SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
25 février 2014 25 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11184 Schriftelijke vraag nr. 5-11184

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Enquêtes téléphoniques en Belgique - Coût - Institut belge des services postaux et des télécommunications - Étude - Évolution Telefonieonderzoek in België - Kostprijs - Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie - Studie - Evolutie 
________________
protection des communications
Institut belge des services postaux et des télécommunications
frais généraux
telefoon- en briefgeheim
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
algemene kosten
________ ________
25/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
25/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 5-11184 du 25 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11184 d.d. 25 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les travaux du groupe de travail Traite des êtres humains du Sénat ont mis en évidence qu'en Belgique, le coût d'une enquête téléphonique est beaucoup trop élevé (par rapport au coût à l'étranger). Les sociétés de téléphonie belges s'enrichissent au détriment de l'État belge. Or les enquêtes téléphoniques sont des techniques d'enquête essentielles, par exemple dans les dossiers de traite des êtres humains. Leur coût élevé freine bien sûr ce type d'enquêtes.

J'ai interrogé la ministre de la Justice à ce sujet et lui ai demandé une comparaison du coût des enquêtes téléphoniques en Belgique et dans les pays voisins. Elle a fait référence à une étude que termine actuellement l'Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT). L'IBPT a été chargé de fixer un tarif objectif et argumenté.

Mes questions sont les suivantes.

1) Quel était l'objectif précis de l'étude de l'IBPT ? L'étude est-elle déjà terminée et quel en est le résultat ? Le ministre peut-il éventuellement me communiquer les conclusions provisoires de l'étude ?

2) Quels sont les tarifs actuels d'une enquête téléphonique en Belgique ? Comment ont-ils évolué au cours des cinq dernières années ? La baisse des prix imposée par le ministre en 2013 par arrêté royal a-t-elle été contestée par les entreprises de téléphonie ?

3) Comment le ministre explique-t-il que les opérateurs de télécommunications aient facturé pendant des années des sommes excessives pour un service d'utilité publique ? Peut-on parler d'appât du gain excessif ? Une répétition des sommes ou des poursuites (négligence coupable, entrave à la justice, escroquerie, fraude, etc.) sont-elles envisageables ? Dans la négative, le ministre attend-il un geste du secteur en compensation de ces années d'abus ?

 

Uit de werkzaamheden in de werkgroep mensenhandel in de Senaat bleek dat een telefonieonderzoek in België veel te duur uitvalt (in vergelijking met het buitenland). De Belgische telefoonmaatschappijen verrijken zich ten koste van de Belgische Staat. Nochtans blijken deze telefonieonderzoeken belangrijke en essentiële onderzoekstechnieken, bijvoorbeeld in de dossiers over mensenhandel. De hoge kostprijs beperkt uiteraard dit soort onderzoeken.

Ik ondervroeg de minister van Justitie hierover en over een vergelijking met wat dit in de buurlanden kost. Zij verwees naar een studie van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) die momenteel wordt afgerond. Het BIPT werd gelast met het berekenen van een objectief en beargumenteerd tarief.

Hierover de volgende vragen

1) Wat was de exacte opzet van de studie van het BIPT? Is deze reeds afgerond en met welk resultaat? Kan de geachte minister mij eventueel enkele voorlopige resultaten bezorgen?

2) Wat zijn de huidige tarieven voor een telefonieonderzoek in België? Hoe zijn deze de afgelopen vijf jaar geëvolueerd? Wordt de prijsverlaging die de geachte minister in 2013 per koninklijk besluit heeft doorgevoerd aangevochten door de bedrijven?

3) Hoe verklaart de geachte minister dat de telecomoperatoren jarenlang te veel hebben aangerekend voor deze belangrijke maatschappelijke dienstverlening? Ging het hier om buitensporig winstbejag? Kan men dit terugvorderen of vervolgen (schuldig verzuim, belemmering van rechtsgang, oplichterij, fraude,…) ? Zo niet, verwacht hij een geste van de sector om dit jarenlange misbruik te compenseren?