SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
10 décembre 2013 10 december 2013
________________
Question écrite n° 5-10574 Schriftelijke vraag nr. 5-10574

de Inge Faes (N-VA)

van Inge Faes (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Police technique et scientifique - Interventions - Personnel - Budget - Statistiques Technische en wetenschappelijke politie - Tussenkomsten - Personeel - Budget - Cijfergegevens 
________________
statistique officielle
police
répartition géographique
frais de justice
emploi des langues
officiële statistiek
politie
geografische spreiding
gerechtskosten
taalgebruik
________ ________
10/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
10/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 5-10574 du 10 décembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10574 d.d. 10 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La police technique et scientifique (PTS) de la police fédérale est organisée en deux niveaux : au niveau central (direction et services d'appui) et au niveau déconcentré (un laboratoire par arrondissement judiciaire).

Les laboratoires disposent d'un arsenal de moyens techniques pour rechercher, prélever et conserver des traces. Ils disposent aussi des connaissances nécessaires pour analyser et comparer certains types de traces (dactyloscopies, chaussures, instruments, etc.).

Afin de situer les activités de ce service dans le cadre de l'information judiciaire et par rapport aux acteurs de celle-ci, je vous avais déjà adressé une question écrite (n° 5-7860). Dans votre réponse, vous faites référence à un projet de loi relatif à l’optimalisation des services de police et qui modifie la Loi sur la Police intégrée structurée à deux niveaux, ajoutant que votre politique s’appuie essentiellement sur le renforcement et l’amélioration du fonctionnement des services de police opérationnels déconcentrés. Vous ne me donnez cependant pas les chiffres demandés.

Je souhaiterais dès lors obtenir les statistiques suivantes.

1) Combien de fois par an a-t-on fait appel à ce service (tant au niveau fédéral que régional) en 2012 et 2013 ? Quelle est la répartition géographique (par arrondissement/province) ?

2) Les statistiques peuvent-elles être ventilées par type d'interventions, telles que décrites ci-dessus (soit en fonction du type de recherche et d'analyse) ?

3) Des frais sont-ils liés à ces interventions dans le cadre d'une instruction judiciaire ? Sont-ils considérés comme des frais de justice ?

4) Pouvez-vous me renseigner sur la composition de ce service : membres du personnel, leur formation et leur rôle linguistique ?

5) Quel était le budget de ce service pour 2012 et 2013, subdivisé en frais de personnel, frais de fonctionnement et investissements ?

 

De technische en wetenschappelijke politie (TWP) is binnen de federale politie georganiseerd op twee niveaus: centraal (directie en steundiensten) en gedeconcentreerd (één laboratorium per gerechtelijk arrondissement).

De labo's beschikken over een arsenaal aan technische middelen om sporen op te zoeken, op te nemen en te bewaren. Daarnaast hebben ze ook de nodige kennis om bepaalde types van sporen (dactyloscopisch, schoenen, werktuigen,…) te analyseren en te vergelijken.

Teneinde de werking van deze dienst op dit vlak te kaderen in het opsporingsonderzoek en zijn actoren, had ik u reeds een schriftelijke vraag (nummer 5-7860) gesteld. In uw antwoord op deze vraag verwijst u naar een wetsontwerp betreffende de optimalisatie van de politiediensten en dat de Wet op de Geïntegreerde Politie gestructureerd op twee niveaus wijzigt en dat uw beleid in essentie steunt op de versterking en de verbetering van de werking van de gedeconcentreerde operationele politiediensten. De gevraagde cijfers worden echter niet gegeven.

Toch had ik graag volgende cijfers:

1) Hoeveel keer per jaar werd in 2012 en 2013 een beroep gedaan op deze dienst (zowel federaal als regionaal)? Hoe zit de geografische spreiding (arrondissementeel/provinciaal)?

2) Kan dit uitgesplitst worden per soort tussenkomst, zoals hierboven beschreven (dus naargelang soort onderzoek en analyse)?

3) Zijn er aan deze tussenkomsten kosten verbonden in het kader van een gerechtelijk onderzoek? Worden deze aangerekend als gerechtskosten?

4) Kan u duiding geven over de samenstelling van deze dienst wat personeel betreft, hun opleiding en hun taalrol?

5) Wat was in 2012 en 2013 het budget van deze dienst onderverdeeld in personeelskosten, werkingskosten en investeringen?