SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
11 février 2014 11 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11094 Schriftelijke vraag nr. 5-11094

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Services de sécurité - Interception et partage d'informations - Pays-Bas - National Security Agency - Sûreté de l'État - Service général de renseignement et de sécurité - Enregistrements téléphoniques - Métadonnées - Base juridique Veiligheidsdiensten - Onderscheppen en delen van informatie - Nederland - National Security Agency - Veiligheid van de Staat - Algemene Dienst inlichting en veiligheid - Telefoonrecords - Metadata - Rechtsgrond 
________________
sûreté de l'Etat
service secret
espionnage
États-Unis
téléphone
protection des communications
staatsveiligheid
geheime dienst
spionage
Verenigde Staten
telefoon
telefoon- en briefgeheim
________ ________
11/2/2014Verzending vraag
1/4/2014Antwoord
11/2/2014Verzending vraag
1/4/2014Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-11093
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-11095
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-11093
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-11095
________ ________
Question n° 5-11094 du 11 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11094 d.d. 11 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le gouvernement néerlandais a divulgué des informations concernant l'interception et le partage d'informations entre les services de renseignement néerlandais et américain. Il est ressorti de l'analyse qu'1,8 million de communications téléphoniques (métadonnées) ont été interceptées non par les Américains mais par les services néerlandais AIVD (Service général de renseignement et de sécurité) et MIVD (Service de renseignement et de sécurité militaire). Les ministres néerlandais Plasterk (Intérieur, PvdA) et Hennis (Défense, VVD) ont écrit à la Seconde Chambre à ce sujet. Ces données ont été collectées par les services néerlandais de renseignement pour, ensuite, être partagées avec la National Security Agency (NSA). Étant donné qu'un pays limitrophe transmet apparemment des données téléphoniques (1,8 million de communications) à la NSA, j'aimerais savoir s'il s'agit d'une pratique courante chez nous et, dans l'affirmative, quelle est en la base juridique.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) La Sûreté de l'État et/ou le Service général de renseignement et de sécurité de l'armée ont-ils, au cours de ces dernières années, transmis des données téléphoniques (métadonnées) à la NSA ou à tout autre service américain ? Le ministre peut-il donner des explications précises, sachant que de tels faits se sont déjà déroulés aux Pays-Bas ?

2) Le ministre peut-il expliquer sur quelle base juridique des données relatives aux communications téléphoniques de compatriotes peuvent éventuellement être transmises s'il s'agit d'autre chose que de simples informations individuelles et spécifiques ?

3) La Sûreté de l'État et/ou le Service général de renseignement et de sécurité de l'armée ont-ils transmis des données téléphoniques de compatriotes (métadonnées) à des services publics et/ou services de sécurité étrangers ? Dans l'affirmative, quelle était l'ampleur de ces métadonnées et sur quelle base juridique ? Quels furent les résultats ?

 

Het Nederlandse kabinet heeft informatie naar buiten gebracht over het onderscheppen en delen van informatie tussen Nederlandse en Amerikaanse veiligheidsdiensten. Onderzoek heeft uitgewezen dat 1,8 miljoen "records" over telefoonverkeer (metadata) niet door de Amerikanen, maar door de Nederlandse diensten AIVD en MIVD zijn onderschept. De Nederlandse ministers Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) en Hennis (Defensie, VVD) stuurden een brief hieromtrent naar de Tweede Kamer. Deze gegevens werden verzameld door de Nederlandse staatsveiligheidsdienst om deze vervolgens te delen met de National Security Agency (NSA). Nu een buurland blijkbaar op grote schaal telefoongegevens (1,8 miljoen records) doorspeelt aan de NSA had ik graag vernomen of dit ook bij ons een gangbare praktijk is en zo ja, wat hiervan de juridische basis is.

Graag had ik hieromtrent dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1) Hebben de diensten van de Veiligheid van de Staat en/of de Algemene Dienst inlichting en veiligheid van de Krijgsmacht op enig ogenblik de laatste jaren telefoonrecords van landgenoten (metadata) overgemaakt aan de Amerikaanse veiligheidsdiensten of enige overheidsdienst van de Verenigde Staten? Kan de minister dit zeer specifiek toelichten wetende dat dit alvast in Nederland wel geschiedde?

2) Kan de minister toelichten op basis van welke rechtsgronden gegevens over telefoonverkeer van landgenoten eventueel kunnen worden doorgegeven indien dit meer betreft dan louter individuele en specifieke gegevens?

3) Hebben de diensten van de Veiligheid van de Staat en/of de Algemene Dienst inlichting en veiligheid van de Krijgsmacht op enig ogenblik telefoonrecords van landgenoten (metadata) overgemaakt aan buitenlandse overheidsdiensten en/of veiligheidsdiensten? Zo ja, hoe groot waren deze metadata en op basis van welke rechtsgrond? Wat waren de resultaten?

 
Réponse reçue le 1 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 1 april 2014 :

Ces questions ne relèvent pas de ma compétence mais bien de la compétence de ma collègue, la ministre de la Justice, madame Turtelboom pour ce qui concerne les aspects relatifs à la Sureté de l’État, et à mon collègue, le ministre de la Défense, monsieur De Crem, pour ce qui a trait au service de renseignements militaires.

Afin d’obtenir une réponse aux questions posées, je me permets donc de vous renvoyer vers ces deux ministres à qui vous avez aussi adressé les questions.

Deze vragen vallen dus niet onder mijn bevoegdheid maar onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Justitie, mevrouw Turtelboom, voor wat de Veiligheid van de Staat betreft en aan de minister van Defensie, de heer De Crem, voor wat de militaire inlichtingendienst aangaat.

Om een antwoord te verkrijgen op uw vragen, wens ik u dan ook te verwijzen naar de beide ministers, aan wie u de vragen ook gesteld heeft.