SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
5 février 2014 5 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11048 Schriftelijke vraag nr. 5-11048

de Elke Sleurs (N-VA)

van Elke Sleurs (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
La maternité de substitution het draagmoederschap 
________________
mère porteuse
embryon et foetus
fécondation in vitro
statistique de la santé
répartition par âge
répartition géographique
draagmoeder
ongeboren vrucht
bevruchting in vitro
gezondheidsstatistiek
leeftijdsverdeling
geografische spreiding
________ ________
5/2/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord
5/2/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-4491 Requalification de : demande d'explications 5-4491
________ ________
Question n° 5-11048 du 5 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11048 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre des mes questions écrites n° 5-4238, 5-4239 et 5-4240, j'ai demandé des informations concernant la nationalité, l'âge et l'éventuel lien de parenté entre les mères porteuses et les parents demandeurs. La ministre a, en janvier 2012, donné une réponse sommaire et assez similaire aux trois questions. La ministre ne disposait pas de ces informations, et cela d'autant plus qu'en Belgique, la maternité de substitution est toujours interdite par la loi. Il règne donc une politique de tolérance. Pour le moment, le recours à une mère porteuse n'est autorisé que dans des cas exceptionnels, avec des indications médicales strictes, et exclusivement dans le cadre de programmes de soins de médecine reproductive.

Sur la base de la réponse de la ministre, nous pouvions espérer obtenir davantage de données chiffrées. En effet, le Collège de médecins pour les programmes de soins A et B avait décidé d’introduire l'item «  maternité de substitution » dans la banque de données IVF (fertilisations in vitro), depuis le 1er juillet 2009 pour les transferts d'embryons frais et depuis le 1er janvier 2011 pour les transferts d'embryons congelés. Les premiers chiffres devaient être disponibles à partir de cette année, mais une grande partie des données demandées ne sont pas enregistrées et ne pourront être obtenues qu'au travers d'une enquête approfondie auprès des centres. Ces données devaient surtout servir à réaliser une évaluation de la qualité.

Je souhaiterais dès lors obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Quelles informations sont-elles bien enregistrées dans cette banque de données sous le paramètre « maternité de substitution » ?

2) Combien d'embryons frais ont-ils été utilisés dans le cadre de la maternité de substitution depuis le début de l'enregistrement à nos jours ? J'aimerais que ces données soient ventilées par an et par région, en fonction de la nationalité et de l'âge, d'une part, de la mère porteuse et, d'autre part, de la mère demanderesse.

3) Combien d'embryons congelés ont-ils été utilisés dans le cadre de la maternité de substitution depuis le début de l'enregistrement à nos jours ? J'aimerais que ces données soient ventilées par an et par région, en fonction de la nationalité et de l'âge, d'une part, de la mère porteuse et, d'autre part, de la mère demanderesse.

4) Combien de fois au total le paramètre « maternité de substitution » a-t-il été enregistré en 2011 et 2012 ? Je souhaiterais que ces chiffres soient ventilés par an, par région et par centre de fécondation.

 

Eerder vroeg ik de minister in mijn schriftelijke vragen 5-4238, 5-4239 en 5-4240 al meer informatie over de nationaliteit, leeftijd en mogelijk verwantschap bij draagmoeders en wensouders. Op alle drie de schriftelijke vragen kon ze mij in januari 2012 slechts een zeer summier en in grote lijnen soortgelijk antwoord geven. De minister beschikte namelijk op dat moment niet over die gegevens, temeer daar draagmoederschap in België nog steeds bij wet verboden is. Wel kunnen we zeggen dat een gedoogbeleid wordt gevoerd. Vooralsnog wordt slechts in uitzonderlijke gevallen met strikt medische indicaties een beroep gedaan op een draagmoeder en dat uitsluitend in het raam van zorgprogramma's reproductieve geneeskunde.

Naar de toekomst toe mochten we ons volgens het antwoord van de minister wel aan meer cijfermateriaal verwachten. Het College van Geneesheren voor de zorgprogramma's A en B had immers beslist om het item draagmoederschap in de IVF-databank in te voeren, en dat vanaf 1 juli 2009 voor de "verse" embryo's en vanaf 1 januari 2011 voor de ingevroren embryo's. De eerste cijfers zouden vanaf dit jaar beschikbaar zijn, met het voorbehoud echter dat een groot deel van de door mij gevraagde gegevens niet geregistreerd worden en enkel via een diepgaande ad hoc enquête bij de centra kunnen worden bekomen. Die gegevens zouden vooral dienen om een kwaliteitsevaluatie te genereren.

