-t-il mon impression - sur la base des articles des médias - que les plus jeunes automobilistes paient à coup sûr considérablement plus pour leur assurance automobile mais qu'il n'apparaît pas clairement pourquoi il en est ainsi ni surtout sur quels critères cette discrimination négative s'appuie ? Si le ministre s'interroge aussi à ce sujet, comment peut-il et compte-t-il réagir ? Cela fait-il partie des compétences de l'autorité fédérale d'apporter des précisions à ce sujet et de s'opposer à l'éventuelle discrimination négative d'une catégorie d'âge, en l'occurrence des jeunes ?

 

De minister gaf opdracht tot een studie die peilde naar de prijsvorming bij autoverzekeringen. Dit onderzoek bewees meteen een hoge relevantie, want het bleek dat jonge bestuurders tussen 18 en 24 jaar gemiddeld 820,61 euro betalen voor hun autoverzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA), terwijl dit bij de 25- tot 29-jarigen daalt naar een gemiddelde van 574,70 euro en bij nog oudere bestuurders nog verder vermindert. Dit betekent dat de jongste groep bestuurder zo'n 30 % meer betaalt dan de iets oudere leeftijdsgroep.

De verzekeringsmaatschappijen verwijzen bij de prijsvorming naar een redelijk uiteenlopend en niet zo helder referentiekader, waarbij tal van criteria worden aangewend, vooral de klassieke bonus-malus aanpak die zich baseert op het aantal ongevallen met fout. Daarnaast zouden ook o.a. de kalenderleeftijd, de aard van de wagen, het opleidingsniveau e.a. een rol spelen. De studie bewees ook dat zo'n 10% van de jongste bestuurders wel eens een weigering van een verzekeringsmaatschappij ontving, maar waarbij er geen causaal verband tussen leeftijd en weigering werd vastgesteld.

Al deze resultaten, zoals de media ze weergaven, verwekken het vermoeden dat er "iets" is, maar daaruit blijken niet meteen heldere conclusies of beleidsrelevante vaststellingen. Daarbij lijkt het ook voordehand liggend dat jonge bestuurders aan oudere gezinsleden vragen om de verzekering op hun naam te nemen, teneinde van een soms indrukwekkend goedkoper tarief te kunnen genieten… hoewel sommige maatschappijen ook daarvoor veiligheidsbepalingen inbouwen.

Kan de minister op heldere wijze de besluiten van deze studie samenvatten? Welke conclusies leidt de minister hieruit af, op welke wijze zullen deze zijn beleid bepalen? Deelt de minister mijn indruk - op basis van de mediaberichtgeving - dat de jongste automobilisten zeker beduidend meer betalen voor hun autoverkering, maar dat het niet duidelijk is waarom en vooral op basis van welke criteria deze negatieve discriminatie steunt? Indien de minister deze probleemstelling kan delen, hoe kan en zal hij hierop inspelen? Ligt het binnen de bevoegdheden van de federale overheid om hieromtrent meer duidelijkheid te scheppen en eventuele negatieve discriminatie van een leeftijdscategorie, in dit geval jonge mensen, te counteren?