SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
13 février 2014 13 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11120 Schriftelijke vraag nr. 5-11120

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Commande de papier toilette - Responsabilité - Commandes supplémentaires - Coûts Bestelling wc-papier - Aansprakelijkheid - Extra bestellingen - Kosten 
________________
marché de fournitures
greffes et parquets
papier
marché public
overheidsopdracht voor leveringen
griffies en parketten
papier
overheidsopdrachten
________ ________
13/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
13/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 5-11120 du 13 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11120 d.d. 13 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les médias l'ont annoncé en ricanant : parce qu'un fonctionnaire était malade, la Justice n'a pas commandé de papier toilette et tous les départements de la Justice risquent de tomber bientôt à court de cet attribut nécessaire. Cela contraint le service public fédéral (SPF) Justice à faire des prouesses pour satisfaire quand même les besoins à temps.

J'aimerais poser les questions suivantes à ce sujet.

1) Comment la ministre explique-t-elle qu'à cause de la maladie d'un seul fonctionnaire, les équipements étendus de la Justice soient soudainement confrontés à une pénurie de papier toilette ? Où la faute a-t-elle été commise ? Quelle forme de suivi a-t-elle échoué ? Quel fonctionnaire compétent en porte-t-il la responsabilité ?

2) Le porte-parole de la Justice a indiqué que, si elles font face à un besoin urgent, les institutions peuvent passer elles-mêmes une commande et en récupérer le prix. Les commandes de chacune de ces institutions seront-elles conformes à la loi sur les marchés publics ?

3) À quel coût supplémentaire est estimée la solution à ce problème pressant ?

 

De media meldden het meesmuilend: omdat een ambtenaar ziek was, bestelde Justitie geen wc-papier en dreigen alle onderdelen van Justitie weldra zonder dit noodzakelijk attribuut te vallen. Dit dwingt de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie tot administratieve hoogstandjes om toch nog tijdig de nood te lenigen.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoe verklaart de minister het feit dat de ziekte van één ambtenaar ervoor kan zorgen dat de uitgebreide voorzieningen binnen Justitie plots worden geconfronteerd met een tekort aan wc-papier? Waar liep het fout, welke vorm van opvolging faalde en welke bevoegde ambtenaar draagt hierbij aansprakelijkheid?

2) De woordvoerder van Justitie stelde dat in acute nood de instellingen zelf een bestelling kunnen plaatsen en de kosten daarvoor mogen terugvorderen. Zullen de bestellingen van die individuele instellingen conform de wet op de overheidsopdrachten gebeuren ?

3) Hoeveel extra kosten worden geraamd om dit acuut probleem op te lossen?