Graag dus een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke gegevens worden onder de parameter "draagmoederschap" wel in die databank opgenomen?

2) Hoeveel verse embryo's werden gebruikt in het kader van draagmoederschap vanaf het begin van de registratie tot nu? Graag ontving ik de cijfers per jaar opgesplitst naar gewest, nationaliteit en leeftijd van de draagmoeder en naar nationaliteit en leeftijd van de wensmoeder.

3) Hoeveel ingevroren embryo's werden gebruikt in het kader van draagmoederschap vanaf het begin van de registratie tot nu? Graag ontving ik de cijfers per jaar opgesplitst naar gewest, nationaliteit en leeftijd van de draagmoeder en naar nationaliteit en leeftijd van de wensmoeder.

4) Hoeveel keer in totaal werd in de jaren 2011 en 2012 de parameter draagmoederschap geregistreerd? Graag ontving ik de cijfers per jaar opgesplitst naar gewest en fertiliteitscentrum.

 
Réponse reçue le 22 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

1) La banque de données du Collège « Médecine de la reproduction » a été créée avec l’objectif d’évaluer la qualité des soins dans le domaine de la médecine de la reproduction (FIV et ICSI). Ce n’est donc pas un enregistrement à visée épidémiologique. Les cycles de « maternité de substitution » sont enregistrés au même titre que les autres cycles. Les items enregistrés sont donc identiques à ceux des autres cycles. Ils peuvent être consultés dans le rapport annuel BELRAP (www.belrap.be / annual report / table of contents). De plus, des incertitudes ont été soulevées concernant l’utilisation des définitions se rapportant aux cycles de « maternité de substitution », en particulier en cas de cycles congelés : les données fournies doivent donc être interprétées avec précautions. 

2) L’âge moyen et le pays d’origine de la mère porteuse ainsi que le nombre d’embryons transférés figurent en annexe pour les années 2009, 2010 et 2011. Le lieu de domicile de la mère porteuse ne fait pas partie des items enregistrés. Ce n’est que depuis 2013 qu’un lien théorique est possible entre la mère demanderesse et la mère porteuse. L’enregistrement actuel ne permet pas de déterminer l’âge de la mère demanderesse. 

3) Étant donné que la maternité de substitution par voie cryogénique n’est enregistrée que depuis 2011, les données ne sont disponibles qu’à partir de cette année (voir annexe). 

4) Les données de 2012 ne seront disponibles qu’à l’automne 2014. En 2011, trois centres ont enregistré des cycles « fresh surrogate carriers » et 4 des cycles « thawed surrogate carriers ». 

1) De gegevensbank van het College « reproductieve geneeskunde » is opgericht met als doel de zorgkwaliteit op het vlak van de reproductieve geneeskunde (IVF en ICSI) te evalueren. Het is dus geen registratie met een epidemiologisch doeleinde. De cycli « draagmoederschap» worden zoals de andere cycli geregistreerd. De geregistreerde items zijn dus identiek met de items van de andere cycli. Ze kunnen worden geconsulteerd in het jaarverslag BELRAP (www.belrap.be / annual report / table of contents). Bovendien werd er gewezen op onzekerheden wat betreft het gebruik van de definities die betrekking hebben met « draagmoederschap», in het bijzonder in het geval van ingevroren cycli: de verschafte gegevens moeten dus voorzichtig worden geïnterpreteerd.  

2) De gemiddelde leeftijd en land van oorsprong van de draagmoeder, en het aantal getransfereerde embryo’s  staan in bijlage voor 2009, 2010 en 2011. De exacte woonplaats van de draagmoeder maakt geen deel uit van de geregistreerde items. Er is pas vanaf 2013 een theoretische link mogelijk tussen de wensouder en draagmoeder. De leeftijd van de wensouder kan niet achterhaald worden uit de huidige registratie. 

3) Aangezien cryo draagmoederschap pas vanaf 2011 wordt geregistreerd, zijn de cijfers pas vanaf dit jaar beschikbaar (zie bijlage).  

4) De gegevens van 2012 zullen pas het in het najaar van 2014 beschikbaar zijn. In 2011 waren er 3 centra die “fresh surrogate carriers” hebben geregistreerd en 4 centra die “thawed surrogate carriers” hebben geregistreerd.