SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
10 décembre 2013 10 december 2013
________________
Question écrite n° 5-10580 Schriftelijke vraag nr. 5-10580

de Inge Faes (N-VA)

van Inge Faes (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Office central de la lutte contre la délinquance économique et financière organisée - Interventions -Personnel - Budget - Chiffres Centrale dienst voor de beteugeling van de georganiseerde economische en financiële delinquentie - Tussenkomsten - Personeel - Budget - Cijfergegevens 
________________
criminalité organisée
délit économique
police judiciaire
emploi des langues
répartition géographique
statistique officielle
frais de justice
georganiseerde misdaad
economisch delict
gerechtelijke politie
taalgebruik
geografische spreiding
officiële statistiek
gerechtskosten
________ ________
10/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
10/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 5-10580 du 10 décembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10580 d.d. 10 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L’Office central de la lutte contre la délinquance économique et financière organisée (OCDEFO), qui dépend de la Direction de la lutte contre la criminalité économique et financière, est chargé d'une mission spécialisée de police judiciaire relative à la délinquance économique et financière organisée supra-locale, une matière complexe qui comporte un risque de déstabilisation de la société. Il s'agit essentiellement de blanchiment, de fraude organisée, de fraude organisée à la TVA et des analyses financières qui s'y rapportent. Il prête par ailleurs attention aux délits d'initiés, aux manipulations boursières, à l' attraction illégale de l’épargne dans le public et aux fraudes à l'Union européenne. Il est aussi chargé de la conception, de la coordination et du soutien aux directions judiciaires déconcentrées.

Il peut en outre compter sur un nombre de fonctionnaires du service public fédéral (SPF) Finances et un programme de traitements de données « IFI ».

Afin de situer le fonctionnement de ce service au niveau de l'information judiciaire et de ses acteurs, je vous avais déjà adressé une question écrite (n° 5-7864). Dans votre réponse, vous faites référence à un projet de loi relatif à l’optimalisation des services de police et qui modifie la Loi sur la Police intégrée structurée à deux niveaux, ajoutant que votre politique s’appuie essentiellement sur le renforcement et l’amélioration du fonctionnement des services de police opérationnels déconcentrés. Vous ne me donnez cependant pas les chiffres demandés.

J'aimerais pourtant obtenir les chiffres suivants.

1) Combien de fois a-t-on fait appel à ce service en 2012 et 2013 ? Quelle est la répartition géographique des interventions (par arrondissement/par province) ?

2) Ces données peuvent-elles être ventilées par sorte d'intervention, comme décrit ci-dessus ?

3) Des frais sont-ils liés à ces interventions dans le cadre d'une instruction judiciaire ? Sont-ils comptabilisés comme frais de justice ?

4) Pouvez-vous donner des explications sur la composition de ce service en ce qui concerne le personnel, sa formation et son rôle linguistique ?

5) Quel était le budget de ce service en 2012 et 2013, subdivisé en frais de personnel, frais de fonctionnement et investissements ?

 

De Centrale dienst voor de beteugeling van de georganiseerde economische en financiële delinquentie (CDGEFID) bij de directie van de bestrijding van de economische en financiële criminaliteit oefent een gespecialiseerde opdracht van de gerechtelijke politie uit betreffende supra-lokale, complexe en georganiseerde economische en financiële delinquentie met een maatschappij-ontwrichtend karakter. Het gaat hoofdzakelijk om witwassen, georganiseerde fraude, georganiseerde btw-fraude en daarbij ook vermogensonderzoek. Daarnaast gaat de aandacht ook uit naar misdrijven van voorkennis, beursmanipulaties, het onwettig aantrekken van spaargelden en EU-fraude. Tevens staat zij in voor opdrachten van conceptie, coördinatie en ondersteuning van de gedeconcentreerde gerechtelijke directies.

Bovendien kan zij rekenen op een aantal ambtenaren van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën en een dataverwerkingsprogramma "IFI".

Teneinde de werking van deze dienst op dit vlak te kaderen in het opsporingsonderzoek en zijn actoren, had ik u reeds een schriftelijke vraag (nummer 5-7864) gesteld. In uw antwoord op deze vraag verwijst u naar een wetsontwerp betreffende de optimalisatie van de politiediensten en dat de Wet op de Geïntegreerde Politie gestructureerd op twee niveaus wijzigt en dat uw beleid in essentie steunt op de versterking en de verbetering van de werking van de gedeconcentreerde operationele politiediensten. De gevraagde cijfers worden echter niet gegeven.

Toch had ik graag volgende cijfers:

1) Hoe dikwijls werd in 2012 en 2013 de tussenkomst van deze dienst gevraagd? Wat is de geografische spreiding (arrondissementeel/provinciaal)?

2) Kunnen die gegevens worden uitgesplitst per soort tussenkomst, zoals hierboven beschreven?

3) Zijn aan deze tussenkomsten kosten verbonden in het kader van een gerechtelijk onderzoek? Worden deze aangerekend als gerechtskosten?

4) Kan u duiding geven over de samenstelling van deze dienst inzake opleiding en taalrol van het personeel?

5) Wat was in 2012 en 2013 het budget van deze dienst onderverdeeld in personeelskosten, werkingskosten en investeringen?